Resultaten en conclusie Het is gebleken dat het niet wenselijk is om een instrument voor een monitoring op afstand te bedienen, aangezien men dan afhankelijk is van de stabiliteit van de internetlijn. De door de afdeling Landmeten gekozen oplossing van een netbook blijkt prima bestand tegen temperatuurschommelingen en andere weersinvloeden. Het tijdelijk uitvallen van een internetverbinding brengt de con tinuïteit van de metingen niet in gevaar. Mocht men niet de mogelijkheid heb ben om in de nabijheid van de continu monitoring te verblijven is het gebruik van een Smartphone een zeer praktisch hulpmiddel om in het geval van storingen netbook en instrument op afstand te kun nen aansturen, f Verwerken metingen _88g8888888888:S88$;g888:g Datun/Tijd onder invloed van de temperatuurstijging in de zomer. Fig. 5 toont een voorbeeld van een grafiek uit Argus. In deze grafiek kan men zien wat er gebeurt als men er voor kiest om de standplaats los te laten en per meet- cydus te laten berekenen. Ook vallen onderbrekingen door het uitvallen van het netbook op. De gele en de rode lijnen geven de drempelwaarden aan waarop een alarm-sms gestuurd wordt. op de D-schijf van het netbook. Mocht de verbinding met de server waarop de software (Argus) die voor de verwer king van de meetdata wordt gebruikt vastlopen tijdens de overdracht van het meetbestand is er zodoende toch nog een back-up beschikbaar. In dit geval worden bestanden van de volgende meetcycli automatisch in de map erbij geschreven. Wanneer de internetverbinding weer is hersteld worden alle bestanden verstuurd en de map leeggemaakt. In samenwerking met het bedrijf Richtlijn Geodesie is dit proces geautomatiseerd. Het programma Observer stuurt het instrument aan en zorgt dat er iedere twee uur een meetcyclus afgerond wordt. Een meetcyclus bestaat uit een nieuwe berekening van de standplaats, door een meting naar de referentiepunten, een meting naar alle detailpunten en een con trolemeting naar dezelfde referentiepun ten die al gebruikt zijn voor de berekening van de standplaats. In totaal worden er 45 punten gemeten. Alle metingen worden uitgevoerd in twee kijkerstanden. In totaal heeft het toestel voor een meetcyclus circa 45 minuten nodig. De metingen naar de detailpunten wordt vergeleken met de waardes van de nulmeting. De verschillen worden weggeschreven in een bestand. Dit bestand wordt na afloop van de cyclus automatisch verstuurd naar de FTP-server. Zodra het bestand op de FTP-server staat, wordt het door het programma Argus automatisch opgehaald naar de Argus server'. De meetgegevens uit Observer worden aan een database toegevoegd. Met behulp van deze database en het programma Argus kan men het verloop van de metingen weergeven in grafieken en foto's. De grafieken kun nen zowel per punt als per object (een gebouw) weer gegeven worden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in Argus grenswaar den in te vullen. Komt de beweging van een van de punten boven de gestelde grenswaarde, dan worden de beide landmeters en de opdrachtgever door middel van een sms en een e-mail- bericht op de hoogte gesteld van deze beweging. In het bericht staan de datum, tijd, puntnummer en de geconstateerde afwijking. Er wordt door Argus ook een bericht verstuurd bij andere gebeurtenis sen (instrument is uitgevallen, doosniveau is niet meer ingespeeld, een punt kon niet gemeten worden enz.). Door middel van de database is het ook gemakkelijk om op een later tijdstip ingrepen in de monitoring op te sporen (wanneer er bij voorbeeld door een defect een instrument gewisseld moest worden). Ook is het goed mogelijk om trends te constateren. Hierbij kan men denken aan een beweging in een bepaalde richting Fig. s. Resultaten in één oogopslag. Fig. 4. Smartphone voor 'remote control'. 14 Geo-lnfo 2010-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 16