Hoe verleid je studenten om zich
in geo-informatie te verdiepen?
Elise van der Wulp en Herman Janssen, Projectleiders Stichting Arbeidmarkt geo
Naast geospecialisten heeft de arbeidsmarkt behoefte aan afgestudeerden die naast hun eigen domein
(vakkennis) ook verstand hebben van geo-informatie en de toepassingen van GIS. Deze starters komen
uit aanpalende studierichtingen waar ruimtelijke informatie relevant is, zoals Planologie, Bodem, Water
en Atmosfeer, Sociale geografie, Bouwkunde of ICT (en zo zijn er nog wel 10 studierichtingen te noemen).
Zij hebben niet, zoals de geospecialisten, een volledige bachelor of masteropleiding gevolgd. Het zijn
mensen die binnen hun vakgebied begrijpen hoe je geo-informatie kunt gebruiken. Zij zijn in staat informatie
te koppelen aan een locatie, gegevens ruimtelijk te analyseren en relaties zichtbaar te maken. Hoe kunnen we
deze studenten uit de aanpalende studies verleiden om zich tijdens hun studie te verdiepen in geo?
Een landelijke geo-minor
Samen kunnen we meer studenten
interesseren in geo
Toetsing onder
tweedejaars studenten
We schetsen hieronder twee wegen die
bewandeld kunnen worden.
1. Zorgen dat geo als vak of onderdeel
in het curriculum van de aanpalende
studie wordt opgenomen.
2. Een keuzevak of specialisatie (minor)
ontwikkeien toegankelijk voor alle stu
denten, ongeacht hun studierichting.
Een korte rondgang langs de aanpalende
studierichtingen leert ons dat geo/gisvak-
ken vaak ontbreken. Zorgen dat geo als
vak of onderdeel in het curriculum wordt
opgenomen vergt een lange adem. Curri
cula van opleidingen zitten al vol. Er staan
meerdere onderwerpen te dringen om
een plekte krijgen in het curriculum.
Bovendien zijn de studie
coördinatoren vaak zelf
niet op de hoogte van het
belang van geo en GIS in
hun domein. Dit vraagt van
de geo-specialist of docent een charme
offensief om het vak gepositioneerd te
krijgen in het curriculum van bijvoorbeeld
ICT of Bouwkunde, Volharding en overtui
gingskracht zijn hier de benodigde com
petenties. Een weg die zeker bewandeld
moet worden, echter op korte termijn
zullen de resultaten hiervan beperkt zijn.
Niettemin kunnen aanbevelingen van
gezaghebbende personen uit de arbeids
markt een grote bijdrage leveren om
studiecoördinatoren van het belang van
geo te overtuigen. Ook concrete voorbeel
den, gericht op de meerwaarde van het
gebruik van geo-informatie in het eigen
vakgebied helpen hierbij.
De tweede route is sneller en gemakke
lijker, echter, de kans op succes is kleiner.
Hoe zorgen we ervoor dat studenten geo als
keuzevak of specialisatie in de vorm van een
minor opnemen in hun pakket? Als ze er
niet eerder wat over gehoord of gezien heb
ben, waarom zouden ze er dan voor kiezen?
Zes universiteiten, Wageningen, Gro
ningen, Utrecht, Delft, Enschede (ITC)
in hun studie en hun toekomstige werk.
De minor duurt een halfjaar en kent de
volgende onderdelen:
grondslagen geo-informatie en gebruik
tools (inwinnen, integratie data, ana
lyse, visualisatie);
verdieping, keuzevakken;
eindopdracht/stage;
Het eerste deel wordt centraal gevolgd,
bijvoorbeeld in Amsterdam bij de VU, met
inzet van docenten van de verschillende
universiteiten en gastdocenten. De verdie
ping keuzevakken volgt de student bij een
of meer van de deelnemende universitei
ten. De eindopdracht wordt gevolgd op de
universiteit waar de interesse naar uitgaat.
Voordat deze minor
verder wordt ontwik
keld is aan tweedejaars
studenten gevraagd of zij
hierop zitten te wachten.
en Amsterdam (VU) hebben het plan
opgevat om een gezamenlijke, landelijke
geo-minor te ontwikkelen waarin de
meest actuele kennis en ervaring wordt
samengebracht. Stichting Arbeidsmarkt
geo ondersteunt in de vorm van project
leiding, marktonderzoek, marketing en
communicatie. Deze academische minor
is toegankelijk voor alle studenten die het
belang van geo-informatie groot achten
Met ongeveer 30 studenten zijn panel
discussies gevoerd over het zoekproces
naar een minor in het algemeen en de
aantrekkelijkheid van een geo-minor.
Nagenoeg alle studenten kwamen uit
studierichtingen waar geo een relevante
rol kan spelen.
20 Geo-lnfo 2011-9