virslig
DHC-donateurs bezochten
vakmuseum in Dortmund
Vermessungswesen
"Dat hadden we op ons werk thuis óók" zo verzuchtte menig donateur van de stichting De Hollandse
Cirkel (DHC) op de excursie van 28 juni naar de geodetische afdeling van het stedelijk museum van
Dortmund (D) en naar het depot daarvan. Conservator Zacharias Klaasse van het Kadastermuseum zei
soms echter 'hébben we ook'.
Voordracht
'Schau- und
Studiensammlung'
Fig. 1. Toegang tot de museumzaal Vermessungs-
wesen.
Voorzitter Herman Quee vertelde dat émi
nence grise Henri Pouls moest afzeggen,
zodat men met 27 man was, maar dat de
laatstgenoemde zei ooit met Dolf Waale
wijn al bij de opening van de permanente
tentoonstelling te zijn geweest. (Quee
had op de tijdschriftendatabank van DHC
op internet in Geodesia 1985-6 het verslag
van Pouls daarvan kunnen lezen. Waale
wijn zei toen namens de NCG-werkgroep
Geschiedenis der Geodesie jaloers te zijn,
'...omdat het er vooralsnog niet naar
uitziet dat iets dergelijks in ons land tot
stand zou kunnen komen'.) Het stedelijke
Museum für Kunst und Kulturgeschichte
van Dortmund is gevestigd in een fraai
Art Decopand van de Stadtsparkasse uit
1924. In de ontvangsthal werd al verwezen
naardeVermessungsgeschichte op de
vierde etage. In de bij aankomst verkregen
museumbrede flyer stond bij een plaatje:
'Grosser Theodoliet. Paris, 19. Jahrhundert'.
Jan Stehouwer zag en verkondigde snel
dat dat apparaat met kompas op een
halve cirkel echter een grafometer was.
Ingo van Stillfried van het Vermessungs-
und Katasteramt van de stad Dortmund
fungeerde als gastheer en beaamde de
correctie.
Von Stillfried gaf vervolgens in een fraaie
ambiance Powerpointpresentaties over de
organisatie van geodetisch-historische acti
viteiten in Duitsland en het ontstaan van de
museumafdeling. De DHC'ers waren gasten
van Fachgruppe 5,
GeschichtedesVer-
messungswesens, van
het Verband Deutscher
Vermessungsingenieure (VDV) en van
de FörderkreisVermessungstechnisches
Museum Dortmund. De laatste had bij de
oprichting in 1975 als doel een eigen geode
tisch museum, maar dat werd dus een afde
ling in een groter museum met 130 objecten
uit de eigen collectie. Het verband heeft
circa 350 leden, veel instrumenten, een
bibliotheek van 5000 nummers, evenveel
geodetische postzegels, 200 kaarten en een
set landmeetkundige affiches. De'Schau-
sammlung'is in het museum en de 'Studien-
sammlung'voor eigenlijk alleen vakgenoten
in een depot daarvan. Uitgeleend wordt
aan tijdelijke tentoonstellingen en elke
twee jaar reikt men een Eratosthenesprijs
(€2500) uit voor het beste stuk vakgeschie
denis ('2011 lauft'). Bij instrumenten heeft
men de beperking dat deze in Duitsland
moeten zijn benut, maar dat geldt weer
niet voor de postzegels.Jaarlijks heeft
men een stand op de vakbeurs Intergeo
en aan de Dortmunder Museumsnacht
wordt ook meegedaan
met rondleidingen.
Een derde druk van het
'Museumshandbuch
Teil 2- Vermessungsgeschichte'is recentelijk
met steun van VDV en DVW verschenen
en vond aftrek bij DHC'ers (303 p„ 600 illus
traties, €30). Een tijdtafel bevatte immers
ookde 'Hollandischer Kreis'van Dou! Uit de
VDV-presentatie bleek dat er in totaal elf
vakgroepen zijn en dat nummer 5 onder
meer bezoeken organiseerde aan Kern in
Aarau, aan Dortmund en in 2012 in Duisburg
Mercator herdenkt. Uit een rondvraag
kwam dat de Förderkreis objecten krijgt uit
nalatenschappen, uit netwerken bij vernieu-
Fig. 2. Von Stillfried met 'Kreisteilmachine' van Kern.
Geo-lnfo 2011-9 17