Publicatie van 3D-eigendoms- verhoudingen in de openbare registers en de basisregistratie kadaster Een aanduiding als een ter plekke afgebakend gedeeltevolstaat En nu de praktijk! erf). Bekende voorbeelden hiervan zijn: het recht van overpad, het recht om een uitbouw over het dienend erf te laten uitsteken, of het recht om een leiding in het dienend erf te hebben. Maar het kan ook zijn dat de last vrij uitzicht garandeert of dat er bepaalde gebouwen niet mogen worden geplaatst. Bij een windturbine kan dit aldus het recht op vrije windvang verzekeren, of bij een straalverbinding een onbelemmerde'line of sight'. Kortom, het recht dat de erfdienstbaarheid aan de eigenaar van het heersend erf verleent, hoeft geen betrekking te hebben op fysieke constructies. Iets anders gezegd; een recht op een ruimte, een stuk lucht kan geregeld worden via een erfdienst baarheid, mits de last is geformuleerd als een'dulden of een niet-doen'. De keuze om gebruik te maken van appartementsrecht, opstal recht, erfpacht of erfdienstbaarheid om 3D-eigendomsverhoudingen te regelen, ligt bij partijen die daarbij vaak het advies zullen volgen van hun juridische advi seurs, zoals een notaris. Naast de hierboven genoemde rech ten, resulteert de sinds 2007 verplichte inschrijving van kabel- en leidingnetwer ken ook in een scheiding van het eigen dom van het netwerk en de percelen die doorsneden worden door het netwerk. Deze inschrijving is uitgebreid beschreven in Geo-lnfo 9 (2007) en Geo-lnfo 5 (2008), en zal hier daarom verder buiten beschou wing worden gelaten. Een behoorlijk verloop van vastgoedtrans acties wordt gediend door de publicatie van de rechtstoestand van onroerende zaken in de openbare registers en de basisregistratie kadaster. Om meerdere redenen is 100% zekerheid niet te verwezenlijken. Hoofdoorzaak daarvan is de wettelijke mogelijkheid tot verkrijging van rechten buiten de registers om door bijvoorbeeld verjaring of erfopvolging. Een andere oorzaak is dat volgens jurisprudentie de grenzen van rechtsob- jecten uiteindelijk worden bepaald door de bedoeling van partijen zoals die is gebaseerd op in het terrein waargenomen fysieke markeringen en niet door de kadastrale grenzen. Als het gaat om ruimtelijke (3D-)grenzen van rechten, dan zijn er in feite alleen voorschriften voor splitsing in appar tementen. De wet verplicht dan een splitsingstekening in te schrijven. In de kadastrale regelgeving zijn voor de tekening minimale 2D-vereisten gefor muleerd. De bewaarders accepteren ook 3D-tekeningen die een beter beeld geven van de rechtstoestand, maar kunnen deze niet eisen. De minimaal vereiste tekening voor vastlegging van apparte mentsrechten geeft een overzicht van het gehele complex (gebouw en grond) en voor iedere verdieping de grenzen van gebruiksruimten bij de appartementen. Dit geeft in theorie een volledig inzicht in de verticale eigendomsverhoudingen. Maar door de weergave van de grenzen per verdieping, en het ontbreken van een overzicht in de derde dimensie vereist het vooral bij grotere appartementencom plexen nogal wat ruimtelijk inzicht om aan de hand van een groot aantal tekeningen op A0-formaat de eigendomssituatie te reconstrueren. Dit is vooral het geval als de appartementen niet'eenvoudig'ver deeld zijn over het complex, bijvoorbeeld doordat de appartementen zich op ver schillende niveaus bevinden (bijvoorbeeld een flat met berging of een maisonnette) of zelfs verspringen. De kadastrale kaart geeft voor appartementsrechten alleen de grondpercelen weer en de footprint van het gebouw. Het Kadaster ontwikkelt momenteel een nieuw systeem, waardoor het mogelijk wordt met een druk op de knop vanuit de kadastrale registratie door te linken naar de individuele (splitsings)tekeningen in de openbare registers (naar verwach ting in 2013 beschikbaar). Maar ook met deze oplossing zal het nog steeds nodig zijn individuele tekeningen mentaal te integreren om inzicht te krijgen in de gehele eigendomssituatie. Voor wat betreft de beschrijving van de ruimtelijke dimensies van een opstal recht, erfdienstbaarheid of erfpacht in de openbare registers geldt dat de wet geen specifieke voorschriften stelt, behoudens dat het recht voldoende bepaalbaar moet zijn. De omschrijving in de akte mag redelijk vaag zijn. Een aanduiding als'een ter plekke afgebakend gedeelte'volstaat. Ontbreekt echter elke omschrijving van de ligging van de grens dan zullen bewaar ders de bijwerking van de registratie beperken tot enkele verwijzing naar de akte. Binnen deze (ruime) kaders wordt de omschrijving overgelaten aan partijen (lees: de notaris die de akte opstelt). Van zelfsprekend kan aanvullende informatie worden gegeven ter verduidelijking van de situatie, ook in de vorm van een tekening. Omdat betrouwbare fysiek waarneembare referentiepunten waaraan maten moeten worden gerelateerd vaak ontbre ken, wordt in praktijk volstaan met een woordelijke beschrijving van de partijbe doeling in de akte en geldt een eventu eel meegeleverde tekening slechts als een 'ter oriëntatie'toegevoegde schets matige afbeelding. In theorie kan in de akte een tekening worden opgenomen met grenzen die geacht worden juridisch bindend te zijn omdat partijen verklaren dat deze tekening hun bedoeling exact weergeeft. In de praktijk gebeurt dit vrijwel nooit. Om meer inzicht te krijgen hoe de registratie van de ruimtelijke dimensie van rechten in de Nederlandse praktijk verloopt en wat de potenties hiervan zijn voor 3D-inschrijvingen, hebben we vier bestaande cases geëvalueerd: het Bruggebouw in Den Haag, het gebouw van Nationale Nederlanden eveneens in Den Haag, een ondergrondse parkeerga rage op de Amsterdamse Zuidas en een gebouwencomplex in Amsterdam-Noord. Bruggebouw De eerste case is het Bruggebouw in Den Haag over de A12. Bestudering van desbetreffende akten en de basisregistra tie kadaster wijst uit dat de locatie waar het gebouw de grond raakt is uitgege ven in eeuwigdurende erfpacht aan de gebouweigenaar. Deze eigenaar is tevens Geo-lnfo 2011-3 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2011 | | pagina 7