maken van deze voorloper van de BGT. Dat zal nog wel wat hoofdbrekens kosten al loopje met een bijna 2,sD-bestand, waarbij van de verschillende niveaus de geometrie is vastgelegd, ook tegen eigen aardigheden aan. Waar ligt het maaiveld? Wanneer je je daken bedekt met gras? Bril man was stellig toen hij zei dat de rol van de geo-mensen goed afgestemd moet worden met die'beheerjongens'. Op grond van het gezamenlijk bepaalde objecten handboek en de daarin beschreven defini ties zijn afspraken opgesteld over de mate van detaillering en vooral: wie verzamelt de gegevens en wie gebruikt ze!? En maak deze afspraken op rationele wijze. Kijk heel goed naar de interne informatiebe hoefte. Verzamel alleen die dingen die van belang zijn voor je eigen bedrijfsvoering. Al het meerdere kost ook geld en zal ook nog onderhouden moeten worden. Kort citeerde Brilman de streamer uit het eerder in dit orgaan verschenen artikel (GIN 2010-3);'Zonder voldoende detail is de BGT eerder een last dan een lust voor de bronhouders.' Wanneer je op de Almeerse wijze gege vens verzamelt (een aanrader!) ben je in staat ook tot heel aardige inzichten te komen wanneer je gegevens met elkaar in verbinding brengt. De combinatie luchtfoto en beheerkaart leidt tot soms schokkende inzichten. Thematische visualisaties geven inzicht van werkvloer tot bestuur. Sociale atlassen zijn actueler dan ooit. Illegaal ruimtegebruik of illegale bouw: je bent gezien in Almere. Groot voordeel van de gekozen standaard werk wijze, leidend tot een gebiedsdekkend uniform en consistent product, is dat ook gemelde mutaties van een betere kwali teit worden. Brilman stelde onomwonden dat niet de eigendomssituatie bepalend is maar de beheersituatie. Ondersteund met een beeld van een spoorwegtalud met daarop gemeentelijk beheerobjecten. Dat hiervoor goede afspraken gemaakt moeten worden met andere bronhou ders, verantwoordelijk voor hun eigen grootschalige topografie binnen de soms virtuele eigendomsgrenzen, is evident. 'Coördinerend bevoegd gezag'zal hier wonderen kunnen verrichten. Uit het betoog van Brilman zou je bijna kunnen opmaken dat het wel een beetje klaar is daar in Almere en dat men zelfgenoegzaam achterover zou kunnen gaan leunen. Een probaat middel hier tegen is jezelf met enige regelmaat door een externe partij de maat laten nemen. Dat doet de gemeente Almere dan ook. Haar werkprocessen zijn gecertificeerd, men laat zich, hoe pijnlijk ook, af en toe benchmarken en laat een externe kwaliteitsauditor het systeem beproeven. Om daarop goed voorbereid te zijn is een goede registratie van productiecijfers (performance en puntprijs) van groot belang. Het kan in Almere! Wie volgt? In het miniseminar van Wil van de Berg (NedGraphics) werd allereerst onze mindset met een stukje 'onzinnige statis tiek' op de proef gesteld. Uit de door hem opgezochte informatie bleek dat, conform de verwachtingen van de Wet van Moore, de geheugenchips in 2025 een vergelijk bare capaciteit hebben als het menselijk brein. Maar goed, we zouden het over de BGT hebben. In zijn ijsberende betoog stelde Wil dat de rol van geometrie in de gemeentelijke bedrijfsvoering verandert. Met de BAG is een omslagpunt bereikt. Geo is een bedrijfsmiddel geworden. Waar VROM dacht dat we op een regenachtige namid dag vanuit bestaande gegevenssets de BAG zouden kunnen vormen weten we inmiddels beter. Er zaten nogal wat geo metrische missers in ons basismateriaal. (We laten vanuit respectvolle overwegin gen de discussie wie hiervoor verant woordelijk is maar buiten beschouwing). Feit is dat de BAG nog niet zo eenvoudig aan de eindstreep was te brengen. De data opbouw is een aspect. Belangrijker is de bijhoudingsproblematiek. Wanneer een BAG-beheerder hierop niet het stuur in handen neemt is er al snel sprake van divergentie. Geo-mensen houden meer van convergentie. Wil constateerde dat het BAG-model geheel verknoopt is aan de data. Dat heeft zo z'n nadelen. Daarom heeft NedGraphics gekozen voor haar NGdW (NedGeodataWarehouse) op basis van het logische model IMGEO, waardoor er een generiek platform is ont staan voor andere standaarden als IMRO, IMKL enIMKICH. Kenmerkend voor de NGdW is dat deze objecten afleidt van 'bouwstenen' en deze door NedGeoBerichten dynamisch kan synchroniseren tussen bijvoorbeeld BAG- en BGT-inhoud. Het kan omgaan met kiezen uit verschillende sessies zowel een GBK-pandcontour als een BAG- pandcontour. Wil onderbouwt zijn betoog door in het RSGB-stelselplaatje van VROM te wijzen op de centrale rol die geo daarin inmiddels heeft gekregen. De verzamelde gegevenssets groen, grijs en (BAG-) panden vormen samen de BGT. Opmer kelijke trend die Wil daarbij ziet is dat de beheerkaart (tot nu toe een afgeleide van de GBKN) weer teruggezogen wordt naar de basiskaart waaruit zij is voortgekomen. Doordat NedGraphics deze NGdW-oplos- sing biedt, kent zij geen belemmeringen in de lokaal verschillende leverancierskeu zen bij gemeenten, want door middel van NGdW, zo stelde hij, sluit men naadloos aan op WOZ-pakketen van Pink, Centric, GOUW IT GeoTax evenals op de BOR-pak- ketten van Oranjewoud, Grontmij, Arcadis en DHV. Ook ondersteuning van de verschillende CAD-lijnen (IGOS, AutoCAD en MicroStation) kent voor NGdW geen geheimen. Aan het slot van zijn verhaal stelde Wil dat de gegevenshuishouding in gemeenten op de schop gaat, de beheerkaarten onderdeel gaan uitmaken van de BGT er stringentere eisen komen ten aanzien van de modellen en structuren. Er taken, processen en verantwoordelijkheden her schikt moeten worden, verplicht gebruik en terugmelding is ingevoerd en dat we met de invoering van de BGT te maken krijgen met een nieuw fenomeen: de bronhouder. Daarbij sprakWil de verwach ting uit dat de BGT vermoedelijk sneller zijn weg zal vinden in kleine gemeenten omdat deze in staat zijn sneller over orga nisatorische drempels heen te stappen. 8 Geo-lnfo 2010-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 10