In Memoriam ir. G.L. Strang van Hees (1932-2012) Op 31 januarij.I. overleed ir. G.L. Govert Strang van Hees, oud-hoofddocent aan de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit in Delft. Govert werd op 23 september 1932 in Bussum geboren. Nadat hij de militaire dienstplicht had vervuld, mocht hij rond zijn twintigste verjaardag zijn collegekaart in Delft afhalen voor de studie Geodetisch Ingenieur. Dit was een kleine jaargroep, waarvan slechts vijf studenten de eind streep zouden halen. Govert kreeg de kans in 1957 het laatste col lege'Fysische geodesie'van professor F.A. Vening Meinesz bij te wonen. Hij zat toen in het vijfde jaar en stond bekend als gedre ven met een grote interesse in theorie. Fysische geodesie was een boeiend maar moeilijk vak dat voor de meeste studenten synoniem was voor'bolfuncties'; onvermij delijk om hetzwaartekrachtsveld wiskundig te beschrijven, maar voor de studenten - in de opleiding toch wel wat gewend - een geheel nieuw onderwerp. De studenten kwamen ook met bijzondere takken van wiskunde in aanraking bij de colleges van lector G.J. Bruins, die onder meer kromlijnige geodetische berekeningen en kaartprojecties doceerde. Bruins werd de opvolger van Vening Meinesz in een nieuwe 'gewone'leerstoel 'gravimetrische geodesie'. Govert - kennelijk geïnspireerd door Vening Meinesz - studeerde op 21 april 1958 af bij Bruins op een onderzoek dat hij in 1957 als student-assistent had gedaan aan de Aska- nia Gs-9 veergravimeter die in 1955 door de toenmalige Rijkscommissie voor Geodesie was aangeschaft. Govert werd in 1960, naast ir. G. Bakker, de tweede wetenschappelijk medewerker van Bruin. Dit betrof een gesubsidieerd stu- diebedrijf in Duitsland van Alexander von Flumboldt. Zette Bakker met slingermetin gen het zwaartekrachtswerk op zee voort, zo werd Govert belast met de hermeting en uitbreiding van het binnenlandse zwaarte- krachtsnet. In een speciaal daarvoor aange schafte en aangepaste Citroën DS combi - bestuurd door een onderafdelingschauffeur en tevens meetassistent Van der Stap - mat hij in 1960 in totaal 52 landelijk verdeelde zwaartekrachtsstations. De uitkomsten vertaalde hij in een nauwkeuriger geoide voor Nederland. Grensoverschrijdend aan gesloten aan buitenlandse stations vormde die in 1962 de Nederlandse bijdrage tot een Europees zwaartekrachtsnet. In samen werking met vooral Duitse geodetische instituten zette Govert - intussen in Amerika nog enige tijd gastmedewerker aan de Ohio State University - dit werk later voort. Deze geodetisch infrastructurele taak werd in de jaren '80 overgedragen aan de toenmalige Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat. In '64-'65 maakte Strang van Flees, afgewisseld door zijn jongere collega ir.Th.J. Poelstra, in het kader van het NAVADO-project diverse transatlantische reizen aan boord van het opnemingsvaartuig Flare Majesteit'Snellius' van de Koninklijke Marine. Flun opdracht was de meting van zwaartekrachtsprofïelen met behulp van een nieuw type gravimeter, die op beweeglijke oppervlakteschepen bruikbaar was. Zijn opname van 1969 van het Surinaamse continentaal plat aan boord van Flare Majesteit'Luymes'is slechts één van de verdere voorbeelden van Goverts gravimetrische activiteiten, te land en zeegaand. Hij verzorgde ook de uitwerking van zijn metingen, de geodetische analyse van de uitkomsten en de publicatie van de bevindingen; al dan niet in samenwerking met buitenlandse collega's. Die ontmoette hij ook tijdens de vergaderingen van de International Gravimetric Commission en de International Geoid Commission van de IAG, waarin hij later Nederland vertegen woordigde. Govert vertegenwoordigde de universiteit in de subcommissie Bodem beweging van de Nederlandse Commissie voor Geodesie in verband met de rol van zwaartekracht bij het onderzoek naar verti cale bodembeweging. Met name voor het onderwerp aardgaswinning in Groningen. Govert Strang van Flees was een onderzoe ker met functionele contacten in binnen- en buitenland. Hij hield zijn bevindingen via talrijke publicaties niet voor zichzelf. Teruggebracht tot de essenties, wist hij zijn kennis en ervaring ook uit te dragen in het geodetisch onderwijs, zowel regulier als postacademisch. Zijn betrokkenheid bij het reguliere onderwijs blijkt uit zijn oproep in 1980 om in onbruik geraakte exemplaren van het uitverkochte'Physical Geodesy'van W.A. Fleiskanen en PI. Moritz over te doen aan zijn studenten. Met een brede weten schappelijke belangstelling keek hij ook over de grenzen van zijn vakgebied. Bij wat hij aanpakte legde hij nauwgezetheid en vindingrijkheid aan de dag. Op één van zijn recreatieve zeereizen schatte hij, kijkend langs de reling, de kromming van de aarde. Thuis in Pijnacker bouwde hij een werkend houten demonstratiemodel van een rever- sieslinger, een type instrument waarmee omstreeks 1900 in Nederland de eerste geodetische zwaartekrachtsmetingen werden gedaan. Illustratieve zijstapjes uit de'gravimetrische geodesie', het vakgebied waarop hij in en buiten Nederland decen nialang aanspreekpunt was. L. Aardoom Geo-lnfo 2012-2 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 35