De toekomst van de Geometrische fr t ct r Verslag Op 20 oktober hield het Kadaster haar symposium De Toekomst van de Geometrische Infrastructuur (Gl) ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de Rijksdriehoeksmeting. Dagvoorzitter Peter Hoogwerf, directeur GEO van het Kadaster en onder andere verantwoordelijk voor de afdeling Geometrische Referentie Systemen (GRS) kon op deze dag veertig geïnteresseerden welkom heten om samen dit jubileum te vieren. Vier inleiders gaven vanuit hun eigen blikveld een visie op referentiedata. Aart Jan Klijnjan, hoofd afdeling Materie- beleid van de directie GEO, beet het spits af. Hij richtte zich op de toekomstvisie van de geometrische infrastructuur binnen Nederland. De toekomst begint in het ver leden dus zijn start was in 1885, de toeken ning van fl. 12.000 subsidie per jaar om de werkzaamheden van de driehoeksmeting en waterpassing te voltooien. In de tijd ontwikkelt zich deze start tot een geome trische infrastructuur. Wat is dat dan? Zijn definitie is vaste, permanente, gebieds dekkende voorzieningen voor algemeen gebruik als referentie voor (landmeetkun dige) activiteiten. Zij geeft constante coör dinaten in ruimte en tijd, onder andere als basis voor basisregistraties. Deze infrastructuur bestaat uit de definities van ellipsoïden, oorsprong, kaartprojecties, vaste punten met (3D) coördinaten, per manente GNSS-referentiestations en de daarbij behorende transformaties. Dit niet alleen voor Nederland, maar steeds meer in Europees verband, tot zelfs wereldwijd. Spreker gaf naast deze schaalvergroting als hele belangrijke ontwikkeling aan, de vraag naar eenvoudige toegang en gebruiksgemak in de professionele niet- geo sector. Zijn conclusie was dat deze tak van sport steeds belangrijker wordt, maar voor de gebruiker zich steeds meer onzichtbaar zal afspelen. De tweede spreker was Puck Donnier, sec tormanager Open Teelten bij de directie Agroketens Visserij van het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie De zogenaamde predsieland- 16 Geo-lnfo 2011-2 bouw heeft twee beleidsdoelen. De eerste heeft tot doel om minder afhankelijk te zijn van fossiele energie (energiebeleid) en de tweede heeft tot doel een reductie van de uitstoot van CO2 en de overige broei kasgassen CH4 en N20 (klimaatbeleid). Met behulp van Gl werd in eerste instan tie digitaal de optimale route bepaald waarbij overlap van bewerkingen werd voorkomen. Men kon daarmee op maat het land bewerken, bespuiten, bemesten en bevochtigen. Dit alles op perceelsni veau. Tegenwoordig vindt mechanische onkruidbestrijding plaats op twee cm nauwkeurig en wordt er ter voorkoming van structuurbederf op vaste paden op een perceel gereden. Resultaat is een gelijkmatiger en hoogwaardiger eindpro duct wat uiteraard resulteert in een ver hoogd bedrijfsresultaat. Met bovendien een besparing van 20 op het huidige gebruik van stikstofmeststoffen en een reductie van 35 op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, Getallen die zijn opgedaan in veldproeven. Deze proeven worden ten dele betaald door het bedrijfsleven op basis van ideeën geïniti eerd door het ministerie. Haar conclusies:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2011 | | pagina 18