^"CBKN Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN) Cycli waarin een technologische innovatie al is verouderd op moment van toepassing 1975 Toepassing nieuwe Aankondiging van nieuwe technologie Nieuwe technologie is beschikbaar Nieuwe technologie getest in pilot project Nieuwe technologie herkend als veelbelovend Fig. 3. De vicieuze cirkel van vernieuwende technologie. op de techniek te storten. Men ontwik kelde op basis van de nieuwste inzichten en technologie een dataviewer, maar wat bleek? Op het moment van gereed komen was de toegepaste technologie eigenlijk al achterhaald. Dus werd een nog geavanceerdere versie gemaakt, die ook op het moment van gereedkomen al was achterhaald. Zowel binnen Geoloketten als NCGI zijn dit soort cycli te herkennen waarin een technologische inno vatie al is verouderd op het moment dat die toegepast zal gaan worden. Dit lijkt op een vicieuze cirkel waarin de nieuw beschikbare technologie steeds weer de voorwaarde schept voor een volgende vernieuwingsslag (fig. 3). Binnen Geoloket ten leidde dat ertoe dat het innoveren zelf als kern van het project werd gezien, en de zo gewenste infrastructuur naar de achtergrond verdween. Van een andere orde is de wordingsgang van de Grootschalige Basiskaart Neder land (GBKN, 1975-2010), onder te verdelen Landelijk j Samenwerkingsverband in vijf fasen. Fase één omvat de periode vóór de officiële start in 1975, een lange periode van aanhoudende discussies bin nen het werkveld over voortdurende frag mentatie, onvolledigheid en onnauwkeu righeid van grootschalige kaarten. Hieruit ontstond een vanuit de wetenschappelijke wereld ingestoken plan om Nederland systematisch grootschalig in kaart te bren gen, waarbij voor de uitvoering alleen het Kadaster geschikt werd geacht. Dat begon in fase twee met behulp van conventi onele karteringstechnieken op verschil lende plekken in Nederland als lokale proefprojecten. Deze initiatieven vonden doorgaans plaats buiten de verstedelijkte gebieden, waar de behoefte aan systema tische en actuele grootschalige kaarten eigenlijk vele malen kleiner was dan in de snel veranderende bebouwde omgeving van grote stadskernen. Gemeenten uit verstedelijkte gebieden echter onttrokken zich het liefst aan de GBKN-initiatieven omdat zij toen al in hun eigen behoefte aan grootschalige kaarten konden voor zien. In fase drie namen eind jaren tachtig voornamelijk middelgrote gemeenten het initiatief tot GBKN-karteringsprojecten omdat ze ontevreden waren met het trage GBKN productie- en bijhoudingstempo onder regie van het Kadaster. Mede door financiële problemen kwam het Kadaster in een lastige positie terecht en moest haar leidende rol in GBKN opgeven. Uiteindelijk kwam in fase vier op basis van publiek-private samenwerking (PPS) een landelijke stichting tot stand waarin gemeentelijke, nuts-en kadasterbe- langen waren vertegenwoordigd om regionale GBKN-initiatieven te coördine ren. Dit leidde tot een groeispurt in het GBKN-dekkingsniveau, van 20% eind jaren tachtig tot volledige iandsdekkendheid begin 2001. Na dit cruciale punt werden in de vijfde en laatste fase de pogingen om tot uniforme landelijke standaardisatie te komen geïntensiveerd, wat het op PPS-basis gerealiseerde GBKN aantrekkelijk maakte als Basisregistratie Grootschalige Topografie, als onderdeel van het landelijk stelsel van Basisregistra ties (fig. 4). Wat opvalt bij GBKN is de wisselende intensiteit in het gebruik van nieuwe technologie. Ondanks de oproep door wetenschappers om computertechnolo gie te gebruiken werd in 1975 de kartering Domein van Kadaster en nutsbedrijven Productie Landsdekkend met PPS 2010 Definitie Stagnatie 2010 Standaardisatie Domein van wetenschap en gemeenten Fig. 4. Wisselende initiatieven en PPS-samenwerking bij GBKN. 10 Geo-lnfo 2011-9

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2011 | | pagina 12