Ruimtelijk denken Column Arnold Bregt Een ober met een dienblad vol glazen loopt gehaast de keuken in. Het is druk in het restaurant en hij moet alle zeilen bijzetten om de bediening soepel te laten verlopen. Vanuit zijn ooghoe ken ziet hij dat het voorgerecht voor tafel twaalf al klaar staat. Het warme dessert voor tafel vijf staat ook al op hem te wachten. Hij voelt de druk toenemen en rent met zijn dienblad vol vieze glazen richting afwasmachine. Doorzijn haast merkt hij te laat de gereedstaande fles wijn op en hij stoot met zijn dienblad de fles om. In een fractie van een seconde pakt hij met zijn rechterhand de vallende fles. Helaas heeft hij door deze actie zijn controle over het dienblad in zijn linkerhand verloren en met het zo bekende, karakteristieke geluid vallen de glazen te pletter op de stenen keukenvloer. De scherven spatten alle kanten op. De ober staat wat beteuterd naar de ravage te kijken met de nog bijna volle fles wijn in zijn rechterhand. Het voorgaande tafereel is een mooi voorbeeld van ruimtelijk denken. De ober registreert met zijn ogen de val van de fles en waarschijnlijk voelt hij aan zijn dienblad ook het stoten tegen de fles. Zijn hersenen verwerken razendsnel deze informatie en geven zijn hand de opdracht om naar een bepaalde locatie te gaan om de fles op te vangen. Dit alles gebeurt vrijwel auto matisch en in een fractie van een seconde. Ruimtelijk denken doen we als mensen zo veel en zo intensief dat we ons er niet meer van bewust zijn. Als ik deze column typ op mijn laptop is ruimtelijke denken essentieel om de juiste letters aan te slaan. Bij iedere stap die we doen of handeling die we verrichten speelt ruimtelijk denken een rol. Ruimtelijk denken is een zo belangrijke vaardigheid dat we dit al heel vroeg in ons leven leren. Als baby leren we eerst ruimtelijk te denken voordat we aan taal beginnen. De tragiek van vanzelfsprekende zaken is dat we het belang ervan vaak niet goed onderkennen. Dit is ook met ruimte lijk denken het geval. Door de Amerikaanse academies van wetenschappen is dit onderkend en ze hebben in 2006 het rapport'Learning to think spatially'uitgebracht. In dit rapport wordt een lans gebroken voor meer aandacht voor ruimtelijk denken. Ze stellen onder andere dat er binnen het Amerikaanse onderwijs wél veel aandacht is voor reken- en taaivaardigen- heden, maar dat ruimtelijke vaardigheden te weinig aandacht krijgen. Ze stellen dat door meer en bewuster gebruik te maken van ruimtelijke competenties het innovatievermogen van de samenleving kan worden verhoogd. Dit wordt onderbouwd met een groot aantal voorbeelden waarin ruimtelijk denken echt tot nieuwe inzichten of doorbraken heeft geleid. De ont dekking van de'double helix'in 1953 door James Watson en Francis Crick is zo'n voorbeeld. Maar ook de ontdekking van de relativiteitstheorie door Albert Einstein wordt gezien als zeer geavanceerd ruimtelijke denken. Mijn persoonlijke favoriet op het gebied van ruimtelijk denken is Eratosthenes uit Alexandrië. Ongeveer 200 jaar voor Christus stelde hij met zeer eenvoudige hulpmiddelen in combinatie met briljant ruimtelijk denkwerk de omtrek van de aarde vast. Zoals gebruikelijk in de wetenschap, zijn er verschillende defi nities van ruimtelijk denken. Mij spreekt de volgende definitie het meest aan: "het redeneren over problemen op basis van ruimtelijke concepten met (mogelijke) inzet van (ruimtelijke) hulpmiddelen."Deze definitie combineert het doel (redeneren over problemen), de aanpak (gebruik van ruimtelijke concepten) en de methode (inzet hulpmiddelen). Het fraaie aan ruimtelijk denken is dat we er potentieel ieder probleem mee kunnen aanpakken. De bril waarmee we naar die problemen kijken is echtereen ruimtelijke. Vanuit ons vakgebied kunnen wij veel bijdragen aan de ontwik keling ervan. Allereerst'inzet van ruimtelijke hulpmiddelen'. Hierop hebben wij veel te bieden zoals ruimtelijke databestan den, visualisaties, ruimtelijke analyses, simulatiemodellen en hulpmiddelen voor interactie. Op het vlak van de 'ruimtelijke concepten' hebben wij ook een rijke traditie. Veel concepten zijn er geformuleerd zoals locatie, afstand, ruimtelijke correlatie, structuur, schaal, netwerken, ruimte-tijdmodellen enz. Op het vlak van het 'redeneren' hebben wij niet veel te bieden. Dit is het domein van de cognitieve wetenschappen. De samenwerking van de geo-informatiekunde met de cognitieve wetenschappen is daarom spannend, met veel potentie voor nieuwe ontdekkin gen en toepassingen. De ober aan het begin van deze column paste ruimtelijk denken toe om de fles wijn te redden. Wij kunnen het concept van ruim telijk denken gebruiken om ons vakgebied een bredere weten schappelijke en maatschappelijke basis te geven. Hierover meer in de volgende column. Arnold Bregt Hoogleraar Geo-informatiekunde, Wageningen Universiteit (Centrum Geo-informatie) (arnold.bregt@wur.nl) Geo-lnfo 2011-4 9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2011 | | pagina 11