MoMA in space Column Arnold Bregt Een kleine gedrongen man van ongeveer 40 jaar schudt een doos met kleine croissants leeg in een plastic bak. Vervolgens loopt hij snel naar de afvalcontainer om een volle zak afval dicht te binden. De man runt in z'n eentje het ontbijt van een mid delgroot Best Western hotel in New York waar wij op dit moment te gast zijn. Hij kan dat alleen doen door maximaal van weg- werpbestek, -bordjes en -bekers gebruik te maken. Nadat wij ook onze ontbijtresten in de afvalcontainer hebben gedeponeerd vertrokken we met metro F naar de 57th Street. Het is bloedheet in het metrostation en op de vloer ligt een vettige laag stof. Na een korte rit komen we weer boven de grond. Wat onwennig kijk ik om me heen en probeer uit alle macht mijn positie te bepalen. Mijn ruimtelijke hulpeloosheid was ook een Amerikaan opgeval len. "Can I help you?", vroeg hij vriendelijk. Ik vertelde hem dat we naar het Museum of Modern Art wilde. "Oh that is just a few blocks", en hij wees ons de weg. En inderdaad na een 'few blocks' stonden we voor MoMA. MoMA is het museum voor moderne kunst in New York en internationaal zeer toonaangevend. Na het kopen van de entreekaartjes lopen we de ruime hal in. In de eer ste zaal aan de rechterkant van de hal was net een nieuwe expo sitie geopend. Nieuwsgierig en verwachtingsvol lopen wede functionele tentoonstellingsruimte in die zo kenmerkend is voor musea. Muren van gebroken wit en gedempt zacht licht. Mijn oog viel op de openingszinnen van de tentoonstel ling; "What is the space? Who are the owners of the space? What hap pens in the space?" Een tentoonstelling over ruimte in het MoMA! als geo-informatiekundige een buitenkans. Met nog meer dan normale museumbelangstelling loop ik door de zalen heen. Ik verwacht een stevige dosis geo-informatie op een kunstzinnige manier verwerkt of vormgegeven. Al snel blijkt dat de interpre tatie van de tentoonstellingsamenstellers van het begrip'ruimte' een stuk ruimer te zijn dan mijn eigen geo-informatieblik. Veel doeken en objecten behandelen de ruimte op een vervreem dende wijze. Een kunstenaar plaatste bijvoorbeeld vreemde objecten in een normale ruimte en bestudeerde vervolgens de invloed hiervan op mensen. Sommige normale objecten, zoals een deel van een oud huis, werken in de museale ruimte juist vervreemdend. Kortom de ruimte op veel verschillende manie ren verbeeld, maar nog geen geo-informatie. Uiteindelijk bleek in de gehele tentoonstelling er één object te zijn waar geo-infor matie een prominente rol speelt. Een kunstwerk uit 1970 van de in Suriname geboren Nederlander Stanley Brown. Het werk heeft als titel 'Steps'en bestaat uit vier detailkaarten van Amsterdam van de Dienst der Publieke Werken. Op deze vier kaarten heeft hij met rode en groene viltstift tram- en buslijnen aangegeven. De lijnen liepen van de kaart af. Ook hier weer een voorbeeld van de interactie van de mens en de ruimte. Maar in dit ene geval met onze abstracte geo-informatieruimte. Het enige voorbeeld op de totale tentoonstelling van ruim honderd werken! Waarom vertel ik dit verhaal? Een algemene opvatting is dat kunst de maatschappij een spiegel voorhoudt, mensen prikkelt of soms irriteert. Bij mij werkte de tentoonstelling vooral als spiegel voor ons eigen geo-informatievakgebied. Niet zozeer door wat er getoond werd, maar vooral door wat er niet getoond werd. Geo-informatie speelt buiten onze eigen sector geen grote rol in de beeldvorming en beleving van mensen en zelfs bij het onderwerp 'ruimte' moeten we zwaar concurreren om aandacht. Dat komt omdat wij vanuit ons vakgebied een abstracte beschrij ving van de ruimte leveren. Deze beschrijving wordt vooral begrepen door vakgenoten, maar communiceert zeer lastig naar de buitenwereld. In een recente column in Geo-Info beschreef Kees de Zeeuw dit ook weer eens zeer plastisch toen hij met zijn zoon naar Delft reed. Wat kunnen we hier aan doen? Ik denk niet veel. Alle communicatiepogingen van de afgelopen jaren om het domein geo-informatie wat duidelijker onder de aandacht te brengen van het grote publiek hebben weinig opgeleverd. Ik denk dat we moeten accepteren dan we met ons vakgebied een zeer belangrijke rol vervullen bij het functioneren van allerlei ruimtelijke processen in de samenleving, maar dat deze rol niet als zodanig wordt herkend door het brede publiek. De kleine gedrongen man in het Best Western hotel zal bij het afvoeren van zijn berg ontbijtafval niet direct denken aan de rol die geo-informatie speelt bij de ondersteuning van het afval- transport Dat is geen probleem, f Arnold Bregt, Hoogleraar Geo-informatiekunde, Wageningen Universiteit (Centrum Geo-informatie) amold.bregt@wur.nl Geo-Info 2010-9 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 25