Geoloketten
Nederlands Clearinghouse
Geo-informatie (NCGI)
en Geoloketten
NCGI
zowel NCGI als Geoloketten binnen een aan
zienlijk kortere periode niet levensvatbaar
werden geacht. Om na te gaan hoe dit komt
is het goed te kijken naar hoe in de Neder
landse geo-informatiesector aan samen
werking en het delen van geo-informatie
vorm wordt gegeven. Met sociologische en
antropologische inzichten heb ik gepro
beerd grip te krijgen op de ontwikkelingen
rond GBKN, NCGI en Geoloketten.
Met behulp van observatie, interviews en
documentonderzoek heb ik meningen,
opvattingen, voorkeuren en zienswijzen,
rapporten, artikelen, boeken en filmfragmen
ten verzameld om die te verwerken tot een
samenhangend beeld. Op basis daarvan heb
ik etnografieën geschreven die met behulp
van een theoretisch kader zijn geanalyseerd.
Met de'blik-van-buiten'van een antropoloog
ben ik te werk gegaan om zo tot inzichten te
komen die voor zowel voor wetenschappers
als praktijkmensen relevant zijn. Het onder
zoek is theoretisch en methodologisch
ingekaderd met de narratieve benadering
die erop is gericht verhaalstructuren te
analyseren. Daarbij heb ik onderscheid
gemaakt tussen een narrative setting (de
omgeving: tijd, plaats en technologie), nar
rative spaces (groepen, een individu kan soms
ook als groep worden opgevat) en narrative
storyboards (scenario's voor actie) (fig. i).
Hierna worden de etnografieën van NCGI en
Geoloketten enerzijds en GBKN anderzijds,
kort gepresenteerd en vervolgens met het
theoretisch kader vergelijkend geanalyseerd
waarna een conclusie wordt getrokken.
Het Nationaal Clearinghouse Geo-informatie
(NCGI, 1995-2006) omvat zes fasen. Het
startte officieel in 1995, maar al vanaf 1984
kwamen vertegenwoordigers van vier lan
delijk werkende bodemkundige instituten
regelmatig bij elkaar om mogelijkheden tot
samenwerking bij de onderlinge uitwisse
ling van geo-informatie te onderzoeken.
Deze poging tot samenwerking was nau
welijks succesvol, maar bracht begin jaren
negentig wel een intensieve samenwerking
op gang tussen individuele geodataspe-
cialisten die bij deze organisaties werkten.
Zij brachten het initiatief tot gegevens
uitwisseling in een volgende fase door op
informele basis een databank (Idéfix) te
t I o Mil c I r 1* 0 b «u
ver jiojriflich# fnlcrmitl»
bouwen, met daarin een beschrijving met
metadata van geo-informatie van de betref
fende instituten. Op dat moment probeerde
RAVI, opgericht als beleidsinstituut van het
ministerie van VROM, het van oorsprong
Amerikaanse idee van een clearinghouse
ingevoerd te krijgen in Nederland. RAVI
besloot al snel het Nederlandse clearing
house, dat is op te vatten als een centrale
catalogus met geo-informatie, te baseren
op het pionierswerk van Idéfix. De derde
fase, de realisatie van het NCGI werd in 1995
een feit met financiering, een stichting,
een bestuur, een kantoor en een website.
Deze tamelijk formele aanpak leidde niet
tot aansprekende resultaten en luidde
daarmee in 2001 de vierde fase in toen de
activiteiten van NCGI werden ondergebracht
bij een geosoftwarebedrijf waarin een aantal
voormalige Idéfix-professionals prominente
rollen vervulden. Zij waren niet in staat NCGI
vlot te trekken dus toen de gelegenheid zich
aandiende kwam rond 2003 het initiatief in
de vijfde fase te liggen bij het stimulerings
programma RuimteVoor Geo-informatie
(RGI) dat een projectbudget toekende aan
Geoloketten, de zesde en laatste fase, in feite
een voortzetting van NCGI onder een andere
Fig. 2. Wisselende initiatieven bij NCGI-Geoloketten.
naam en met andere mensen. Het initia
tief binnen NCGI wisselt steeds tussen de
gezamenlijk optrekkende Gl-managers met
afzonderlijke belangen en de eensgezind
samenwerkende werkvloer (fig. 2).
Geoloketten (2005-2008) werd gestart
in het kader van het programma Ruimte
voor Geo-informatie (RGI) als een project
om innovatie en samenwerking binnen
de geo-informatiesector te bevorderen.
In eerste instantie deed men dit door een
technisch raamwerk te ontwikkelen voor
een netwerkstructuur voor laagdrempe
lige toegang tot geo-informatie. Een con
sortium van vertegenwoordigers van
13 organisaties ging aan de slag om daar
aan handen en voeten te geven. Er werd
een heisessie georganiseerd om duidelijk
te krijgen hoe de doelstelling te realiseren
zou zijn. Daaruit kwam het motto'kun-
nen vinden en mogen gebruiken'voort.
Na ongeveer een jaar begon onder de
deelnemers langzaam maar zeker ondui
delijkheid te ontstaan want men vond dat
om een dergelijk raamwerk te realiseren
er toch overkoepelend beleid nodig was.
Daar zou RGI volgens de consortiumleden
in moeten voorzien en dat gebeurde niet.
Toen die beleidskaders uitbleven, begon
nen de deelnemers zich vrijwel uitsluitend
Gl-managers
.990
2010
Idéfix
RGI
SAG
Uitbesteed
Geoloketten
Gl-professionals
Geo-lnfo 2011-9 9