De wereld aan de wand
DEWERELDdéWANI I
Boekbespreking
Lowie Brink en Lucie Holl - De wereld
aan de wand. De geschiedenis van de
Nederlandse schoolwandkaarten. Uit
geverij Waanders, Zwolle 2010. Formaat
23,5x 25,5 cm, 192 pp, 120 illustraties,
ISBN 9789040077128, prijs 29,50.
De auteurs publiceren al vanaf 2002
over wandkaarten op hun eigen website
wereldaandewand.nl en in vaktijdschriften
zoals Geo-lnfo. Die artikelen zijn voor het
eerst door hen zelf gebundeld en uitge
print in 'De wereld tussen twee stokken'
(eigen beheer, antiquariaat De wereld aan
de wand, Nijmegen 2005, met een CD).
Datzelfde materiaal is nu, uitgebreid met
drie nieuwe hoofdstukken, verschenen in
een nieuwe door Waanders uitgegeven
gedrukte bundel met fraaie kleurenillus
traties.
Wandkaarten behoren tot de fraaiste
vormen van toegepaste grafiek, waarbij
hoge eisen worden gesteld aan de lees
baarheid en dus aan de generalisatie en
het gecreëerde contrast. De beloning voor
een goed uitgevoerde kaart is een wereld
beeld of een beeld van het eigen land
dat de leerlingen hun hele leven bijblijft.
Maar als objecten blijven wandkaarten de
stiefkinderen van elke kaartverzameling
en het is een geweldige verdienste van
de schrijvers dat ze zoveel meer aandacht
voor dit bijzondere kartografïsche genre
hebben weten te genereren.
Het eerste hoofdstuk, zo'n 50 pagina's,
schept het kader voor het boek. Het gaat
in op de algemene ontwikkelingen die
aanvankelijk tot blinde kaarten leiden,
later ook tot enkele thematische, maar
vooral op geografische overzichtskaarten
uitkomen. In de loop van de tijd worden
de Nederlandse wandkaarten professione
ler, zowel qua reliëfvoorstelling, actuali
sering, leesbaarheid en afwerking, om in
de jaren 60 van de vorige eeuw langzaam
ten onder te gaan door veranderingen in
het aardrijkskundeonderwijs die minder
aandacht voor de topografie en meer voor
thematische verschijnselen vergen. Door
het feit dat er een aantal afzonderlijke arti
kelen gebundeld is, aaneen gesmeed door
het eerste overzichtshoofdstuk, zijn er
wellicht enkele aspecten van dit kartogra-
fisch genre die tussen wal en schip vallen,
zoals de productiewijze, prijsstelling,
oplages en vooral ook de inhoud en het
gebruik van deze kaarten. Waar de aan
dacht wél naar uitgaat is vooral de achter
grond van de auteurs, en de geschiedenis
van de productie.
De volgende
artikelen zijn
opgenomen: de
aardrijkskundige
wandkaarten
van Wolters en
Noordhoff, R.Bos
als vergeten
vernieuwer van
het aardrijkskunde
onderwijs rond
1900, de gedreven
schoolkartograaf
K.Zeeman, de
aardrijkskundige
wandkaarten van
Thieme, de school-
kaart van Insulinde
van R.Schuiling
(1898), de school
wandkaarten van Nederland van Beekman
(1888) en Blink (1894), de geologische
wandkaart van Noord-Holland van
W.KIoeke, de schoolwandkaart van
Nederland van frater Rafael, reliëfweer
gave op schoolwandkaarten rond 1900,
de schoolwandkaart-experimenten van
uitgeverij Ten Brink, de methode Bakker
en Ruschvan uitgeverij Dijkstra, en Van
Luyn's schoolwandkaart van katholiek
Nederland. In drie bijlagen wordt het over
zicht van de wandkaarten van Noordhoff,
Wolters en Thieme gegeven.
Als er al iets mist dan komt dat mede
doordat Lowie Brink naast dit verhalende
wandkaartenboek in 2007/2008 ook een
bibliografie van wandkaarten heeft ver
vaardigd, de Bibliografie en foto-overzicht
van de Nederlandse schoolwandkaarten
(1801-1975) met afbeeldingen en beschrij
vingen van zo'n 700 verschillende Neder
landse wandkaarten. In het voorwoord
staat een aantal redenen vermeld waarom
schoolwandkaarten zo weinig belangstel
ling zouden krijgen. De belangrijkste is dat
ze vooral in de periode 1850-1960 uitko
men, en daardoor nog nauwelijks door de
historische kartografie onderzocht zijn, die
pas recentelijk ook naar de 19e eeuw kijkt,
terwijl de wandkaartenproductie eigenlijk
al voorbij was toen het Kartografisch
Tijdschrift begon te verschijnen. Er valt
dus een boel in te halen en dit boek vormt
daar een prima aanzet voor. De verschil
lende hoofdstukken, zoals het verslag van
de'wedstrijd'tussen Beekman en Blink,
of de concurrentie tussen Wolters en
Noordhoff, het door een bombardement
uitgeschakeld worden van Thieme als
geduchte concurrent van de vorige twee,
zijn boeiend geschreven, en goed geïl
lustreerd waardoor men een uitstekend
idee krijgt van wat er zoal op dit gebied
is uitgekomen en wat er aan af te lezen
is, zowel over het afgebeelde gebied, de
auteurs en de contemporaine onderwijs-
inzichten.
Ferjan Ormeling
DE GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE SCHOOLWANDKAAKT^I
|/9*j»and«»|
Geo-lnfo 2011-2 25