Schermerhorn der - Auf'nahme- bevonden, was het noodzakelijk het Ook Lely waterpaste nauwkeurig Fig. 8. Waterpasnet van Kraijenhoff. 1798 werd opgericht, voor de verbetering van de waterhuishouding (fig. 8). Soms was Kraijenhoff het Haagse gekon kel meer dan zat en trok hij zich in het land terug om u raadt het al: te gaan waterpassen. Ik herken mijzelf daarin want als ik het vergader- en reorganisatie- gepraat zat was, trok ik mij ook wel eens terug in het Waddengebied om hydrosta tisch te gaan waterpassen. U ziet, er is in twee eeuwen niets veranderd. In de tweede helft van de 19* eeuw, toen onder meer begonnen werd met de lande lijke uitbreiding van de spoorwegen, was er behoefte aan het hermeten van de metin gen van Kraijenhoff daar de hoogten toch Fig. jo. Waterpaspioeg van ir. C. Lely (met witte hoed). niet meer zo betrouwbaar bleken. Enerzijds kwam dat door verzakkingen en verdwijnen van peilmerken en anderzijds doordat er beter instrumentarium was waarmee betere resultaten konden worden bereikt. Een verzoek van de Pruisische regering om hun net aan te mogen sluiten op de Hud- destenen te Amsterdam was het laatste duwtje om zelf de metingen te gaan uitvoeren (fig. 9). Eén van de waterpassers was ingenieur Lely, de latere minister van Verkeer en Waterstaat, die de Zuiderzee- wet ontwierp (fig. 10). Daarna kwam prof.ir. W. Schermerhorn onder wiens leiding de Tweede Nauwkeu righeidswaterpassing van 1929-1940 werd uitgevoerd (fig. 11). Schermerhorn was niet alleen hoogleraar aan de Technische Hoogeschool in Delft, maar had ook een eigen geodetisch bedrijf dat in 1932 de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat werd. Een omgekeerde marktwerking! Ei'ldftning dra* Zeidien. j.lV4sVKDKN tinUr^drrjambatvtaalm. OMn- lU&Sctiiti/tn, dmjamrimmm. 'iatUm gtbtn- dir. UnOnae in unAdU SeNuMlhla'1n.MtUiiluitm,an,. 1 K !.f MP sk-V I HAYEflN WtRTTEJIÖKHC Na de Tweede Wereldoorlog was hij de eerste minister-president van Nederland en in 1950 richtte hij het ITC op. Door de toe nemende bouwactiviteiten, het verdwijnen van peilmerken, maar ook het verzakken van gebouwen waarin deze merken zich primaire net opnieuw te meten en uit te breiden. Doordat gebouwen toch niet zo stabiel bleken, werden er ondergrondse peilmerken geplaatst in het pleistocene zand. Men dacht zo het probleem van ver zakking en verdwijning van hoofdmerken voor eens en altijd te hebben opgelost. In de vijftiger jaren werd steeds meer bekend over de bewegingen van de aard korst de zogenaamde plaattektoniek maar ook over de zeespiegelvariatie. Het besef drong door dat landen de monitoring daarvan gezamenlijk dienden op te pakken om locale effecten te elimineren. Want ook de ondergrondse merken in Nederland en Duitsland bleken mee te bewegen met de platentektoniek en de uplift van Scandina vië na de laatste ijstijd. In Europa werd in 1955 de REUN (Reséau Européen Unifié de Nivellement) door acht landen opgericht waarin deze landen de waterpasnetten op elkaar aansloten en tot een gezamenlijke vereffening kwamen. Het NAP te Amster dam werd het uitgangspunt. Daar de laatste Huddesteen dreigde te verdwijnen werd op de Dam in 1955 een ondergronds merk geplaatst, dat voortaan de functie van de Huddestenen zou overnemen. Na de val van het IJzeren Gordijn sloten vele Mid den- en Oost-Europese landen zich bij de REUN aan. Het net heet nu EVRS: European Vertical Reference System (fig. 12). Het educatieve NAP-Bezoekerscen trum bevindt zich in de passage van het stadhuis te Amsterdam aan de Amstel 1. Het is geopend van donder dag tot en met zaterdag van 10-17 uur en tijdens de vakantieperioden. De entreeprijs is 4,-, kinderen tot 12 jaar onder begeleiding gratis. Voor groepsafspraken kunt u bellen naar 06-83085155 of kijk op de website www.normaalamsterdamspeil.nl. Fig. 9. Duitse waterpasnet 1875-1885 met AP-aansiuiting. 14 Geo-lnfo 2011-3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2011 | | pagina 16