Europese bijeenkomst van kadastrale landmeters
Verslag
Bijna 120 personen uit 29 landen waren aanwezig op de conferentie'Europese bijeenkomst van
kadastrale landmeters'op 6 en 7 mei in Boekarest. De conferentie was gecombineerd met aansluitend de
jaarvergadering van de CLGE (The Council of European Geodetic Surveyors). Namens Nederland waren
aanwezig Mark Wijngaarde vanuit Geo Informatie Nederland, Dorine Burmanje vanuit EuroGeographics en
ondergetekende vanuit het Kadaster.
Drie sessies over drie dagdelen
De eerste sessie had als titel'De kadastrale
landmeter, een hoeksteen van de maat
schappij'. Vanuit Frans filosofisch oogpunt
sprak Albert jacquard de vergadering toe.
Rudolf Kolbe uit Oostenrijk gaf aan dat de
gedragscode voor Europese landmeters de
basis is voor de Europese vastgoedmarkt.
Vanuit de CLGE is deze code opgesteld, De
code beschrijft wat Europese landmeters
doen en vanuit welke principes zij werken.
Denk daarbij aan onafhankelijkheid, profes
sionaliteit, eerlijkheid en integriteit. Zij
beseffen volgens spreker hun verantwoor
delijkheid voor de toekomstige generaties.
Dorine Burmanje gaf de voordelen aan van
harmonisatie van Europese Kadasters. Zij
had daarbij de pet op van president van
EuroGeographics. De wereld wordt kleiner
door digitale ontwikkelingen. De noodzaak
om Europees bezien meer uit te wisselen
groeit Ontwikkelingen die niet voorbij gaan
aan de landmeter.
Dag twee
Ik wil u een korte terugblik geven op de
conferentie. Voor de sheets van de gegeven
presentaties verwijs ik naar de website:
http://cecb2010.com/en/
Thematitel van de conferentie was: 'The
cadastral surveyor - paving the way to the
future'.
De openingstoespraak werd uitgesproken
doorStig Enemark, president van de FIG.
Hij ging in op evolutie wereldwijd van
kadastrale systemen en hoe de FIG daarop
inspeelt. Het gaat daarbij om mensen, poli
tici, plaatsen en macht, in het Engels de vier
P's. Zijn conclusie: landprofessionals spelen
een sleutelrol in de ontwikkeling van arme
landen en hun mensen. Vanuit die rol is het
boek Land Administration for Sustainable
Development uitgegeven.
Als laatste spreker in dit blok gaf Francis
Gabele uit België een aantal best practices
aan uit de wereld van het meten van inte-
rieuren van gebouwen. Persoonlijk vond
ik deze inleiding niet helemaal passend in
deze dagen.
De tweede sessie ging meer in op de rol die
kadastrale landmeters in hun land spelen.
VolkmarTeetzmann gaf aan hoe in Duits
land de beëdigde landmeters dat doen,
welke verantwoordelijkheid zij hebben
en waarop het publiek (de klanten) kan
rekenen.
Fridolin Wicki uit Zwitserland gaf de rol van
de landmeter met licentie weer. In zijn land
worden er eisen gesteld aan de landmeters.
Voldoen zij aan die eisen dan mogen zij de
kadastrale metingen uitvoeren. Zorgpunt
is wel dat de huidige leeftijdsopbouw meer
nieuwe instroom vereist. Waar heb ik dat
meer gehoord?
Branco Klekovic uit Kroatië sloot deze sessie
af. De landmeter in zijn land werkt snel en
garandeert de meting.
De laatste sessie op de eerste dag bestond
uit één spreker, Henning Elmstroem uit
Denemarken en een paneldiscussie. Elm
stroem gaf aan dat vanuit de CLGE gewerkt
is aan een Europees verdrag over hoe
landmeters moeten worden opgeleid en
welk kennisniveau ze moeten hebben. Dit
verdrag, opgemaakt in Rome, is bekend als
Artikel 45. Vanuit dit verdrag geeft spreker
aan hoe in Denemarken hiermee wordt
omgegaan. De discussie in Denemarken
was ontstaan over grensgeschillen en de rol
van de landmeter daarbij over de ligging
van de grens.
De tweede dag stond meer in het teken van
verschillende zaken in het thuisland.
Mihai Busuioc uit Roemenië opent de sessie
met aan te geven hoe de ontwikkelingen
zijn in zijn land. Wat digitalisering betekent
voor de landmeter, bij zijn metingen en bij
zijn verwerking daarvan in digitale bestan
den. En wat er allemaal nog gedaan moet
worden.
Valeriu Manolache ging hier aansluitend
verder op in. Hij is president van de Roe
meense bond van geprivatiseerde land
meter s. Dus bij had een duidelijke nvaning
dat de markt in het vorige verhaal ook veel
kan betekenen. Kortom, een discussie over
de Europese bühne tussen tegenstrijdige
meningen in een land. Gpzkh boeiend,
maar het levert minder een bijdrage aan de
inhoud van de conferentie. Uitdaging voor
Roemenië, en dat geldt ongetwijfeld voor
meer landen, is het ontbreken van oude,
analoge, data als gevolg van de herindelin
gen tussen de landen. Men mist gebieden
die in het aansluitende land wel voorhan
den zijn. Vraag was dan ook in de forumdis
cussie of Europa er op zou kunnen toezien
dat deze informatie wordt uitgewisseld?
Johan Neuner gaf aan hoe het zat met de
opleiding van de landmeters in Roemenië.
Ook hier is het een beroep dat niet veel
gekozen wordt.
De laatste sessie werd gevuki door Arturo
Angelim uit Italië en een forumdiscussie. We
kregen een goed beeld over de ontwik
kelingen van het Kadaster in Italië. Hoe zij
worstelen met gedigitaliseerde data vanuit
oude bronnen in nieuwe omgevingen.
Conclusie: een bijzonder congres in een
heel bijzondere omgeving, ik kreeg echter
geen totaalbeeld van Europa, maar wel van
enkele plekken daarin.
Klaas van der Hoek, redacteur
Geo-lnfo 2010-9 19