G*N
Nederlandse kartografie in en rond
de Franse tijd
Verslag GIN-Werkgroep
Op vrijdag 26 november 2010 hield de GIN werkgroep voor de geschiedenis van de kartografie een
hoogwaardige studiedag in het gebouw van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam
(UvA). Het thema was 'Nederlandse kartografie in en rond de Franse tijd'. Op de plek waar de studiedag
werd gehouden, werd in 1806 het Depot-Generaal van Oorlog gevestigd, de voorloper van de
Topografische Dienst. (Kraijenhoff liep er rond als de eerste directeur.)
1812: departementen op linnen
mam
26 Geo-lnfo 2011-2
rflT>
Geo-lnformatle Nederland
Mare Hameleers memoreerde als voor
zitter dat het de 45e studiedag van de
Werkgroep was sinds 1984. Hij zag nooit
een gebrek aan nieuwe onderwerpen en
verwelkomde weer rond de 75 bezoekers.
(Men telt zonder breukervaring de dagen
door over de fusiedatum van NVK naar
GIN; bezoekers komen uit alle regio's, zijn
lezers van Caert-Thresoor en ook nog
maar zelden lid van GIN.)
Dr. Matthijs Lok (UvA) sprak over'Staats
vorming, rationalisatie, standaardisatie:
een sfeertekening van de periode rond
1800'. Na memoreren van het eurocen-
trisme op oudere kaarten vond hij dat de
kaarten uit de Bataafse tijd dan wel een
schijn van objectiviteit kregen, maar toch
een weergave waren van de heersende
politieke voorkeuren. De elite wilde alles
Ook Jan van Eek bekijkt mini-expositie over
Covens Mortier.
precies weten om het volk te sturen en
Willem I zou het karwei van Napoleon
afmaken. "Toen men in 1801-1805 het
aantal ambtenaren probeerde terug te
dringen mislukte dat. Misschien voor de
huidige regering een les", zo veronder
stelde Lok, gepromoveerd op'Windvanen'
over bestuurders in de Franse tijd.
Dr. Wilfried Uitterhoeve, in 2008 gepro
moveerd op Kraijenhoff, sprak over diens
'driehoeksmeting en kartografie als politiek
project van de Bataafse Republiek'. Hij
benutte maar één sheet, maar die was dan
ook van het bekende driehoeksnet, dat
deel uitmaakte van een groter Europees
geheel. ('Zelf kan ik het als alfaman nauwe
lijks bevatten') Alles kwam aan de orde: de
te grote ambities van 1798, het'herbegin'
van 1801 en de enorme uitloop in tijd. De
spreker vond ook dat de kaart van Kraijen
hoff eigenlijk de kaart van adjunct-direc
teur De Man was. Uitterhoeve memoreerde
zijn eigen bedevaart naardeTorenberg in
Apeldoorn, met daar de enige steen van
Kraijenhoff die als RD-punt resteert.
De volgende spreker was dr. Eveline
Koolhaas-Grasveld, recentelijk aan de
UvA gepromoveerd op de rol van de
prentkunst in de natievorming rond
1800 (boek:'De ontdekking van de
Nederlander'). Zij sprak over'Gedrukt bij
Evert Maaskamp: de Nieuwe kaart der
departementen van Holland en die der
omliggende van het Fransche Keizerrijk,
Amsterdam 1812'. Maaskamp, met een
bedrijf met honderd man personeel, ging
via boeken voor toeristen ook met kaarten
aan de slag. Een klein Franstalig kaartje
van Nederland was zijn eersteling. De
spreker illustreerde bij de vele mutaties
in namen en grenzen het knutselen met
De dames Poot en Geerts over de schade-inventarisatie van de 'Atlas der Neederlanden'.