Z-tE F»K3 HOÓGHTE.
k hn.
Kraijenhoff
Nu'vanc
d-Htn/ifcru
Wil id I. iUrrhuÉftjj
Cqrnelis Kraijenhpt'f S-is-iS-ra
Ik'ii loopbaan
onder vi jf regeorvormen
Fig. 3. Amsterdamse Eenhoornsluis met Huddesteen.
Fig. 6. Omslag van het boek van W. Uitterhoeve
over Kraijenhoff, 2009 (uitverkocht).
weten verwijs ik u naar het prachtige boek
over hem getiteld:'Een loopbaan onder
vijf regeringsvormen' (fig. 6). Hij verbe
terde de verdediging van Amsterdam met
de zogenoemde'Stelling van Amsterdam',
dat is het gebied rond Amsterdam dat bij
dreiging onder water gezet kon worden
(fig. 7), maar legde ook de Nieuwe Hol
landse Waterlinie aan. Hij voerde langs de
Zuiderzee en de grote rivieren uitgebreide
waterpassingen uit, enerzijds vanuit mili
tair oogpunt, namelijk'Waar kan ik gebie
den onder water zetten om de vijand
tegen te houden?', maar anderzijds vanuit
het oogpunt van de Rijkswaterstaat, die in
Fig. 7. Stelling van Amsterdam.
een groter gebied te leggen. Zo ontstonden
polderbesturen die zich later aaneensloten
tot waterschappen; een belangrijke en zeer
oude bestuurslaag die vanaf 1798 in samen
werking met Rijkswaterstaat verantwoorde
lijk is voor'droge voeten in Nederland'.
Later toen er stenen gebouwen kwamen
werden die gebruikt om de hoogte van de
overstromingen vast te leggen. Zo was er in
1675 een grote overstroming in Amsterdam
en omgeving, die grote delen van de stad
onder water zette, toen onder andere de Sint
Antoniusdijk doorbrak (fig. 2).
Burgemeester Hudde besloot toen om de
waterkering van Amsterdam te verbeteren
en het peil - het Amsterdams Peil - ten
opzichte waarvan alles moest worden
bepaald voor eens en voor altijd goed vast
te leggen (fig. 3). In acht sluizen en stuwen
werd een zogenaamde Huddesteen gemet
seld met als opschrift; "Zeedykshooghte
zynde negen voet en vyf duym boven
Stadspeyi" (dit is 2,6789 m.)
Christiaan Huygens (1629-1695) ontwierp een
waterpasinstrument waarmee de stenen
op gelijke hoogte werden aangebracht
(fig. 4). In 1683 en 1684 werden de water
standen alle nachten gemeten. Hieruit bleek
dat het verschil tussen eb en vloed 34 cm
bedroeg, zodat het AP toen 17 cm boven het
gemiddelde zeeniveau lag).
Zoals bekend is gebruikten de Nederlanders
het water ook om de vijand tegen te hou
den. Denk maar aan het beleg en ontzet van
Leiden, waarbij grote delen van Zuid-Hol
land onder water werd gezet. Dat gebeurde
door de dijken van de Hollandsche IJssel bij
Capelle en Nieuwerkerk aan de IJssel door
te steken. Ongeveer op die plek staat nu een
NAP-monument voor het laagste punt van
Nederland.
Generaal Kraijenhoff (1758-1840) was een
veelzijdige man: natuurwetenschapper,
Fig. 4. Waterpasinstrument van Christiaan
Huygens (1629-/695).
Fig. 5. Stadswaterkantoor van Amsterdam
(afgebroken in 1861).
huisarts, revolutionair, waterstaatkundige,
topograaf, militair ingenieur en minister
van Oorlog. Doorzijn kennis en kunde
wist hij zich staande te houden onder
vijf regeringsvormen, namelijk onder
de Zeven Provinciën, de Bataafse Repu
bliek, het Koninkrijk Holland, het Franse
Keizerrijk en het Koninkrijk der Verenigde
Nederlanden. Als u het allemaal wilt
Geo-lnfo 2011-3 13