Hoe het kon dat de ambulance verdwaalde
werd in het Crowne Plaza hotel in Den
Haag was uitstekend georganiseerd en
georchestreerd.
De 30 deelnemers (België 1, Bulgarije 1,
China 1, Groot-Brittannië 1, Hongarije 1,
Japan 2, Nederland 2, Oostenrijk 3, Slove
nië 2, USA 1, Zuid-Afrika 1 en Zuid-Korea
14) brachten 22 papers, en wat vooral
veel indruk maakte was de paper van Erik
Franckx uit Brussel over de naamgeving
van maritieme objecten gezien vanuit
het oogpunt van de internationale
rechtspraak. Hij gaf aan hoe bijvoorbeeld
het Internationaal Gerechtshof in Den
Haag alleen bepaalde conflicten kan
beslechten als alle partijen het daartoe
het recht geven. Dat gebeurt bijvoor
beeld nu in het conflict tussen Macedo
nië en Griekenland over de naam van de
eerste staat. Er blijkt bij de zaken die daar
spelen ook dat in verschillende delen van
de wereld op verschillende manier op
namen wordt gereageerd. China bijvoor
beeld meent rechten te kunnen ontlenen
aan het feit dat de Zuid-Chinese Zee zo
heet. Vanwege die naam claimt China
de soevereiniteit over het gebied. Dat is
dan tevens een reden voor de Koreaanse
strijd tegen het alleen gebruiken van de
naam Zee van Japan of Japanse Zee.
Een Amerikaanse deelnemer had
een samenzweringstheorie dat de
Amerikanen in 1945 de naam Japanse Zee
geaccepteerd zouden hebben om Japan
als bondgenoot tegen de Sovjets te krij
gen. En de Japanners hadden een goed
onderbouwd verhaal waaruit bleek dat
de naam Japanse Zee hen eigenlijk opge
drongen was door de Westerse landen
die de naam algemeen gebruikten vanaf
de tweede helft van de 19e eeuw, toen ze
zelf nog de naam Noordelijke Zee of Zee
van Choson hanteerden. Maar dat kwam
ze eigenlijk goed uit toen Japan zelf op
de expansietoer ging en zich als koloniale
mogendheid gedragen ging.
Een andere bijzondere bijdrage was
van de Chinees Cheng Long, die het
werk van de i9e eeuwse onderzoeker
Yuan Wei (1794-1857) had onderzocht,
die voordat Rusland zich deels daarvan
meester maakte in 1858 het gebied ten
zuiden van de Amoer, waar de Mandsjoes
vandaan kwamen, bereisde en beschreef.
(En daarbij tevens rapporteerde welke
naam de inwoners van dit kustgebied
voor de aangrenzende zee gebruikten.)
Andere bijdragen bespraken repercussies
van internationale regelingen voor de
naamgeving. Uit de historische bijdragen
bleek dat Japan pas na het opkomen van
het Japanse expansionisme eind i9e eeuw
overging tot het gebruiken van de naam
Japanse Zee, op een moment dat die naam
al lang gangbaar was in Europese atlassen.
Tenslotte werden de verschillende
scenario's behandeld om hetzij Japan
zover te krijgen dat het met een dub
bele naam voor deze zee (Japanse Zee/
Oostelijke Zee) in zou stemmen, hetzij
internationale organisaties zoals de
International Hydrographic Organization
te overtuigen van het recht van elk land
om zijn eigen namen te gebruiken, ook
in internationaal verband. Een van de
argumenten voor het overnemen van
de naam Oostelijke Zee is het ononder
broken gebruik van die naam door de
Koreanen gedurende de laatste 2000 jaar,
in tegenstelling tot het pas 100-jarige
gebruik van de naam Japanse Zee door
de Japanners. In 2012 zal de tiende
conferentie van de Verenigde Naties voor
de Standaardisering van Geografische
Namen plaatshebben in New York, en
daar zal men ongetwijfeld weer op deze
zaak terugkomen. Geografische namen
blijven een geweldige impact hebben:
de Britse deelnemer Paul Woodman
(de voormalige secretaris van de Britse
Permanent Commission on Geographical
Names), stelde: "Geographical names are
part of a country's heart and soul."
Ferjan Ormeling
Na tien maanden komt er eindelijk duidelijkheid over hoe het kon dat de ambulance op 13 augustus 2009 verdwaalde op weg
naar de Kraakweg, waar een 60-jarige Puttenaar een hartinfarct had gekregen. De ambulance kwam te laat, de man overleed.
2 juni 2010 om precies te zijn gaf het
college voor de commissie voor Middelen
en de pers een schriftelijke uiteenzet
ting over de'Gang van zaken Kraakweg.'
Volgens het college is uit een uitvoerig
en tijdrovend onderzoek naar voren
gekomen'dat de hulpverleningsdiensten
werken met een navigatiesysteem, geba
seerd op het Nationaal Locatie Bestand
(NLB). Dit NLB wordt gevoed door het
Nationaal Wegen Bestand (NWB) van
Rijkswaterstaat. De input van het NWB
komt van informatie van gemeenten, de
Centris Postcodetabel, ACN en andere
bronnen. Als controlemiddel wordt de
Grootschalige BasisKaart Nederland
(GBKN) gebruikt.'
Uit de uiteenzetting van het college
blijkt dat de gemeente een uitgebreid
onderzoek heeft gedaan naar aan welke
instanties zij gegevens verstrekt en waar
dit kan worden verbeterd, Duidelijk wordt
dat het richting Rijkswaterstaat beter
gekund had:"De Nederlandse gemeen
ten hebben een herenakkoord met Rijks
waterstaat, op grond waarvan eikaars
gegevens mogen worden gebruikt-
die gegevens moeten dan wel worden
aangeleverd; er bestaat echter geen
verplichting toe. Bij meer dan de helft van
de Nederlandse gemeenten - waaronder
Putten - blijkt die informatie niet naad
loos te zijn verzonden. Bij Rijkswaterstaat
wordt dan ook niet bewaakt dat een
gemeente geruime tijd geen informatie
aanlevert. Via Openbare Werken heb
ben wij inmiddels de actuele informatie
aangeleverd aan Rijkswaterstaat."(...)
Bron: De Puttenaer15 juni 2010
Geo-lnfo 2010-10 25