De BGT kleurt de organisatie
de komende tijd Oranje
Verslag
GIN Oost 26 mei 2010 Zwolle
Met een hartelijk welkomstwoord voor de aanwezigen opende Peter van Capelleveen van de gemeente
Zwolle deze goed bezochte en zeer interessante GIN Oost regiobijeenkomst, ledereen was er. Tenminste,
de grootste zaal in het Zwolse Stadskantoor zat goed vol. Ruim 120 aanmeldingen voor deze thema
informatiemiddag met interessante lezingen rondom de BGT. Je merkt dat dit leeft onder de bezoekers.
Naast de lezingen voldoende tijd om te netwerken en nieuwe kennissen in het vakgebied te ontmoeten.
Niet alle aanwezigen zijn GIN-lid (of moe
ten we nu zeggen waren geen GIN-lid)
want de oproep van Peter was duidelijk.'Je
bent van harte welkom, en om de kosten
hoefje het niet te laten'. Een korte en
krachtige reclameboodschap om vanmid
dag vooral toch lid te worden van onze
vereniging. De inschrijfkaarten konden
per ommegaande ingevuld en overhan
digd worden.
Na een toelichting op het programma
met lezingen en workshops kon de eerste
presentatie voor de gehele groep van start
gaan. Daarna konden de aanwezigen hun
keuze maken voor twee lezingen in de
kleinere zaaltjes.
Aralt Brilman van de gemeente Almere gaf
met behulp van duidelijk ondersteunend
beeldmateriaal ('Almere, almaar mooier')
aan wat de stand van zaken is met betrek
king tot grootschalige topografische
bestanden in zijn gemeente. Deze relatief
jonge stad (1976) is inmiddels uitgeroeid
tot een inwoneraantal van circa 188.000 en
mikt op een verdubbeling van dit aantal
in 2030.
Om de processen van een stad met
een dusdanig sterke dynamiek en dito
groeistuipen in goede banen te leiden is
goede geo-informatie onontbeerlijk. Nu
is de situatie in Almere deels onvergelijk
baar met vele gemeenten op 'het oude
land'. Almere verkeerde in de gelukkige
omstandigheid dat zij, doorbouwend
op de goede basis die daarvoor in begin
jaren 80 is gelegd, al vroegtijdig (1984)
kon beschikken over een objectgerichte
grootschalige topografie. Beheerd in MGE-
gegevensmodel en op termijn volledig in
Aralt Brilman (gemeente Almere): "Goede geo-informatie onontbeerlijk voor gemeentelijke processen".
Oracle Spatial. Wel in een eigen informa
tiemodel en nog niet opgelijnd aan de
BGT-standaard, maar een solide basis is
hiermee wel gelegd.
Het beheer van deze geo-informatie is
materiegericht en niet functiegericht.
Brilman beheert de materie in al haar
verscheidenheid als een aaneengeregen
gemeentedekkende lappendeken van ver
schillende materialen. Zijn collega's, belast
met het beheer, koppelen hieraan met
behulp van het kenpunt per vlak, de rele
vante functionele gegevens. Vastgelegd
wordt wat het is en hieraan gekoppeld de
functie, jaar van aanleg, materiaalspecifï-
caties, onderhoudstermijnen enz.
Er is een duidelijke scheiding tussen de
groene, grijze en blauwe disciplines. Voor
het op orde houden van juistheid en actu
aliteit zijn hiervoor specifieke vlakonder-
scheidende coderingen bepaald. Ook nog
niet gerealiseerde objecten (plantopogra-
fie) maken onderdeel uit van de gebieds-
dekkende grootschalige topografie van de
stad Almere.
Van de werkelijkheid die buiten zichtbaar
is wordt het lijnenbeeld gemeten. Hiervan
worden vlakken gevormd, per vlak een
kenpunt geplaatst. Hieraan kan metadata
worden opgehangen.
Voor de beheerders van de openbare
ruimte is het van belang over een zekere
mate van detaillering te kunnen beschik
ken. Op basis van het afgesproken detail
niveau bouwt de afdeling geo-informatie
haar bestanden op en ook mutaties hierop
worden bij de bron objectgericht inge
wonnen. Over de inmiddels bestaande
dataset van BAG-panden bestaat de wens
deze integraal onderdeel uit te laten
Geo-lnfo 2010-9 7