Klaas van der Hoek
bijna alle handelingen zijn afhankelijk
van precieze plaatsaanduiding via GNSS.
informatie wordt daarbij opgeslagen en
onthouden om later weer te kunnen wor
den gebruikt. GNSS-aanduiding is continu
van belang tijdens een behandeling in het
veld, zelfs 24 uur per dag als de techniek
robotisering toelaat.
Om de Europese gedachte te benadruk
ken was de volgende spreker uit Engeland
overgekomen. Paul Cruddace, manager
van Geodesie en Plaatsbepaling bij de
Ordnance Survey (OS) in Southampton
gaf een beeld van de situatie in Engeland.
Als oudere broer, al 219 jaar oud, zou het
Nederlandse kadaster nog wel iets van
hen kunnen leren. Na het overzicht van
de situatie in Engeland, aantal mensen
werkzaam (1400), aantal GNSS-referentie-
stations (110) en aantal mutaties per dag
(5000), ging de spreker in op het beleid
binnen de Ordnance Survey. Drie zaken
spelen daarbij een wezenlijke rol. De Gl als
basis voor een ieder, de internationale rol
en bijbehorende basisgebruikers en een
geheel commerciële uitbating van deze
Gl. In dit spanningsveld probeert spreker
zijn plek te veroveren. De OS heeft een
nationaal referentiesysteem ontwikkeld
waarbij de basis geodetische behoeften
en de commerciële samenkomen. Het
daarbij behorende businessmodel werkt
goed en tot slot moet in de toekomst
duidelijk buiten de traditionele wereld
worden gekeken naar nieuwe markten.
Slotspreker was Leendert Dorst. Hij is
werkzaam bij de dienst der Hydrografie
van de Koninklijke Marine. Hij is hoofd
van de afdeling Geodesie Getijden.
Met hem gingen we van het land de zee
op. Samen met Rijkswaterstaat zorgt zijn
dienst voor het mariene domein voor de
Gl binnen Nederland. Naast de klassieke
geometrie blijkt dat op het water veel
meer zaken spelen. Veel verschillende
coördinatenstelsels internationaal
bekeken, watergetijden, hoog water, laag
water, dieptemetingen. Er is nog veel werk
te doen in de standaardisering wereldwijd.
Vanuit Nederland is Dorst met zijn mensen
druk bezig om te zorgen voor de standaar
disering.
In de afsluitende forumdiscussie lieten de
toehoorders zich ook horen. Er werd een
aantal vragen afgevuurd op de sprekers.
Enkele daarvan waren bedoeld om het
Kadaster een concretere toekomstvisie te
ontlokken met hun GNSS-referentiesys-
teem en beschikbaarstelling hiervan voor
anderen. Het werd duidelijk dat het Kadas
ter hierover niet het bepalende antwoord
kan geven, de politiek is hierbij duidelijk
sterk meebepalend. Waar we het al lemaal
over eens waren is dat de kennis rond deze
materie zeer specifiek is. Dat hierin opge
leid kunnen worden in feite op dit moment
niet goed geregeld is. De handen in elkaar
slaan is op dit punt noodzakelijk. Dat zou
de conclusie van deze bijeenkomst kunnen
zijn: samen zijn we verantwoordelijk voor
de toekomst van dit vakgebied.
Geo-lnfo 2011-2 17