Batterijen van de Veldartillerie Het kompasrichttoestei bij de Landmeten en landmeters speelden ook een rol bij deTerreinmeetdienstvan de Artillerie. Goede instrumenten waren van levensbelang. In deze bijdrage aandacht voor het fenomeen van het kompasrichttoestei in ruimer verband van geschut en instrumenten. i Voorgeschiedenis richtmiddelen tot de Eerste Wereldoorlog Dit artikel was aanvankelijk geschreven voor het tijdschrift De Hollandse Cirkel. In goed overleg met de redactie daarvan is besloten tot plaatsing in Geo-lnfo met respecteren van het systeem met eindnoten. Ing. Martien van Zoeren In het jaar 1958 werd ik opgeroepen om mijn militaire dienstplicht bij de veldartil lerie te vervullen. Bij mijn werkzaamheden voor de Batterij Terreinmeetdienst (TMD) maakte ik kennis met het kompasricht toestel (KRT). Het KRT werd gebruikt voor de richtingsmeting, die tezamen met de lengtemeting gegevens aan moest dragen om de coördinaten van het nulpunt te kunnen berekenen. De baak van het nulpunt bevond zich direct achter de batterij, bestaande uit vier houwitsers met het kaliber van 155 mm, die in zigzagvorm stonden opgesteld; 155 mm is de inwen dige diameter van de loop. Na de meting werd vanaf het nulpunt de hoofdrichting naar het doel aangegeven, de kaarthoek genaamd, waarmee de richters in staat waren hun vuurmonden met behulp van opzetrichtkijkers in stelling te brengen.1 We zijn nu een halve eeuw verder en wat mij nog rest zijn een paar spelden en een goede herinnering aan het KRT. Kort geleden kon ik een modernere versie van het toestel aanschaffen, waarmee ik u, in het ruimer verband van geschut en instrumenten, wil laten kennismaken. Fig. 7. Het kanonnierskwadrant van Niccolö Fontana Tartaglia. De eerste schriftelijke vermelding van een vuurmond, middeleeuws een bombarde of donderbus genoemd, stamt uit 1313 en al rond 1400 werden ze in heel Europa geproduceerd.2 Ze werden ingezet bij belegeringen van steden en versterkin gen, met name om de muren en wallen te ondermijnen De lading bestond uit ronde kogels uit steen gehakt. Later werden metalen kogels gebruikt. De grootste exemplaren hadden een bereik van onge veer 1,5 km waarbij de kogel het gewicht van 300 kg3 benaderde Bij de verdedigers stonden ook bombardes opgesteld, maar ze waren in het nadeel omdat hun doel, het oorlogstuig van de aanvallers, door de vuurmonden moeilijker te treffen was. Leonardo da Vinci dacht rond 1500 met zijn ontwerp van een mortier geladen met een brisantbom de oplossing voor dit probleem gevonden te hebben Meetwerk kwam aan dit ontwerp niet te pas, een tandje meer of minder op het stelrad kon volstaan. Het geschut werd onderverdeeld in twee soorten namelijk, vlakbaan- en krombaangeschut. De eerste soort werd kanon genoemd en tot de tweede soort behoorden de houwitsers en mortieren. Een vuurmond had twee instellingen nodig, één voor de juiste richting en één voor de elevatie die stond voor de juiste afstand om het doel te treffen. Het grootste bereik had men volgens de regels van de ballistiek bij een elevatie van 450. In het begin werden deze instellingen aan de Fig. 2. Opzetvizier door Rolls-Royce rond 1940 gemaakt voor de Amerikaanse houwitser MK VI. Op de voet van het vizier is een waterpas gemon teerd. In de linker strip is een kijkgaatje gemaakt, bij de rechter een richtspleet. Rechts van de spleet staat een gradenverdeling terwijl links een tangensschaal is aangebracht ervaring van de kanonnier overgelaten. Binnen het gebied van Venetië woonde de uit Brescia afkomstige geleerde Niccolö Fontana Tartaglia, die ook landmeter was. Deze kreeg in 1537 opdracht van de militaire staf van Venetië om de loop van kogelbanen te bestuderen. Hij publi ceerde als eerste vuurleidingstabellen4, die gegevens bevatten voor de instel lingen van het geschut en de hoeveelheid kruit in combinatie met de lading om de gewenste schootsafstand en richting te realiseren. Rond het jaar 1545 ontwikkelde hij een eerste instrument, het kanon nierskwadrant, waarvan het principe nog steeds wordt toegepast. Dit kwadrant had aan een zijde een verlengd been. Aan het middelpunt van de kwart cirkel was een schietlood bevestigd. Door het lange been in de loop van het geschut te hangen, kon men via het koord van het schietlood op het kwadrant de hellingshoek van de loop 4 Geo-lnfo 2010-10

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 6