Terris
Novalis in NO-Engeland
Telefoon:Originelen in
de papierversnipperaar'
Literatuur
documenten eerst te restaureren
alvorens ze eventueel over te dragen aan
andere archieven. Iets te moeten vernie
tigen omdat het niet gerestaureerd zou
kunnen worden
is natuurlijk
geen zindelijk
argument.
'Hulpkaartenen
veldwerken zijn
als onderdeel
van het cultureel erfgoed in historisch
opzicht niet van bijzondere waarde. Ook
de nauwkeurigheid van de hulpkaart
is beperkt'. Wie durft deze stelling te
ondersteunen? Het gaat bij historisch
onderzoek niet om de nauwkeurigheid
van kadastrale situaties, maar om de
(onderlinge) ligging van bebouwde en
onbebouwde percelen. De legger zal dan
wel zorgen voor de vereiste nauwkeurig
heid, als die al nodig is. En wat betreft
de cultuur-historische waarde, in het
juist aan het onderhavige artikel van
Haubourdin voorafgaande artikel door
Jan Werner wordt met vreugde gecon
stateerd, dat de kaartencollectie van de
Topografische Dienst veiliggesteld is. En
dat zijn dan nog eens géén originelen
[Werner, 2010].
-'De informatie van de hulpkaart is in
gegeneraliseerde vorm verwerkt in
andere kaarten: de bijbladen, nette- en
gemeenteplans'. Deze blijken juist niet
overal bewaard te zijn, en deze genera
lisaties geven bovendien geen indicatie
over de datum van
de transacties en
zeker ook geen
aanduiding van de
voorafgaande situ
atie zoals dat in de
hulpkaarten met
een stippellijn is aangegeven. De perio
den tussen twee opvolgende bijbladen
zijn veel te groot.
-'Tussen de hulpkaart en de leggers is
geen direct verband. De legger verwijst
naar de kadastrale aanduiding van de
percelen (sectie en perceelnummer)
maar niet naar de kadastrale kaarten'.
Wat een onzin! Het is juist de raadpleging
van de hulpkaart nadat de gegevens
uit de legger zijn geraadpleegd, die de
vraagstelling van de onderzoeker kan
beantwoorden.
Helaas blijkt uit de 'verdediging' van
Haubourdin in zijn artikel, dat hij nooit
ook maar enig kadastraal onderzoek heeft
verricht, anders zouden boude uitspraken,
zoals in het artikel geuit, niet zijn voorge
komen.
De reactie van Broos, in een kader naast
het artikel van Haubourdin geplaatst, te
dan ook een bevestiging van mijn ervarin
gen [Broos, 2010]. Zou er geen mogelijk
heid zijn, dat een aantal vrijwilligers, zoals
we die tegenwoordig in vele archieven
aantreffen, zich beschikbaar stelt om de
enorme klus van het herverdelen van
de originele, gescande hulpkaarten en
veldwerken, te organiseren? En als dan
alles toch onmogelijk bh]kt, zou het dan
geen oplossing zijn, als al het gescande
kaartmateriaal op DVD of andere dragers
vrij verkrijgbaar (tegen kostenvergoeding)
voor historisch onderzoek beschikbaar
zou worden gesteld?
NB: Dit artikel werd ontvangen voorde
publicatie van de bijdrage van R. van der
Schans in nummer 2010-5. Henk Derp kon
op die publicatie dus niet reageren. 9
M. Broos, kadertekst, Geo-info 4 (2070), p. 22.
- R.M. Haubourdin, Digitalisering kadastrale
leggers en butpkaanen 1832-7990: een bron van
zorg of hoop?, Geo-infb 4 (2010). p 20-22.
R. van der Schans, De ontsluiting van het
kadastrale vedeóen- een bron van zorg, Gec-
tnfo 5 2009p. t50-»52-
J. Wemer, Kaartencollectie Topografische
Dienst veiliggesteld, Geo-info 4 (scno), p. 18-tg.
lony Cragg (geboren op 9 april 1949) is een Britse beeld
houwer. Hij verliet Engeland in 1977 en verhuisde naar
Wuppertal (D), Terris Novalis in Consett is zijn enige grote
openbare kunstwerk in het Verenigd Koninkrijk. Het
bestaat uit twee vergrote roestvrijstalen instrumenten
(waterpasinstrument en theodoliet), waarvan de materie
het vroegere belang van staal voor de -stad moet enten
nen. Het kunstwerk, werd in tggr geplaatst angs c® Cs
to Coast of Sea van Sea Cyde. Raumtusser V--- -
Sunderland en dat ontging de redactie van Geodes.a.
Mn den Boer o.b.vwww.flickr.com en wikiBedia
18 Geo-Info 2010-9