Zwitserland zal 3D
percelen in 2014 invoeren
Moeten 3D-percelen zich
noodzakelijk bevinden binnen de
bestaande 2D-perceelsgrenzen?
De meeste respondenten antwoordden
dat een 3D-perceel zich bevindt binnen
de grenzen van een (2D-) grondperceel.
Dit sluit niet uit dat het gebouw waarop
het recht betrekking heeft zich wel kan
uitstrekken over verschillende grondper-
celen. Eventueel
- zoals in het geval
van Nederland - kan
een 3D-omschrijving
van het recht in de
akte verwijzen naar
diverse 2D-grondpercelen. Wat er gebeurt
als het grondperceel later wordt gesplitst,
wordt niet altijd duidelijk uit de antwoor
den. In Queensland is het uitgangspunt
dat het te vormen 3D-perceel zich binnen
de grenzen van een 2D-perceel moet
bevinden, maar dat dit niet uitsluit dat
het grondperceel later wordt gesplitst.
Het oorspronkelijke 3D-perceel blijft dan
bestaan en strekt zich dan dus uit over
meerdere grondpercelen. In Noorwegen
en Zweden kunnen 3D-eigendommen
zich in ieder geval uitstrekken boven
of onder verschillende 2D-percelen. In
Finland wordt deze mogelijkheid voorzien
in de toekomst.
Lege ruimtes of bestaande
gebouwen?
De grenzen van het 3D-perceel
De registratie van 3D-percelen
in de kadastrale database
3D-percelen komen nergens voor in de
kadastrale registratie. De beschrijving van
de ruimte vindt plaats in het veldwerk,
de akte of een afzonderlijke tekening.
De standaard lijkt te zijn dat'floor plans'
die de grenzen aangeven per verdieping
hierboven gegeven en hebben we zo veel
mogelijk uitleg en praktijkvoorbeelden
gebruikt bij het formuleren van de vragen.
De enquête is rondgestuurd naar alle
leden van de FIG-werkgroep, alsook naar
de leden van FIG-Commissies 3 (Spatial
Information Management) en 7 (Cadastre
and Land Management) wat uiteindelijk
heeft geresulteerd in 35 ingevulde enquê
tes (beschikbaar voor ieder land via www.
gdmc.nl/3DCadastres/participants). De
enquête is ingevuld voor de volgende lan
den: Argentinië, Australië (Queensland en
Victoria), Bahrein, Brazilië, Canada, China,
Cyprus, Denemarken, Duitsland, Finland,
Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Indone
sië, Israël, Italië, Kazachstan, Kenia, Kroatië,
Oostenrijk, Macedonië, Maleisië, Neder
land, Nigeria, Noorwegen, Polen, Rusland,
Spanje, Trinidad en Tobago, Turkije,
Verenigd Koninkrijk (Engeland en Wales),
Zuid-Korea, Zweden, en Zwitserland.
Ondanks de extra
aandacht die we
hadden besteed
om vragen en
begrippen een
duidig te maken,
ontvingen we tijdens het invullen toch
enkele verzoeken om verduidelijking.
Hieruit blijkt hoe moeilijk (en hoe belang
rijk) het is eenduidige, gestandaardiseerde
definities te hebben voor 3D-kadaster en
3D-perceel die in alle landen begrepen
worden, zoals in de generieke methodiek
3D-kadaster wordt nagestreefd.
Uit de ingevulde enquêtes kan een
aantal conclusies worden getrokken.
Ten eerste laten ook de antwoorden zien
dat '3D-percelen' en '3D-kadaster' nog
ambigue concepten zijn. Hierdoor geven
de ingevulde vragenlijsten in de eerste
plaats een beeld van de zeer verschillende
manieren waarop de registraties omgaan
met de derde dimensie die rechten (of
beperkingen) kunnen hebben. De stelsels
van grondboekhouding zijn nationaal of
zelfs regionaal bepaald waardoor de uit
werkingen op organisatorisch, technisch
en juridisch gebied sterk verschillen. Door
deze verschillen is een vergelijking van de
antwoorden niet altijd even gemakkelijk.
Algemeen kan worden geconcludeerd
dat in al deze landen, met uitzondering
van Polen,'3D-percelen'kunnen worden
geregistreerd. Maar in de meeste landen
wordt een 3Ü-perceel opgevat als (of zelfs
beperkt tot) appartementsrechten. Dat
het niet mogelijk is 3D-percelen te regis
treren anders dan appartementsrechten
wil overigens niet zeggen dat het juridisch
niet mogelijk is om rechten met begren
zingen in de derde dimensie te vestigen.
Zo wordt voor Zuid-Korea expliciet aange
geven dat 3D-grenzen juridisch mogelijk
zijn, maar kadastrale registratie (afgezien
van appartementsrechten) niet. Hieronder
volgen voor specifieke aspecten de eerste
analyse van de enquêteresultaten.
Een interessante vraag is of registratie
van rechten op lege ruimten mogelijk is
(bijvoorbeeld ter bescherming van een
bestaand uitzicht) of dat het geregis
treerde recht noodzakelijk betrekking
moet hebben op een bestaande (of
toekomstige) constructie. Expliciete regels
daarvoor blijken bij de meeste landen
niet te bestaan, maar wel wordt aange
geven dat in de regel de rechten bedoeld
zijn voor constructies. Expliciet wordt
de mogelijkheid om rechten op (lege)
ruimtes te registeren genoemd in Austra
lië (zowel Queensland als Victoria), Canada
(Quebec), en ook Finland als het gaat om
volumes in de ondergrond. Hier tegen
over staan Noorwegen en Zweden waar
deze mogelijkheid uitdrukkelijk door de
wetgeving is uitgesloten. Er moet sprake
zijn van een bestaand of binnen een korte
tijd te bouwen gebouw waarvoor een
bouwvergunning is afgegeven. Wordt er
uiteindelijk niet gebouwd, dan vervalt de
registratie en dus het eigendom.
In de regel refereren de grenzen van
3D-percelen aan scheidingsmuren, pla
fonds en vloeren. Frankrijk geeft expliciet
aan dat - bij gebrek aan richtlijnen op
dit gebied - virtuele grenzen mogelijk
zouden zijn.
Met betrekking tot de z-as (hoogte)
blijken in verreweg de meeste landen
richtlijnen te ontbreken of wordt er
helemaal niets geregistreerd. Bij de landen
die wel (in veldwerk of in de akte) een
registratie van de hoogte kennen blijkt dat
in Australië (Queensland en Victoria) en
Frankrijk gebruikgemaakt wordt van een
absolute hoogte en in Canada (Quebec)
en Zweden van een relatieve hoogte (ten
opzichte van maaiveld).
1" floor
Fig. 3. 'Floor plan' met twee kadastrale objecten
verdeeld over begane grond en eerste en tweede
verdieping (voorbeeld uit Cyprus).
Geo-lnfo 2011-2 7