"Hoe het kon dat de ambulance verdwaalde" Reactie (Geo-lnfo 2010-10, pog. 25) minister van Energie en Minerale Hulp bronnen vertegenwoordigde. Zijn betoog betrof vooral de productie van geologi sche kaarten en kaarten van de risico's betreffende natuurrampen. Ormeling gaf voorbeelden van de manier waarop aan de nationale atlas van Indonesië ont leende kaarten bij de besluitvorming over de ontwikkeling konden worden betrok ken. Jordan had ook een tweede lezing, nu over de productie van atlassen van combinaties van soevereine staten, met alle problemen van dien om de nationale datasets op elkaar af te stemmen. Deze dag was tevens de verjaardag van de bond van afgestudeerden in de geografie aan de UGM. In dat kader werd de bijeenkomst even'gekaapt'door de volgende spreker, dr Dimyati, die namens deze bond een gesprek met de regering voorbereidde om het aardrijkskundig onderwijs op lagere en middelbare scholen een sterkere positie te geven. Uiteindelijk zal dat ook goed zijn voor de kartografie, maar het viel de ICA-verte- genwoordigers een beetje rauw op het lijf. Maar de bijeenkomst werd besloten met Discussie tijdens de conferentie. voordrachten van dr Baiquni (UGM) over toeristenkaarten en van dr Trias Aditya (UGM) over de rol die nationale atlassen kunnen spelen als portalen voor de natio nale infrastructuur van geografische data. Hij voegde daar als specifiek voorbeeld de risicokartering bij. Beide dagen werden met een levendige en langdurige discus sie afgesloten. Dat die risicokartering voor Indonesië van levensbelang kan zijn bleek vier dagen later. Na een rondreis door Oost-Java terug in Yogya verbaasde ik me in het zwembad dat er zo'n kabaal en gerommel te horen was in de stad, tot mijn vrouw me belde uit Nederland met de mededeling dat volgens het NOS-nieuws de Merapi, een vulkaan op 25 km van de stad, op uitbarsten stond. De volgende morgen bezocht ik het kartografiemuseum dat bij de geogra fische faculteit van de UGM is opgezet. Het museum bestaat deels uit het oude reproductie-lab dat hier indertijd door het ITC is opgebouwd, aangevuld met oude kaarten van het gebied. Daarna deed de hele staf van de kartografische afdeling me uitgeleide naar het vliegveld, Tien minuten na mijn vertrek vanuit Yogya huiswaarts was het inderdaad zo ver en barstte de Merapi uit! f Ferjan Ormeling Graag reageer ik op bovengenoemde artikel. Ten eerste is er een herenakkoord bij de Nederlandse gemeente om deze infor matie te verstrekken aan Rijkswaterstaat. Waarom niet verplicht? Daarnaast denk ik dat bij heel veel gemeenten niet bekend is dat er een zogeheten Nationaal Wegen Bestand bestaat. Dus zou het goed zijn hier meer aandacht aan te besteden. Nu gaat het zo dat een openbare ruimte wordt vastgesteld bij een gemeente, en een papieren kopie wordt verzonden naar diverse instanties: ambulance, politie, brandweer, Kadaster en vaak ook intern naar diverse collega's. Hier is het heel goed mogelijk dat er eens een instantie onbedoeld over het hoofd wordt gezien. Maar waar nu het hardste langs de plank wordt geslagen is de invoering van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). De BAG stelt als eis dat gegevens binnen vier dagen na besluit moeten worden geregistreerd en bekendgemaakt via de landelijke voorziening. Hierbij geldt dat gebouwen ook geometrisch worden vastgelegd. Voor adressen is het noodzakelijk dat er een besluit wordt genomen voor het ont staan van de openbare ruimte. Echter in de BAG hoeft hier geen geometrie aan te worden gekoppeld. Alleen administratief worden deze gegevens vastgelegd. Wan neer ook hier de geometrie verplicht was, zou dit binnen vier dagen na besluit in de landelijke voorziening zitten en kan iedere overheidsdienst daarvan gebruikmaken. Wanneer de geometrie van openbare ruimte in de BAG wordt vastgelegd, denk ik dat veel problemen in de toekomst kun nen worden voorkomen. Iedere overheidsdienst is verplicht gebruik te maken van de basisregistratie dus ook de BAG. Zo kan een ieder na het vaststel len van de openbare ruimte snel beschik ken over deze gegevens incl. geometrie. Deze moeten immers door de gemeenten up-to-date worden gehouden. Daarbij hoeft diegene die de openbare ruimte laat ontstaan, zich niet druk te maken over wie deze gegevens allemaal nodig hebben voor hun werkzaamheden. Walter Maas 28 Geo-lnfo 2010-11/12

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2010 | | pagina 30