1. Challenges
2. Common Frameworks
Het COEX-conferentiecentrum waar het GGIM-congres werd gehouden.
Voor het Forum in Seoul en de daarom
heen georganiseerde bijeenkomsten
van 23-27 oktober 2011 circa 350 experts
en verantwoordelijken (het een sluit het
ander niet uit) voor de geo-informatie
uit 90 landen aanwezig, op uitnodiging
van de UNSD, die daarvoor de nationale
voor de geo-informatie verantwoordelijke
organisaties had aangeschreven, in het
geval van Nederland het Kadaster. Voor dit
High Level Forum on Geospatial Informa
tion Management waren uit die experts
sprekers en panelleden geselecteerd die
op een aantal zittingen hun ideeën ten
beste gaven over:
1. Challenges in geospatial policy formu
lation and institutional arrangement
2. Developing common frameworks and
methodologies
3. International Coordination and Coope
ration in meeting global needs
4. Capacity building and knowledge
transfer
Hierbij ging het om Open Data. Dit houdt
in dat er voor elk land in elk geval een set
referentiegegevens vrij beschikbaar moet
zijn op de schaal van 1:25.000 en kleiner.
Die set moet bestaan uit alle topografi
sche data (incl. administratieve grenzen),
luchtfoto- en satellietbeelden, vegetatie,
geologie, bodem, grondgebruik, gege
vens ten behoeve van rampenbestrijding
en risicobeheersing en demografische
gegevens. Die gegevens zouden volgens
internationaal aanvaarde standaarden
moeten worden aangeleverd.
Het opzetten van een NSDI vereist een
wettelijk kader. Hierbij moeten verantwoor
delijkheden voor productie en beheer wor
den gedefinieerd. Daarom zou het instellen
van een nationale beheersinstantie die
meteen de werkzaamheden coördineert,
wenselijk zijn. Ook is een samenwerking
tussen nationale karteringsdiensten en
nationale statistische bureaus cruciaal
voor het gemeenschappelijk belang voor
de bestuursondersteuning. Die nationale
beheersinstantie (op mondiaal niveau,
ondersteund door de GGIM) zou meteen
standaarden kunnen ontwikkelen voor
ruimtelijke informatie. De keynote die bij
dit onderdeel hoort, werd gehouden door
de directeur van het Istituto Brasileiro de
Geografia e Estatistica (de IBGE). Dit is de
Braziliaanse overheidsinstantie die zowel
de kartering als de statistische opname van
het land verzorgt. In tegenstelling tot de
verwachting was hij niet in staat kartogra-
fen en statistici het belang van bundeling
op één plek te overtuigen.
De voordracht van Hiroshi Murakami, vice-
voorzitter van PCGIAP, ging over het ont
wikkelen van gemeenschappelijke kaders
en methodologiën. Dit is het VN-onderdeel
dat de ontwikkeling van SDI's voor Azië en
de Pacific ondersteunt. Hij had onderzoek
gedaan naar de hobbels die nog genomen
moeten worden voordat de landen in zijn
regio zowel gemeenschappelijke geodeti
sche kaders en technische standaarden als
vergelijkbare regelgeving zouden hebben.
Conclusie: we zijn nog ver van dat doel af,
al was het alleen al omdat in een aantal
landen de wet moet worden aangepast die
de aard van de geodetische werkzaamhe
den vastlegt. Voor Japan zou het bijvoor
beeld betekenen dat het coördinatenstel
sel - en daarmee de coördinaten van veel
bekende punten - moet worden aange
past. Bovendien zou het monument voor
het centrum van het land moeten worden
verplaatst. Hij merkte daarbij op dat het te
lang vasthouden aan bestaande regelge
ving van nationale karteringsdiensten een
hindernis kan vormen bij het realiseren
van nieuwe kaders. De spreker namens
Eurostat gaf aan dat Europa nog een archi
pel is van data-eilanden, elk met eigen
standaarden, en dat die nu met INSPIRE
aan elkaar verbonden moeten worden.
Geo-lnfo 2012-1 25