Kartografisch vuurwerk Open Kaart Kranten komen graag met vuurwerk. Opval lend nieuws of niet: het moet opvallend gepresenteerd worden. Als er geen nieuws is, kun je als redactie toch zelf nieuws vergaren? Op 2 januari ruimde het gratis dagblad'De Pers'een hele pagina in voor een illustratie (of is het toch een kaart?) die de'nieuwjaarsherrie' in beeld bracht. In Haarlem werd de meeste herrie gemeten. Maarten Boddaert (uitgever aardrijkskunde en kartograaf):"\k betwijfel of dit een kaart is en niet gewoon een illustratie, maar goed, ik herken Nederland en er zijn gegevens ruim telijk weergegeven, dus laat is het toch maar een kaart noemen. De kaart ziet er feestelijk uit, maar allerminst leesbaar. Uit de kaart valt namelijk totaal niet te lezen dat in Haarlem de grootste herrie is gemeten. Alle kleuren in de Randstad vliegen dwars door elkaar. Storender vind ik dat deze kaart geheel onin teressant is. Het zegt voornamelijk iets over de plek waar metingen zijn verricht en niets over de vraag of er in Nederland gebieden zijn waar meer vuurwerk wordt afgestoken dan in andere gebieden. Waar de hardste knal plaatsvond, is ook geen zinnig woord over te zeggen. Het scheelt nogal of de knal 10 meter of 100 meter van de meetapparatuur plaatsvond. Ook is het volstrekt irrelevant hoe laat de hardste knal plaatsvond: 0.15 uur of 0.16 uur, wat maakt dat uit? Het was urenlang onrustig die nacht..." Edward Mac Gillavry (adviseur kartografie en geo-iCT):"De gegevens achter deze illustratie zijn gemeten door GeluidsNet. Deze stichting heeft als doel objectieve en betrouwbare meetgegevens te leveren aan bewoners, belangengroepen en overheden rondom de Nederlandse vliegvelden. Dit verklaart het spreidingspatroon van de metingen die hier in kaart zijn gebracht. De illustratie biedt dus geen beeld dat representatief is voor de landelijke spreiding van vuurwerkgeluid, maar alleen voor de locaties in de buurt van vliegvelden. Hoewel je zou kunnen denken dat de locaties zijn gese lecteerd op basis van het hardste vuurwerkge luid, kan het dus het geval zijn dat Groningen of Middelburg het hardste vuurwerkgeluid produceerde, maar dat dit gewoonweg niet is geregistreerd. In de titel of het kaartbeeld had de maakster deze afhankelijkheid tussen meet- locaties en weergave duidelijk moeten maken." Tjeerd Nijeholt (adviseur geo-informatie en auteur 'Handboek Geo-visualisatiej:"Uiteraard is dit geen kaart, maar een illustratie. Ik vind deze illustratie best goed. Leuk gekleurd. Simpel onderschrift. Maar hij had zo veel beter kunnen zijn. De geïnteresseerde lezer is te snel weg, omdat de grootte van de vuurwerkuitspat tingen niet proportioneel is met de maximum aantallen decibellen. Dat is toch wat iedereen onbewust of bewust verwacht? Je wilt zien waar de hardste knal is. De gegevens hoeven wat mij betreft niet wetenschappelijk verant woord te zijn; daar mikken die kranten toch niet op. De lezer-ik weet niet wat oorzaak of gevolg is - verwacht dat ook niet. Maar was er iemand bij de productie van deze illustratie betrokken geweest met een beetje kartografische kennis, of kennis van grafische vormgeving, dan was de grafische variabele'grootte'gebruikt. Het was dan een veel mooiere, plezierigere en duidelij kere illustratie geweest." Frédérik Ruys (information designer voor onder andere VPRO's 'Nederland van Bovenj: "Tekst en beeld moeten naadloos aansluiten, wil de boodschap goed overkomen. Bij deze illustratie gaat het een paar keer mis. Zo laat de kaart prachtig en kleurrijk uiteenspattend siervuur werk zien, terwijl het artikel over herrie gaat - in de praktijk veroorzaakt door het onooglijke grondvuurwerk. De tekst beweert dat Haarlem de lawaaierigste jaarwisseling heeft gevierd. Helaas is dat gegeven nauwelijks van de kaart af te lezen. Als lezer zoekje tevergeefs naar de betekenis van vorm, kleur of grootte. Ook de vermelde plaatsen lijken lukraak gekozen te zijn. Daarbij helpt het overdreven perspectief - dat ook gevolgen zou moeten hebben voor de grootte van het vuurwerk - ook niet mee. Het zou veel verdienstelijker zijn geweest als er meer zorg was besteed aan de typografie (door bijvoorbeeld het corpsgrootte te relateren aan de decibelwaardes). Het tijdsaspect zou ook een leuke invalshoek kunnen zijn geweest:'Wie piekt er vroeg, wie piekt er laat?' «IkcIMIin'M Ivnotdi j<piT*twin NwWwL flüs ook hei tijden Oud h hri imHialnn pit#* melei «ftGeUcfcntjl fctjt Kn n^gistnw rj Wil og^de ifcei op. Datis te met ht ha (tftlhaui dputnrnf h" IgtopilQ decibel 20 Geo-lnfo 2012-2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 22