Analyse datamodel en bestandsinhoud Kadaster-specificaties BRT Analyse van TOP10NL Wensen/eisen Utrechtse gebruikers Geometrische kwaliteit Met ArcGIS gebruiken gemeente Utrecht en Kadaster hetzelfde datamodel Keuze ICT-tools datamodel en geselecteerde ICT-tools en welke informatiebronnen kunnen gebruikt worden? hoe dient de bijhoudings- en beheer taak organisatorisch ingebed te worden? wat zijn de kosten van de initiële inrichting van het nieuwe productie proces en van de jaarlijkse bijhouding? Om meer inzicht te krijgen in en begrip van de structuur en opbouw van het datamo del is een aantal acties uitgevoerd: catalogus en verkenningsregels van de BRT bestudeerd; bezoeken gebracht aan de afdelingen van de gemeenten Rotterdam en Amsterdam om ervaringen te verne men met het datamodel; laatste versie TOPioNL-bestanden van Utrecht opgevraagd bij het Kadaster en uitgebreide analyse uitgevoerd van de opbouw en toepassing van de verkennings- en generalisatieregels; diverse medewerkers van diensten van de gemeente Utrecht gesproken om extra wensen/eisen te vernemen ten aanzien van de kwaliteit, inhoud en structuur van het toekomstige basisbestand Kleinschalige Topografie (TOPioNL-Utrecht); relaties met andere basisregistraties en informatiemodel IMGeo beoordeeld en gekeken of dit tot extra randvoor waarden/afhankelijkheden leidt. Voor de medewerkers van Rl is er een groot verschil tussen de specificaties van de DKTB en die van TOP10NL. TOP10NL kent een objectgerichte structuur en met name de wegdelen zijn opgedeeld in zeer veel aparte vlakken met multi- classificaties en hebben hartlijnen (fig. 3). Verder isTOPioNL veel uitgebreider en gedetailleerder met zeer veel verschil lende attribuutwaarden. Bij de analyse is naar een aantal aspecten gekeken: op welke wijze is de werkelijkheid 'vertaald' in het datamodei van TOP10NL en is dit te verklaren op basis van de diverse specificaties en *Kada. Fig. 3. Wegdelen met vlakken en hartlijnen in TOP10NL. voorschriften? welke elementen komen voor en is dit in overeenstemming met de specificaties? uit welke bron kan de (mutatie-) informatie verkregen worden om het geo-object met de bijbehorende attribuutwaarden bij te houden? wat is de geometrische kwaliteit van TOP10NL in vergelijking met DKTB en BAG? Uit de gesprekken met de medewerkers van de diverse diensten is een aantal wensen naar voren gekomen dat verder gaat dan de huidige inhoud en kwaliteit (actualiteit) vanTOPioNL, Aan een aantal wensen op het gebied van inhoud kan een voudig tegemoet gekomen worden omdat deze standaard inTOPioNLzijn opgeno men en niet in DKTB voorkwamen. Het wel of niet opnemen van gewenste extra objecten hangt af van het feit of er een betrouwbare bron binnen de gemeente kan worden gevonden waarmee de bijhouding gegarandeerd kan worden, of dat vanuit de GKU of luchtfoto's de mutaties kunnen worden opgespoord. Daarnaast spelen de kosten van bijhouden van dit soort extra attribuutwaarden ook een rol in het al dan niet opnemen in de Utrechtse pluslaag van TOPioNL. Om meer inzicht te krijgen in de geo metrische kwaliteit van TQP10NL is een vergelijking gemaakt tussen de geometrie van panden en ver- blijfsobjecten uit DKTB en BAG met TopioNL. Er is een duidelijk verschil geconstateerd tussen de ligging/ geometrie van de objecten uit de verschillende bron nen. Het verschil tussen TOPioNL en BAG-panden (feitelijk GKU-geometrie) loopt soms zelfs op tot zes meter (fig. 4). De verschillen zijn constant noch homo geen en te verklaren door een moeizame identificatie van de pandcontouren op de luchtfoto's bij het bijwerken van TOPioNL. De gebruikte fotoschaal en de omval ling in de foto zijn hier debet aan. Bij het overnemen van TOPioNL als basis voor de DKTB in Utrecht zal er dus een verbeter slag nodig zijn van de geometrie van de pandcontouren inTOPioNL. Een uitdruk kelijke wens is om de adrespunten van verblijfsobjecten uit de BAG binnen het pandcontour in TOP10NL te laten vallen. Aangezien de DKTB alleen gesloten vlakken heeft en geen objectgerichte structuur kent, heeft de introductie van TOPioNL ook gevolgen voor de te gebruiken ICT-tools. Om het bestand te kunnen bijhouden of muteren zal dit met een GIS-pakket gedaan moeten worden dat met objecten overweg kan. Het standaard tekenpakket Microsta tion ondersteund door Omega is hiervoor niet meer geschikt. Een aantal GIS-pakketten is daartoe met elkaar vergeleken en ook is navraag gedaan naar de ervaringen bij andere gemeenten. Uiteindelijk is als meest praktische keuze tot het gebruik van ArcGIS besloten, ook omdat het Kadaster de editor voor TOPioNL gebaseerd op ArcGIS als freeware beschikbaar stelt. Een belangrijke overweging hierbij was ook het werken met hetzelfde datamodel als het Kadaster waardoor geen conversies nodig zijn. 26 Geo-lnfo 2010-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 28