Het zijn de boeren
die het hardst vragen
om satellietdata
transparantie in de hele keten van grond
tot mond. Het ministerie van EL&I werkt
daarom aan een satellietdatabank om
vanaf 2012 zoveel mogelijk satellietbeelden
van Nederland beschikbaar te stellen aan
de landbouwsector.1 Daarmee geeft het
een enorme stimulans aan het gebruik van
satellietdata en de innovaties die daaruit
voor de landbouw mogelijk worden.
land kan eigenlijk maar maximaal één
landsdekkend beeld per maand worden
gegarandeerd. Dit is veel te weinig
voor de Smart Farmer. Zijn dringende
behoefte heeft op diverse plaatsen geleid
tot het zoeken naar een aanpak van het
bewolkingsprobleem. Er zijn eigenlijk vier
strategieën waar momenteel aan gedacht
wordt. De eerste betreft het lanceren
en het gebruik van meer satellieten.
Meer satellieten vergroot de kans op
een onbewolkt beeld. Dit is op zich een
externe ontwikkeling
maar dienstverleners
kijken hoe zij data van
verschillende satellie
ten kunnen gebruiken
in hun producten en
diensten. De ontwikkeling en lancering
van een satelliet is helaas meestal een
kwestie van jaren. De tweede strategie is
om gebruik te gaan maken van radarsatel
lieten. Radargolven hebben geen last van
bewolking en kijken daarmee direct naar
het aardoppervlak. De huidige satellieten
en hun sensoren zijn echter maar beperkt
bruikbaar voor de landbouw. Het is nog
een hele klus om uit te zoeken wat we pre
cies met radar waarnemen en welke kijk
hoeken, polarisaties en resoluties geschikt
zijn. Daarmee lijkt ook het gebruik van
radar een langetermijnstrategie. De derde
strategie is near sensing: niet vanuit
de ruimte maar een sensor vlakbij het
veld, bijvoorbeeld gemonteerd op de
tractorcabine. Ieder rondje door het veld
levert nieuwe data op. Er zijn momenteel
al diverse systemen operationeel, vooral
bedoeld om in een gesloten regelkring
direct in het veld de spuit of strooier ach
ter de tractor aan te sturen. Een belangrijk
nadeel is dat de meting gekoppeld is aan
het uitvoeren van de actie (zoals spuiten)
en zo eigenlijk niet
goed kan worden
opgenomen in het
managementproces
van de boer. Daar
voor zou de boer
dan een loos rondje moeten rijden om
de sensorinformatie op zijn bureau te
krijgen. De vierde strategie is de inzet
van kleine onbemande vliegtuigjes. In
jargon: Unmanned Aerial Vehicles (UAV)2.
Technologie die we kennen uit televisie
series als '24' en uit de inzet van drones in
oorlogshaarden. Maar in de landbouw
zijn ze onbewapend en veel kleiner. Het
voordeel van de UAV is dat ze een satelliet-
identiek product kunnen maken op het
moment wanneer je dat wilt. Zelfs onder
bewolking.
Het aantal satellieten dat beelden voor
landbouwkundig gebruik kan opnemen
is op twee handen te tellen. Gezamenlijk
draaien ze hun rondjes en dagelijks is er
wel eentje boven ons hoofd. De satelliet
moet wel worden geprogrammeerd om
in de vaak beperkte opnamecapaciteit
Nederland te 'fotograferen'. En dan
moet het op het tijdstip van overkomst
ook nog wolkeloos zijn. Bewolking is
momenteel de meest knellende beper
king voor operationele toepassingen
van satellietdata.
De behoefte van de boer is helder en de
oplossing komt steeds meer voorhan
den. Maar er is nog een probleempje: de
bewolking. Met de huidige beschikbare
satellieten en de bewolking in Neder-
De spuitarm van 26 meter bestrijkt een aardappelgewas. De spuitintensiteit wordt gevarieerd op basis van een geogerefereerde taakkaart. (Foto: TerraSphere)
Geo-Info 2011-12 5