Rotterdamse kaartbijhouding...
NCG:Open Data is verworden
tot een buzz-woord"
Informatie-uitwisseling
Nieuw.arfteFk
IJssel
De lastendruk wordt verder bepaald
door de interactie tussen overheid
en ondernemer/burger. Ondanks alle
versimpelingen wordt er nog veel
gevraagd van boeren. Waar mogelijk
kijkt men naar de zogenaamde
ketenomkering: de overheid wint niet
meer zelf in, maar tapt af van databases
uit de sector. Ketenomkering is ook
een abstract en breed gebruikt begrip
waarvan de belangrijkste kenmerken
zijn: meer
invloed van de
ondernemer
op waar,
wanneer en hoe hij gegevens aanlevert,
en (daarmee) de afnemende kosten
die met de inwinning gepaard gaan.
Het programma 'Slim Geregeld Goed
Verbonden'van het ministerie van
EL&I heeft al vele voorbeelden waar
ketenomkering geleid heeft tot een
vermindering van administratieve lasten.
De combinatie van beide bewegingen
kan gevat worden in vier fasen waarin
zich een specifieke gegevensuitwisseling
bevindt: in de eerste fase is de geo-
informatie vooral een interne bron voor
de eigen processen. De topografische
kaart bijvoorbeeld was een militair
initiatief om in het voorkomende geval
militaire bewegingen door het land te
kunnen organiseren.Terreinobjecten
werden daarin vastgelegd. Vele andere
geo-informatiesystemen zijn begonnen
voor intern gebruik. Dan constateert de
bronhouder dat de interne systemen
interessante data bevatten die voor
anderen interessant zijn. In de tweede
fase worden
deze datasets
met anderen
gedeeld, zonder
de autonomie over het vervaardigen en
actualiseren te verliezen. Als gebruikers
steeds meer aandringen om bepaalde
informatie te wijzigen of anders te
presenteren, gaat het over naar fase drie.
Deze fase is bereikt wanneer de regie, de
standaarden en de inwinning niet langer
het monopolie zijn van een organisatie,
maar waar breed door gebruikers aan
wordt bijgedragen. De vierde fase betreft
de regels en protocollen om van zo'n
gedeelde databank af te kunnen tappen.
En hierbij hoort ook het vertrouwen
dat deze data veilig is voor gebruik.
Afbeelding 1 geeft deze vier fasen
weer als een kruising van de wijze van
aanmaken van de data (proprietary
tegenover open) met het gebruik (intern
tegenover gedeeld).
De meeste initiatieven van open data
van de overheid bevinden zich in fase 2.
Ook de perceelsregistratie valt daarin.
Het is wel denkbaar dat boeren de
perceelsgegevens steeds meer zelf gaan
meten, gaan beheren en bijhouden.
Hierdoor ontstaat er een repository
waaruit de overheid de voor haar
belangrijke informatie kan aftappen met
de toename in precisielandbouw. En dan
tegelijkertijd ook de andere gebruikers
van die geo-informatie. Het is duidelijk
dat de beheerder van een dergelijke
repository een belangrijke sleutelspeler
kan worden in de informatie-uitwisseling
tussen boer en overheid.
1 http://ec.europa.eu/information_society/
digital-agenda/index_en.htm
2 Gov2.0 Expo 2010: Joshua Robin, Unlocking
Real-Time Data'on youtube.com
3 Zie'Open data: van ideaal naar realiteit'.
Rapport 55, Ned. Geodetische Commissie, 2012
Zeker als het gaat om land van de buren is de Rotterdamse
kaartbijhouding soms merkwaardig. Op nieuwe RET-
lijnenkaarten prijkt zodoende in Nieuwerkerkaan den IJssel (met
Connexxionbussen) ook in 2012 nog de Burg. Jasstraat. Deze
straat werd door de voormalige Nieuwerkerkse gemeenteraad
herbenoemd in Vrijheidslaan. Dat gebeurde na een aflevering
over de burgemeester in oorlogstijd in mijn historische rubriek
'Toen Nu'in het hah-blad'Het Kanaal'van 3 mei 1995. De
ingangsdatum van de nieuwe naam was 1 januari 1997, want er
werd eerst ook nog gepraat en geïnformeerd bij het NIOD. Zou
ondanks de BAG met herhalingen van straatnamen de fout ook de
16-jarige leeftijd nog halen?
Adri den Boer
NtHtLWiPf
6 Geo-lnfo 2012-3