Digitalisering van de Kadastrale Veldwerken en Hulpkaarten - teloorgang van historisch erfgoed? Er zijn bij het Kadaster activiteiten en initiatieven gaande met betrekking tot het lot van de Veldwerken en Hulpkaarten, die sinds 1832 van alle percelen in ons land gemaakt zijn. Er is besloten, deze originelen te digitaliseren waarna, mogelijk na verloop van tijd, deze historische documenten zullen worden vernietigd. 9 I /.z Brief: 'Na digitalisering worden de originelen niet vernietigd Digitalisering Dr. H.P. Deys, amateuronderzoeker, specialiteit Rhenen, officieel vrijwilliger voor het oud-archief 2. -'a zdSZ.:. t ST7 O'-y, S'. Fragment van artikel 864 van de kadastrale legger Rhenen, waarop de relevante gegevens van de percelen Sectie 1348 en 1349 zijn geregistreerd. Ze geven echter geen enkele informatie over de onderlinge relatie van de beide perceelnummers. Omdat juist deze hulpkaarten onmisbaar zijn bij het historisch onderzoek naar bebouwde en onbebouwde kadastrale percelen, wordt hier en daar getracht steun te vinden bij pogingen, deze docu menten voor het nageslacht te redden. Hierbij wil ik mij graag in de discussie mengen met betrekking tot de toekomst van de originele veldwerken en de hulp kaarten van het Kadaster. Ik stel mij hierbij niet op als deskundige met een kadastraal verleden, maar als'amateuron derzoeker', die veel ervaring heeft met het gebruik van deze documenten bij het onderzoek en die ondervonden heeft hoe onmisbaar dit materiaal is bij histo risch onderzoek. In juli 1997 kreeg ik, op grond van artikel no van de Kadasterwet, voor een jaar toestemming tot kosteloze raadpleging van de in Utrecht aanwezige openbare registers en kadastrale registratie en der gelijke ten dienste van een onderzoek voor het opstellen van concordanties tussen huisnummeringen in Rhenen in de diverse perioden, In 2005 kreeg ik, op mijn ver zoek, opnieuw toestemming voor het jaar 2006, voor hetzelfde doel. Het nut van dit materiaal is mij na enkele jaren nog meer duidelijk geworden, toen mij is verzocht de sinds 1990 op dood spoor gelopen publicatie van het MlP-boekje (Monumen ten Inventarisatie Project van de provincie Utrecht) voor Rhenen ter hand te willen nemen. Hierbij heb ik, naast de relevante architectuur historische elementen, ook de eigendomsverhoudingen en bewo- ningsgeschiedenis van de besproken percelen behandeld. Uitgangspunt bij het achterhalen van de geschiedenis (sinds 1832) van het bezit van woningen, respectievelijk, monumenten is de kadastrale legger. Deze geeft weliswaar bijna alle details, maar niet de exacte ligging van het gezochte perceel. Daarvoor blijkt de hulpkaart onmisbaar te zijn. Hierop zijn zelfs kleine mutaties, verschuivingen en uitbreidingen visueel te volgen. Gegevens die niet van de legger zijn af te lezen. Het zal voor zich spreken, dat bij een dui delijk gebleken nut van het onderhavige archiefmateriaal, berichten over vernie tiging (weliswaar na digitalisering ervan) mij zorgen hebben gebaard. Ik heb mij daarom in juni 2007 schriftelijk gewend tot de directeur van het Kadaster Utrecht met de vraag of de op Rhenen betrekking hebbende documenten, na digitalisering mogelijk zouden zijn over te dragen aan het Rhenens oud-archief. Omdat ik hierop geen antwoord had ontvangen, heb ik mij in mei 2008 opnieuw met dezelfde vraagstelling tot de directeur gewend. Mij werd toen reeds de volgende dag vanuit een Amsterdams kantoor telefonisch mee gedeeld dat na digitalisering de originelen de papierversnipperaar in zouden gaan. Men zou echter voor mij (c.q. Rhenen) aan 'Apeldoorn'verzoeken of Rhenen later zou mogen beschikken over de originelen. Inderdaad is dit gebeurd, want op 23 mei 2008 werd mij geschreven, dat dit een sympathieke gedachte werd gevonden, waarbij echter geconcludeerd werd dat de Archiefwet deze mogelijkheid niet toeliet, en dat de Wet Bescherming Persoons gegevens zich tegen een dergelijke gang van zaken zou verzetten, aangezien 'bijvoorbeeld veldwerken ook persoons gegevens bevatten'. Nu zit toevallig ons oud-archief boordevol persoonsgegevens, en bovendien ook van veel recentere datum dan die op de veldwerken van het Kadaster. Ik heb mij daarop in juni 2008 tot de Alge meen Rijksarchivaris in Den Haag gewend, 16 Geo-lnfo 2010-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 18