t
PROPRIETARY OPEN
Digitale uitwisseling
GEOBoer Webservice
perceelsinformatie
uitwisselen met overheid
Open Data, minder lasten
Ketenomkering:
van inwinnen naar aftappen
SHARED USAGE
INTERNAL USAGE
O
O
SHARED USAGE
INTERNAL USAGE
Afbeelding vde fasen van informatie-uitwisseling.
Percelen en perceelsinformatie
worden steeds vaker de basis van
informatiesystemen die de boer
ondersteunen. In toenemende mate
wordt deze informatie uitgewisseld met
leveranciers, afnemers of dienstverleners
(zie ookTabel i).
De sterke toename in het uitwisselen van
perceelsinformatie startte bij de Europese
regelgeving
rondom de
inkomenssteun.
In 1992 voerde
de Europese
Commissie een
ingrijpende
verandering door in het landbouwbeleid
en ging men naar een systeem van
dier- en hectarepremies. Voor deze
hectarepremies werd een kaart van alle
landbouwgronden gemaakt op basis
van de 1:10.000 topografische kaart.
Alle landbouwgronden kregen een
nummer en de boer gaf jaarlijks in zijn
steunaanvraag aan hoeveel hectare hij
in welk blok in gebruik had. Vanaf 1999
moest de boer op een papieren kaart
intekenen waar (en hoe groot) het door
hem gebruikte land is. Sinds 2004 is dat
zelfs volledig gedigitaliseerd. Momenteel
houdt meer dan 90% van de boeren in
Nederland hun perceelsgrenzen digitaal
bij in het zogenoemde'Mijndossier'
van de Dienst Regelingen. Maar deze
percelen zijn slechts zeer beperkt in te
zien door andere partijen. Pas sinds vorig
jaar kan de boer er zelf bij en met de
GEOBoer Webservice (voortgekomen uit
het gelijknamige RGI-project) kunnen
de boeren de percelen digitaal met hun
eigen systemen benaderen.
Laten we wel wezen: er zijn weinig
andere voorbeelden van ondernemers
die gevectoriseerde geo-informatie bij de
overheid kunnen ophalen, aanpassen en
vervolgens weer
terugsturen. En
we hebben het
over informatie
waar grote
belangen aan
vast zitten, want
het dient als basis voor inkomenssteun
en milieuhandhaving.
Binnen de overheid zijn er twee
belangrijke bewegingen die invloed
hebben op de uitwisseling van informatie
tussen overheid en boer: open data en
verlichting van
administratieve
lastendruk.
Beide worden
hier kort toegelicht.
Open data, oftewel de drempelloze
beschikbaarstelling van publieke
sectorinformatie geeft een flinke zet aan
innovatief ondernemerschap - aldus de
digitale agenda van Europa1. Men heeft
daarbij mooie visioenen, gevoed door
klinkende anekdotes2. Maar: "Open data
is verworden tot een buzz-woord, dat
in één adem wordt genoemd met de
verwezenlijking van ambities als een
transparante en compacte overheid,
waardecreatie en burgerparticipatie"
aldus de Nederlandse Geodetische
Commissie3. Voor velen, met name de
overheid, is open data een middel om
deze maatschappelijke doelen na te
streven. Het gaat dus meer om vrije
toegang tot gezaghebbende data. Een
initiatief als 'Open Street Map' gaat een
stap verder. De open data wordt daar
gemaakt, geannoteerd en gecontroleerd
en gebruikt door de community. Het is
een open source dataset. De kwaliteit
van de data wordt niet door de overheid
geborgd maar ontstaat doordat
gebruikers fouten of omissies aanmelden
of zelf bijwerken.
Een tweede beweging is het verminderen
van administratieve lasten. Dit zijn de
kosten die gemaakt moeten worden om
aan de informatievraag van de overheid
te voldoen.
De overheid
werkt aan
basisregistraties,
versimpeling van wet- en regelgeving
en de vorming van loketten. In de
landbouw is al jarenlang zo'n loket en
werkt men aan harmonisatie van wet- en
regelgeving zodat het dezelfde geo-
informatie gebruikt.
Geo-lnfo 2012-3 5