Durf te vragen...
Column Theo Overduin
Prins van Oranje opent
12 oktober 2010 bezoekers
centrum NAP
De tijd en de maatschappij waarin we leven kenmerkt zich door
een grote mate van dynamiek. De hoeveelheid (geo-)informatie
neemt sterk toe. Het aantal communicatiemiddelen en -kanalen
idem dito. En ook het aantal projecten en programma's waarin
(geo-)informatie een belangrijke rol speelt groeit met de dag. Op
zich natuurlijk een fantastische en een boeiende ontwikkeling.
En tegelijk ook een bevestiging van de vitaliteit en van de groei
kracht van onze sector. Zelfs in tijden van recessie en van krimp
blijkt de geo-sector in ons land niet van zijn stuk te brengen. Ook
in 2009 groeide de sector met maar liefst 8%.
Nu heeft zo'n grote dynamiek natuurlijk ook wel een kleine
schaduwzijde. Watje ziet, is dat partijen die iets nieuws willen
beginnen, kopschuw worden. Zou ons fantastische idee over
een nieuwe (geo-)toepassing niet al ergens anders zijn uitge
probeerd? Gaan we niet een bestaand wiel opnieuw uitvinden?
Smijten we geen grote hoeveelheden belastinggeld over de
balk? En hoe kunnen we erachter komen wat er allemaal al
gaande is om ons heen? Zien we door de bomen het bos nog
wel? En hoe zit het dan met de samenhang der dingen? Is er
überhaupt wel sprake van afstemming en van regie? En zolang
we dat allemaal niet of niet zeker genoeg weten, doen we bij
voorkeur nog maar even niks. Iets niet doen lijkt vaak - zeker in
overheidskringen - veiliger dan wel je nek uitsteken, lef tonen,
geloven in en uitgaan van je eigen kracht en van de kracht van
een goed idee. Nee, dan maar liever even achterover leunen.
Veilig wegkruipen in het grote (geo-)bos, waarin elk project zijn
eigen boompje vormt. Jan Terlouw had destijds in 1996 gelijk
toen hij in zijn functie als Commissaris van de Koningin in de
provincie Gelderland een presentatie hield tijdens het door deze
provincie (met veel lef) georganiseerde tweedaagse GIS-congres
in Nijmegen. Zijn stelling was: de beste manier om een boom te
verbergen is in een bos.
De keuze die voorligt, is duidelijk. Spelen we, gemakshalve,
op safe en wachten we maar even af of volgen we ons hart en
durven we het aan om voluit te gaan voor nieuwe initiatieven,
nieuwe toepassingen, nieuwe mogelijkheden, optimaal benut
ten van de grote potenties die geo-informatie ons biedt? Ik pleit
voluit voor het laatste. Maar ik teken daarbij wel aan dat dat
ons geen vrijbrief verschaft om maar als een kip zonder kop en
zonder goed om ons heen te kijken aan de slag te gaan. Natuur
lijk, alle ruimte voor enthousiasme en voor bevlogenheid. Maar
tegelijk ook, juist in tijden van schaarste en van een volstrekt
doorgeschoten hang naar business cases, uitgebreide planning-,
control- en verantwoordingssystemen, alle ruimte voor een
grondige verkenning vooraf van alles wat er (direct) om je heen
gebeurt. Kijk goed om je heen en maak vooraf voor jezelf een
helder beeld: wie is waar mee bezig? Met wie kan ik gaan samen
werken? Welke ervaringen zijn al opgedaan? Welke valkuilen zijn
al bekend omdat anderen daar al in gevallen zijn?
Kortom, blijf voluit je hart volgen, maar gebruik daarnaast ten
volle je verstand. Zo moeilijk hoeft dat toch niet te zijn?
Rest ons nog maar een vraag. Hoe kom je erachter wat er
allemaal om je heen gaande is? Ook dit antwoord is betrekkelijk
simpel. Maak je plan of je idee of je goede voornemen breed
bekend. Durf je kwetsbaar op te stellen en vooral: DURF TE VRA
GEN. Het lijkt een enorme open deur, maar het tegendeel blijkt
het geval. Probeer het maar eens uit. En je zult versteld staan van
de vele goede antwoorden die voor het oprapen liggen en die
direct binnen je bereik komen als je het aandurft om je vragend
op te stellen. Durven te vragen vergt datje even een drempeltje
over gaat, maar vervolgens zul je ontdekken dat er een hele
nieuwe wereld voor je opengaat. Zeker als je daar ook weer de
moderne (digitale) communicatiemiddelen en sociale netwerken
voor inschakelt. Laat je verrassen door de'wisdom of the crowd'.
Meer weten over het'durf te vragen'-concept? Ga eens kijken op
www.durftevragen.com. Ik garandeer je datje daar geen spijt
van krijgt. All the best! f
Theo Overduin,
programmamanager kennis,
stichting Geonovum
Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje verricht
dinsdag 12 oktober de officiële opening van het bezoekers
centrum bij het monument van het Normaal Amsterdams
Peil (NAP) in de Binnenstraat van het stadhuis in Amsterdam.
In het bezoekerscentrum is een tentoonstelling ingericht
voor een breed, vooral toeristisch publiek. Daarnaast is er
een drietal educatieve programma's voor het onderwijs.
Het NAP is als referentievlak voor het "nuf niveau" van funda
mentele maatschappelijke betekenis. Het is onmisbaar bij het
ontwerpen en uitvoeren van infrastructurele werken, zoals
de aanleg van wegen, dijken en waterlopen en het bouwen
van bruggen, tunnels en viaducten. Ook voor het waterbe
heer is het van essentieel belang. Zonder een referentievlak
als het NAP zou het niet mogelijk zijn de waterhoogten in de
polders, van de zee en de rivieren te meten en de hoogten
van dijken en de diepte van watergeulen vast te stellen.
Bron: www.koninklijkhuis.nl
Geo-lnfo 2010-10 15