Gluren bij de geo-buren
Column Kees de Zeeuw
Vancouver, zomer 2010. Het is prachtig weer. Geen regen, dat
schijnt bijzonder te zijn voor deze stad, die aan een prachtige
baai is gelegen. Met de Olympische Winterspelen nog vers in het
geheugen dwaal ik's ochtends vroeg door de stad. De wissel van
Sven Kramer, de gouden plakken vanTuitert en Sauerbreij en de
medaille-uitreikingen op Canada Place. Maar ik vind helemaal
niets terug wat herinnert aan die Winterspelen, nog geen halfjaar
geleden. Alles is opgeruimd en Vancouver gaat door met andere
nieuwe uitdagingen in de stad.
Gelukkig ben ik niet voor een 'nostalgie Olympic journey' in
deze stad. Ik bezoek een congres, Geoweb 2010. Misschien dat u
regelmatig de plas overvliegt om te gluren bij onze geo-buren,
maar voor mij was dat alweer even geleden. Heel interessant en
inspirerend, kan ik u vertellen. En om de kosten er een beetje uit
te halen, schrijf ik er nog maar een column over...
'Going real time'is het thema. Alles op het gebied waar'the web'
en geo-informatie elkaar raken komt aan bod gedurende deze
dagen. Een paar dagen ongegeneerd kennis tanken. De meeste
deelnemers komen uit Canada en de VS en ik vergaap mij aan
de verschillen tussen de Noord-Amerikanen en de Europeanen.
Op Nederlandse feesten en partijen maak ik nog de show met
mijn iPhone, iPad en ANWB-stappenteller. In Canada ontstaat
er een devote stilte als ik mijn drie jaar oude laptop opensla en
probeer een draadloze internetverbinding te maken om mijn
e-mail te kunnen checken. Ondertussen vliegen de tweets (twit-
terberichten, weet u wel?), ping, Facebookadressen en andere
social media mij om de oren. Ik hou - verstandig als ik ben - mijn
ouderwetse, analoge visitekaartjes vaker in mijn zak dan ik mij
vooraf had voorgenomen.
het gebruik van'geo apps'dan op de ontwikkeling van aanbod
gedreven webservices. Zo leer ik dat Acrobat tegenwoordig de
taal is die de gemiddelde gebruiker begrijpt en dat daar al zo
veel GIS-functionaliteit inzit dat xml, gml en city-gml ook'very
European'is. Tenzij je uiteraard Collada gebruikt (rustig maar, ik
had er ook nog nooit van gehoord).
En natuurlijk gaat het veel over'the crowd'en'the cloud'. Daar is
weinig discussie over.'Cloud'kun je tegenwoordig gewoon
kopen, in brokjes van 300 dollar. Legacy, privacy en performance
issues zijn zó 2009 op Geoweb 2010. De'crowd'zijn geen mensen
die iets met geo willen. The crowd facebookt, twittert en hyvest
en wil in die context geo-diensten gebruiken of geo-bijdragen
leveren.'Crowd sourcen'doe je net als bij thejohnnycashproject.
com (kijktip). Dus richt de hele GIS-community zich daarop.
Kaarten zijn zó 2008.
Ik word ook echt geïnspireerd op Geoweb. Bijvoorbeeld rond
de geonames-database van de Canadese topografische dienst.
De nieuwste toepassing is niet langer gericht op het plaatsen
van namen op kaarten, maar het automatisch toevoegen van
locatiegegevens aan foto's die mensen op Flickr zetten en willen
rubriceren. Leuk idee! De Noord-Amerikanen zelf zijn gek op
applicaties als WAZE en the flu tracker.
Ik ben in Vancouver drie keer langs de plek van het Olympisch
vuur gelopen op Canada Place. Niets gezien. Na voorzichtig
informeren bleek het kunstwerk waar ik voor stond het heilige
vuur gespuwd te hebben. Geen bordje erbij, niks.'Over and out'.
Onbegrijpelijk voor een eenvoudige Hollandse jongen. Maar de
blik is wel heel duidelijk maar één kant op gericht in Canada:
vooruit. Misschien wordt het tijd dat ik ook ga twitteren. f
Mijn toppunt van verbazing is het moment dat een Amerikaan Kees de Zeeuw
een PowerPoint presentatie geeft (uiteraard vanaf een iBook air, Manager product- en procesinnovatie
in casual pak met hele hippe witte gymschoenen eronder) en Kadaster
tijdens de presentatie continu zijn tweets over het scherm laat
rollen. Gedurende dertig minuten trekt zijn hele sociale netwerk
op het scherm voorbij. Vriend Tim gaat net een biertje drinken
in New York, collega Matthew hoort iets interessants in een
andere parallelsessie tijdens ditzelfde congres. Het komt allemaal
voorbij... Gelukkig is zijn vriendin gewoon aan het werk... Ik heb
na vijf minuten al geen idee meer waar de goede man het over
heeft. Welk statement wil hij maken??? 'At least we are going
realtime'.
Er zijn ook presentaties over standaarden, open source-ontwik-
kelingen en INSPIRE-achtige zaken.'Very European' wordt dat
heel vriendelijk genoemd. Dat is een eufemisme voor'geneuzel
in de marge', leer ik hier. Noord-Amerikanen kijken veel liever
naar de commerciële standaarden en focussen zich veel meer op
Geo-lnfo 2010-11/12 23