'Geo 2020': meer markt en minder overheid Verslag Themabijeenkomst GeoBusiness Nederland Dinsdag 22 juni organiseerde GeoBusiness Nederland (GBNL) de themabijeenkomst'Geo 2020'. Er kwamen tachtig man op af en het auditorium van Grontmij in Waddinxveen was er een fraaie gelegenheid voor. Bestuurslid Theo Thewessen schetste in zijn openingswoordje de aanleiding voor het onderwerp: "Toen geo 25 jaar geleden ontstond was het vooral een technische aangelegenheid, maar nu is het ingebed in de maatschappij."Zodoende rees de vraag welke stappen de bedrijven nu zouden moeten zetten. (Zijn leeftijdstaxatie van het begrip geo spoorde trouwens wel verdacht goed met de ouderdom van het jubilerende bedrijf Geodan, AdB.) Ed Nijpels sprak over'Krimpende overheid: kans of bedreiging voor de geosector?' Hij deed dat meer vanuit zijn vorige functies dan als GBNL-voorzitter, maar zijn liberale verhaal werd wel neutraal gepositioneerd. Veranderen bij de overheid kost meer tijd dan bij bedrijven en dat komt volgens Nijpels vanwege de processen daar en het fenomeen van verkiezingen. Dat de Tweede Kamer net voor de helft van kleur was verschoten zag hij als illustratie van instabiliteit. De politieke versnippering en de vertraging daardoor werden volgens hem groter en hij voorspelde toen een maandenlang durende kabinetsformatie. Nijpels memoreerde dat bijna een miljoen mensen bij de Nederlandse overheden 'dagelijks doen en weten wat goed voor ons is'. Hij vond het overheidspersoneels beleid heel ingewikkeld en bestreed dat er één overheid zou zijn. Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen bestrijden elkaar ook. "Als Thorbecke nu geleefd zou hebben zou hij zijn huis anders hebben ingericht", zo wist de liberaal. Ook provin cies hebben een open huishouding en mogen alles doen/bijvoorbeeld boeiende hobby's als provinciaal armoedebeleid en ontwikkelingssamenwerking'. Hij kon zich voorstellen dat provincies een gesloten huishouding zouden krijgen met dan als toegift de waterschapstaken na de door vele partijen gewenste opheffing van die overheden. Als belangrijkste reden voor het waarom van de krimp zag hij de teleurstellende ervaringen Fig. 1. Ed Nijpels: vrije sociale markteconomie is blijvend. GBNL-leden voor overheden is, 41% voor andere bedrijven en 5% voor de consu menten. Dat bij krimp van overheden taken naar het bedrijfsleven zullen gaan en 'als manna uit de hemel komen vallen' leek hem goed, maar gevaarlijk om je er blind op te staren. Hij suggereerde liever een grotere groei naar andere bedrijven en zeker naar de consument. In het vragenrondje dacht iemand nog kansen te zien als waterschappen naar de provincies zouden gaan, maar de markt verandert natuurlijk niet wanneer een uitvoerings apparaat anders wordt bestuurd. Alle lof met de Oost-Europese heilsstaten. De 'vrije sociale markteconomie'is en blijft nu de dominante stroming, zo wist hij. "Kijk naar Wim Kok, die zijn ideologische veren afschudde", zo verduidelijkte hij de vermarkting verder. Bij de krimp moesten ook de 220 ZBO's worden bekeken en Nij pels noemde hier als enige natuurlijk het Kadaster. ("Bij de formatie zou je kunnen zeggen: we verkopen het Kadaster", zo zou hij er in het vragenrondje als suggestie aan toevoegen.) Inzoomend op de sector memoreerde hij ten slotte dat 54% van het werk van 20 Geo-lnfo 2010-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 22