Seminar Sensor Web Enablement Verslag Stof tot nadenken Op 23 juni 2011 zijn zo'n 100 bezoekers afgekomen op het thema Sensor Web Enablement (SWE). Geonovum is als initiatiefnemer en organisator van het seminar te gast bij TNO in Utrecht. Samen met INCAS3, TNO/ Geologische Dienst Nederland, KNMI, Rijkswaterstaat en Wageningen Universiteit heeft Geonovum een divers sprekersprogramma samengesteld. De dag voorafgaand aan het seminar zijn al zo'n 30 deelnemers aanwezig tijdens de technische workshop. Simon Jirka van 52North geeft daar 'les' over de ins en outs van het SWE-raamwerk en de Sensor Observatie Service (SOS). De deelnemers zitten op hun eigen laptop aan de knoppen om de SOS te besturen en te raadplegen. Ook diverse toepassingen, uit het buitenland wel te verstaan, passeren de revue. De mens als observator Samenwerking (Geografische) context belangrijk voor interpretatie meetwaarden uit sensornetwerk 'Welkom in onze schatkamer' staat er op de banner bij de ingang van het gebouw van TNO. Om half 10 is het zo ver en heet Michel Grothe (Geonovum) iedereen van harte welkom. Michiel van der Meulen (TNO) spreekt namens de gastheer een welkomstwoord. Het seminar wordt gesponsord door Rijkswaterstaat en TNO, die beide een bovengemiddelde interesse hebben in het onderwerp. Al snel neemt 'de stem van de VPRO', Harmke Pijpers, het woord over als dagvoorzitter. Harmke: "Vandaag staat in het teken van meten is weten. Want voor zover ik het begrepen heb, gaat Sensor Web Enablement (SWE) echt een revolutie veroorzaken." De eerste spreker is Denis Havlik van het Austrian Institute of Technology, de Oostenrijkse tegenhanger van het TNO. "Meten is weten, maar zoals de Oosten rijkers zeggen, kennis is macht", aldus Havlik. Hij gaf vanuit de technische kant een terug- en vooruitblik. Voor de goede orde, SWE is een set van geo-standaarden ontwikkeld door het internationale Open Geospatial Consortium (OGC). SWE geeft de mogelijkheid om laagdrempelige, uniforme en gestandaardiseerde toegang te geven tot sensoren en meetgegevens. Havlik geeft een inzicht in de bevindingen van het vierjarige programma 'Sensors Anywhere', dat in opdracht van de Euro pese Commissie is uitgevoerd. Hij geeft een overzicht welke standaarden stabiel en volwassen zijn en welke moeilijk of niet zullen worden toegepast. Overtuigd concludeert Havlik, dat SWE volwassen is en op grote schaal kan worden toegepast. Dat is goed nieuws voor de deelnemers. Heinrich Wörtche, wetenschappelijk direc teur van INCAS3, een onafhankelijk onder zoeksinstituut voor sensortechnologie in Assen, haakt hierop in met Sensor City Assen. In de toekomst zal er een perma nente en toenemende stroom van meet waarden worden geproduceerd. De sen soren worden steeds kleiner door kleinere en slimmere processors. Deze sensoren worden bovendien steeds vaker inge bouwd in plastic, steen en textiel. Op een kaart van Assen laat Wörtche zien hoe zo'n 200 sensoren verspreid over Assen een antwoord geven op de vraag, hoe belastend of prettig geluid in een bepaald gebied is. Assen heeft daarvoor een High Performance vezelnet (zonder datatrans- ferlimieten), waarop sensorproducenten hun sensoren kunnen aanslui ten. Ook Wört- che signaleert net als Havlik, dat de context belangrijk is voor het interpreteren van meetwaarden. De sensoren signaleren geluid, maar de mens bepaalt of het geluid storend is of niet. Harde muziek tijdens een festival bij TT Assen kan prettig zijn. Maar als je wilt slapen is dat heel anders. Wörtche: "In Tokio gaan ze zelfs nog een stap verder. Gaat het om geluid van auto's, vrachtwagens of brommers?" De gemeen tebestuurder wil graag weten wat het geluid is en welke bronnen daarachter zitten om maatregelen te nemen. Naast de menselijke perceptie kan de context ook worden gevormd door het verschil in dag en nacht of de locatie van de meting. Daar is nog veel werk in te verzetten. Tot slot bevestigt Wörtche dat standaar den nodig zijn om de meetwaarden van sensoren bijeen te brengen en te fuseren met gegevens uit andere bronnen. Na een korte pauze volgen parallelle work shops, waarin het onderwerp sensoren en sensornetwerk verder wordt uitgediept aan de hand van de thema's Watermanagement, Milieu en geluid en Precisielandbouw en meteorologie. De workshop Watermanage ment wordt gegeven door Rijkswaterstaat. Het Landelijk Meetnet Water (onderdeel van RWS) gebruikt sinds jaar en dag sensoren om meetwaarden te verkrijgen. "We zijn op zoek naar nieuwe technologie met nieuwe mogelijkheden. We hebben nog wat last van koudwatervrees, maar staan open om de mogelijkheden die SWE biedt te bekijken, ook omdat SWE uitstekende kansen biedt om samen te werken met partijen als het KNMI", aldus Wim de Haas, Pieter Haaring en Martijn van Dijk. Rijkswaterstaat kondigt dan ook een SWE proof-of-concept aan voor het landelijk Meetnet Water. De workshop Milieu en geluid wordt gege ven door twee gastsprekers van TNO: Jan Burgmeijer (projectleider Sensor City Assen) en Tom Basten betrokken bij geluidsmetin- Geo-Info 2011-12 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2011 | | pagina 27