Vogelspotspel
Percelenspel
Leerlingen leggen aan
deleraren uit hoe
het apparaat werkt
Op basis van deze informatie worden de
veldteams aangestuurd in het bestrijden
van de calamiteit. De game maakt gebruik
van een aantal hulpmiddelen. GPS, audio-
communicatie en een interactieve rugzak
worden ingezet om de teams in het veld
vanaf het crisiscentrum aan te sturen en
naar fictieve rampgebieden te begeleiden.
De interactieve rugzak (BuddyBag) wordt
gedragen door de spelers in het veld en
bevat verschillende sensoren en actoren
die de ervaring intenser maken voor de
spelers.
De reddingsploeg draagt een 'buddybag' voor
zien van onder andere GPS.
De veldspelers horen spannende geluiden
en voelen fysieke trillingen wanneer ze
een rampgebied in gaan. Goede com
municatie en samenwerking tussen beide
groepen is essentieel voor een geslaagde
operatie. Dit gameconcept is door de
studenten verzonnen en uitgewerkt tot
een werkend proof of concept.
Onderstaande spelen, het vogelspot en
percelenspel, zijn mede in opdracht en
naar een idee van het ministerie van LNV
ontwikkeld.
Het is een trend dat de burger zelf steeds
meer input gaat leveren in de wereld van
geo-informatie. GeoFort laat dit feno
meen op een leuke manier beleven met
moderne technieken.
Het fenomeen crowd sourcing wordt op een
speelse manier overgedragen op bezoekers
van GeoFort via een iPhone- en iPad-appli-
catie die door Geodan is ontwikkeld. Crowd
sourcing wil zeggen dat'de massa'gegevens
met elkaar deelt. Steeds vaker gebeurt dat
via Google Earth, Bing Maps of Open Street
Maps. Op het forteiland gaan de deelnemers
op zoek naar vogelhuisjes die verspreid
Vogels in kaart brengen met de iPhone ofiPad.
staan over het terrein. Uit elk vogelhuisje
klinkt een specifiek vogelgezang. De spelers
gebruiken iPhones of iPads om uit te zoeken
welk vogelgezang
bij welke vogelsoort
hoort, en brengen
vervolgens de loca
tie van de vogel op
internet in kaart.
Het team dat de meeste juiste vogels spot
wint het spel. Op 11 mei heeft de directie van
het ministerie van LNV vele vogels op het
fort in kaart gebracht met de iPhone om de
locaties vervolgens op een touch table te
bewonderen.
Dit spel kan eenvoudig worden aangepast
met andere 'objecten'die door burgers in
kaart worden gebracht.
Hoe kan het dat een landbouwperceel
opgemeten met GPS afwijkt van de digitale
kaart die wordt gebruikt om Europese sub
sidie te verstrekken? Die vraag is relevant
omdat boeren Europese subsidies ontvan
gen op basis van het gemeten oppervlak.
In de praktijk blijkt dat de metingen in het
veld kunnen afwijken van de maatvoering
in de overheidsregisters. Dit is niet ver
wonderlijk aangezien deze registers zijn
gebaseerd op kaarten met een beperkte
nauwkeurigheid.
Het antwoord op de vraag heeft alles te
maken met de interpretatie van het begrip
'landbouwgrond'. Horen de randen van
een sloot wél of niet bij het weiland?
Op het GeoFort kunnen de bezoekers in
de huid van een boer kruipen en een per
ceel inmeten met GPS. Vervolgens wordt
de ingemeten kaart gecontroleerd door
deze over de digitale percelenkaart van de
Europese Unie te leggen.
De discussie barst
los: waar begint
de waterlijn nou
precies? Hoeveel
afwijking is hierin
acceptabel? Meten
we het oppervlak in het platte vlak of
houden we bij heuvelachtig terrein reke
ning met de Z-factor? Het zijn juist deze
vragen die in werkelijkheid kunnen leiden
(en al hebben geleid) tot discrepanties
en discussies. In deze spelsituatie worden
beleidsmedewerkers geconfronteerd met
de uitwerking van beleidsregelingen op
ondernemers.
Percelen ingemeten met GPS (paars) versus de percelen volgens de 'officiële' digitale kaart van GeoFort.
Geo-lnfo 2010-7/8 29