Radiobakens op aarde en waarmee het toekomstige aanbod aan applicaties verbreed en verbeterd kan worden. Op dit moment zijn veel applicaties voor de iPhone beschikbaar, en duidelijk minder voor de andere platformen. Mobiele websites zijn wel beschikbaar vooralle platformen, maar vaak weer beperkt in functionaliteit, zodat de gebruiker veel meer zelf moet doen. De meeste applicaties zijn gericht op het vervoer voor de lange afstand zoals de trein, maar dankzij de iPhone zijn de busapplicaties sterk in opkomst. Het vin den van een vervoermiddel is voor de trein het beste ondersteund, met dyna mische perroninformatie. Voor bus en taxi ontbreekt die perroninformatie vaak. Het (automatisch) vastleggen van reiservaringen en waardering gebeurt maar zeer beperkt. Dit is essentieel om ook gemakkelijker te kunnen reclameren indien een vervoersdienst niet (geheel en binnen de geplande tijd) kan worden geleverd. Gebruiksgemak en een goede, intuïtieve workflow in de applicatie zijn essentieel voor een stijgende lijn in het gebruik daar van. Applicaties waarin de gebruiker alle inputs (startpunt, eindpunt, tijd, voorkeu ren) zelf moet ingeven blijven substantieel achter bij applicaties die deze gegevens zoveel mogelijk proberen af te leiden uit sensoren en historisch gedrag van de gebruiker. Hiervoor is wel een moderne, high-end telefoon met groot scherm, flat fee-internet en locatie-informatie nodig. En dat laatste is niet slechts synoniem aan GPS. Locatiebepaling noodzakelijk Een goede mobiele reisapplicatie staat of valt met het gemak van het vinden van relevante informatie binnen het grote OV- reisaanbod in Nederland. Automatische locatiebepaling helpt daarbij aanzienlijk omdat de getoonde opstaplocaties en het relevante reisaanbod in eerste instantie worden bepaald door de huidige locatie van de gebruiker. Uiteraard kan de gebrui ker dit handmatig ingeven, maar gemak dient hier de reiziger, en bovendien is het niet voor iedereen mogelijk om precies te definiëren waar hij of zij zich bevindt. We bespreken een drietal methoden voor automatische locatiebepaling: satellieten, radiobakens en visuele tags. Ook een gestandaardiseerde combinatie van deze drie is mogelijk, ook wel de hybride methode genoemd. Naast automatische locatiebepaling is uiteraard ook een uitgebreid locatiege- baseerd dienstenpalet noodzakelijk voor multimodale navigatie en geo-informatie en interactie voor de reiziger. Maar omwille van de beschikbare ruimte focussen we hier op de allereerste bottleneck: automa tische locatiebepaling. Satellieten GPS is geoptimaliseerd voor het bepalen van de positie, richting en snelheid (in 2D) en de afwijking in de hoogteschatting is bijna altijd veel groter. Voor het vlakke Nederland is dit echter van minder belang. De richting is de richting van bewegen, en die kan dus alleen worden bepaald wanneer de gebruiker ook daadwerkelijk beweegt, en bijvoorbeeld niet om te bepalen in welke richting de gebruiker kijkt als hij stilstaat. Daarvoor is een elek tronisch kompas noodzakelijk. Ondanks zijn hoge precisie is de GPS niet overal zomaar bruikbaar. Een zichtlijn met de satellieten is noodzakelijk. Van wolken of kleding heeft een GPS eigenlijk geen last, maar wel van hoge gebouwen, pla fonds, maar ook ramen met een coating zoals die vaak in bussen en treinen worden gebruikt, of in openbare gebouwen zoals luchthavens. Dit zorgt er voor dat GPS nooit het enige middel voor locatie bepaling kan zijn, simpelweg omdat 1 ici 1 nci uvciai vvcim. Er zal ook een fall back moeten zijn, mogelijk met een wat lagere precisie. Daarnaast is het gebruik van een GPS een aanslag op het batterij leven van het mobiele device. Slechts kort inschakelen is daarbij soms een oplossing, maar ook daar zorgt de'time to fix'weer dat er alternatieven noodzakelijk zijn. Mobiele devices hebben vaak de beschik king over een of meer methoden voor radiocommunicatie, zoals UMTS, WiFi of Bluetooth. Alhoewel deze methoden vaak een ander primair doel hebben, kunnen ze ook worden gebruikt voor locatiebepaling als we gebruikmaken van het feit dat twee devices slechts met elkaar kunnen com municeren als ze binnen eikaars bereik zijn. Voor UMTS is een dergelijk tweede 'device'dan de vaste UMTS-antenne, voor WiFi is dat een router, en voor Bluetooth een vast willekeurig apparaat. Er zijn eigenlijk twee manieren waarop de locatie van een radiobaken bekend kan worden: vanuit het overzicht van de service provider die de radiobakens heeft geplaatst, bijvoorbeeld de operator in het geval van het UMTS-netwerk, die de locatie van de radiobakens beschik baar maakt via een dienst; door samenwerking van gebruikers, waarvan een beperkt deel met behulp van GPS meet en in kaart brengt waar de radiobakens staan, en dit deelt binnen de community. Daartoe dient er een centrale partij te zijn die de metingen verzamelt, de posities van de radiobakens schat, en die gegevens beschikbaar maakt aan de community. Het eerste geval is met een redelijke landelijke dekking eigenlijk alleen maar van toepassing op telecom operators die op basis van hun kennis van het netwerk vrij betrouwbaar kunnen inschatten waar de mobiele telefoons in dat netwerk zich bevinden. Elke operator heeft een dergelijk systeem voor alarmoproepen, maar dat betekent nog niet dat het systeem ook breed voor de civiele markt beschikbaar is. En als dergelijke diensten worden aange boden betekent dat ook direct dat een applicatieontwikkelaar zijn klantencirkel beperkt tot de klanten van die specifieke operator, zoals bijvoorbeeld WaarZitWie van KPN [4]. Gezien de privacyaspecten van deze variant is een dienst die mobiliteits informatie van individuen aggregeert naar anonieme informatie over verkeersintensi teit op bepaalde weg- en OV-verbindingen, zoals AirSage [10], een meer haalbare kaart. Een alternatief is dat gebruikers de handen ineenslaan, zelf gaan bepalen waar de radiobakens staan, en de uitkomsten met elkaar delen. Om in deze aanpak enigszins schaalgrootte en nauwkeurigheid te ver krijgen dient deze bepaling automatisch te geschieden, bijvoorbeeld met behulp van Fig. 3. Een voorbeeld QR- code: een tweedimensi onale streepjescode. 20 Geo-lnfo 2010-11/12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 22