Hoogeveen en India
van duinvegetatie op Terschelling is een
tweede voorbeeld, maar ook de informa
tie over het voorkómen van droogte en
het ontstaan van overstromingsrisico's en
gewasschade is een product dat NEO blijkt
te leveren.
Een andere inputbron is de laseraltime-
trie van het AHN. "Wij doen de controles
voor AHN2-projecten. Er zijn klanten die
dat, als dat voor een gebied beschikbaar
komt, ook willen benutten voor mutatie-
detectie", aldus Beck. Is er in zo'n geval
feitelijk sprake van meervoudig gebruik
van bijhoudingsdata, dat blijft toch vrij
uniek. Zelfwas hij penvoerder voor het
RGI -project 027 Mutatis Mutandis om dat
te veranderen. "Binnen een gemeente is
het gemakkelijk, maar tussen organisaties
gaat het moeilijker. Nu zeggen we tegen
klanten dat de eigendom van mutatie
signalen bij ons blijft voor eventuele
andere partijen. Meervoudig gebruik
komt weieens voor, maar niet op een
schaal als we hoopten", aldus Beek. Toch
lijkt dat voor bedrijven soms ook werk
op te leveren. Voor het Nationaal Wegen
Bestand van Rijkswaterstaat signaleerde
NEO bijvoorbeeld in opdracht alle
nieuwe, door overheden aangelegde en
dus bekende rotondes. Voor Apeldoorn
werden zonnepanelen op private daken
geïnventariseerd en dat ligt anders. Als
NEO bij natuurgebieden veranderingen
signaleert blijken die bijna altijd te
komen door beheersmaatregelen en is
de documentatie daarvan alleen goed bij
uitbesteden daarvan. "Een opkomende tak
van sport is bomen tellen. Een gemeente
zegt:'We hebben 75.000 bomen volgens
ons register', maar in het algemeen klop
pen die gegevens voor 30 procent niet. Ze
leunen er kennelijk niet zwaar op, maar als
ze dat wel gaan willen, dan deugt het niet."
"In dit tijdvak wordt zeer veel bestaande
informatie voor het eerst als geo-infor-
matie gebruikt in allerlei beheerstoepas-
singen. Wanneer dat voor de eerste keer
gebeurt, worden ook de onvolkomenhe
den aan de geokant van die informatie
duidelijk. Het is nooit volledig genoeg,
maar ook geometrie en topologie zijn
vaak onvoldoende. Aan de andere kant is
dit ook de tijd dat lucht- en ruimtevaart
opnamen infrastructuur zijn in Nederland.
Wat ze bij een gemeente wel zeggen is:
'Een gebouw is een bouwvergunning,
een Woz-object, enzovoorts. Voordat de
koppelingen goed zijn is het vaak een
hele slag. NEO legt die koppelingen met
de formele informatie die ze al hebben
en daarnaast met wat ze nog niet weten.
Mutatiesignalering is puur kwaliteitsbe
heersing en dat is voor een bedrijf mooier
dan het signaleren van veranderingen
sec" aldus Beek. Beeldanalyse kent prin
cipieel gezien twee poten: valideren van
objecten en zoeken naar nieuwe objecten.
Automatisering daarin heeft volgens de
NEO'ers alleen maar zin als dat ineens
voor 85 procent goed zou gaan, pakweg
bij slootherkenning in Friesland, Nu wordt
wat men noemt incrementeel gewerkt en
is automatisering 'een beeldanalist die een
computer gebruikt'. Eens moet dat beter
lukken en een databank om voorkennis
te gaan gebruiken wordt bij NEO aange
legd. (Uiteraard een databank met eigen
signaleringspunten en attributen, niet met
beelden van anderen.) Mutatiesignalering
en eventueel opvolgende kartering zijn
twee dingen. Het'zoek de verschillen'zou
in het mensenhoofd zwaarder zijn en dat
doen parttimers.
Ook bij LNV geldt dat veel bestaande
registraties nu pas voor het eerst als
geo-informatie worden gebruikt. Dan
blijkt bijvoorbeeld hoe ingewikkeld het
is om het land waar een paard loopt te
vinden via de adressen van eigenaar,
managehouder, enz. Een luchtfoto kan
dan weer helpen omdat paarden het land
anders afgrazen dan koeien en schapen...
Marcel Hazekamp is een van een de zeven
analisten die in deze periode druk bezig is
met de analyse van landbouwpercelen.
Voor sommige NEO-klanten is de sloot-
informatie van de GBKN onvolledig en
onvoldoende actueel. "Zodoende maken
we ook slotenkaarten voor waterschap
pen. In Schieland legden we eens de
kadastrale kaart over de sloten: de hartlijn
lag voor 30 procent op het land", zo illus
treert Beek nog.
Irene Hoogeveen betitelt zichzelf beschei
den als'tussenstap in opdrachten! Zij houdt
zich met name bezig met de kwaliteitscon
trole van de outsourcing van het voorwerk
voor mutatiesignalering in India. Irene:
"De projectleiders sturen hun voorwerk
op en later krijgen we dat dus terug. Het is
werk dat we vroeger hier zelf deden. Ik doe
steekproefsgewijs de controle, 95 procent
van de vereiste objecten moet gesigna
leerd zijn, en ik geef ze dan feedback.
Meestal gaat alles goed, maar soms moeten
ze het verbeteren, voordat de interpreteurs
er hier mee verder gaan. Die geven thema's
aan, zoals voorde BAG-gebouwen of voor
waterschapsitems. Dat doen we hier dus
zelf, anders zou het te ingewikkeld worden
voordaar. Het Indiaas bedrijf waar we mee
werken, is een goede partij en het wordt
steeds beter. Een deel van de innovatie
Remko de Lange bij de aftrap van een controleronde van AHN 2.
oritrq
Geo-lnfo 2010-9 29