Tiel Vorst Zutphen Goes Niet-Joodverklaring Personele ellende Na de bevrijding Geen bedrijfsmonumenten Literatuur De &ador^ötvolDondöf feöreep/fc^trelddtiÈï- gqitaroH £önte—r—~ TOndo tv wrlli^rt, dat mtir tl Jïi (hAnï} bovtv wrferó nüoh hljsólf (tijiölf), neoh ïijr. (luar) aaht&ómratto) fTrorlMftfü) *3É ncflb ven ïtjöor (hanr) (huimor bvidor)*) end:ert of rr-setouécrs eelt haaft behoort tot do J»d»hc 301qc fct.dor. bchap Don (4vr) ondorsottHliccndv 1b ÏK"?tö3jö p dflthij frtjtloh In javal TOroiiEtaiLüdö TOrï&srlng ï&ot julrt tv ilJn tan oaaiöiollijld ontving. blovtêtelt. w. (haudtosktdm) DoorwJinappan In £jaVftl do aribtoöfir.r Eiot ^gJnnrd of voFlUmfd Ibi kadastrale registratie worden overgeschre ven vanuit de duplicaten bij gemeenten of belastingdienst. De vernieuwing van de hypotheken vond plaats in 1948. Alle kadastrale kaarten van het Kadaster te Tiel moesten op last van de burgemeester worden opgezonden. Het was blijkbaar niet duidelijk waar de kaarten heen moesten. Ze bleken naar het Ministerie van Defensie te zijn verzonden, maar niet duidelijk is of ze daar ooit zijn aangeko men. Een maand later arriveerden ze weer bij het Kadaster, ondanks opdracht om ze te vernietigen. De meting van akteposten werd moeilijk omdat de Duitsers de nodige dienstauto's vorderden. Voor de auto's die het Kadas ter mocht houden, was er doorgaans geen benzine. De meetarbeiders troffen het heel slecht: ze werden per werkdag betaald, maar er werd weinig gewerkt. Besloten werd om de oorlog maar als vorstperiode te beschouwen. Daar was in ieder geval een regeling voor. In maart 1943 wordt het Kadaster in Zutphen geconfronteerd met een omgeval len rijksgrenspaal. Het Katasteramt Ahaus in Duitsland wordt gemaand tot herstel. Antwoord uit Duitsland: "We wachten tot de oorlog voorbij is!" Het Kadaster in Goes is in mei 1940 ernstig ontriefd: zij missen 1 pond potloodgum, 48 potloden, radeermes, 15 kaarten en 1 instrument. De Duitse bezetting wilde de Joden stapsgewijs isoleren van de samenleving. In oktober 1940 kreeg het hele overheids apparaat, dus ook het Kadaster, een 'niet- jood verklaring'toegestuurd. Bijna alle ambtenaren vulden het formulier (hierbij afgedrukt) in. Daarna werden alle joodse ambtenaren ontslagen. Het ging daarbij niet zozeer om mensen die tot de joodse geloofsgemeenschap behoorden, maar om degenen die 'een of meer VOLjood- sche grootouders'hadden. Velen zullen de verklaring met afschuw ingevuld hebben. Afb.2.Blanco Niet-Joodverklaring In augustus 1941 krijgt tekenaar Snel dui zend gulden van het Kadaster omdat zijn huis door bommen is verwoest. Er ontstaat een ware run op fietsbanden; die zijn op de bon en de correspondentie uit die tijd bestaat voor een groot deel uit aanvragen om fietsbanden, werkschoenen, zelfs ondergoed voor landmeters en meetarbei ders. De kolenschaarste wordt zo nijpend dat vanaf de winter van 1941 de kantoren op zaterdag dicht zijn om kolen te bespa ren. Later worden boomstobben door het Ministerie van Financiën verstrekt om de kachel te laten branden. Verder staat de correspondentie vol met verboden om verjaardagen van het Koninklijk Huis te vieren, allerlei verboden voor Joden, zuinigheidsvoorschriften en het volgen van cursussen in Berlijn om een betere kijk op de politiek te krijgen! Een landmeter in Goes meldt dat hij een granaatscherf in zijn voet heeft gekregen en daardoor minder akteposten kan meten. Er circuleren lijsten met minder goede vaderlanders, met de bedoeling om deze niet in dienst te nemen. Op 3 oktober 1946 krijgt een bladschrijver in Goes een berisping, met salariskorting, omdat hij 'gedurende de bezetting te kort is geschoten in het betrachten van de juiste houding in verband met deze bezet ting'. Meetarbeider A.E. de Jonge krijgt f460,36 betaald van het Kadaster omdat hij ondergedoken was geweest en in die tijd geen salaris had gekregen. In Zwolle had het Militair Gezag na de bevrijding gemak van een schriftje dat de bewaarder mr. K.J. Bes stiekem had bijgehouden van alle akten waarbij NSB'ers huizen en grond zogenaamd hadden gekocht van Joden. Dit soort frauduleuze akten kon bestaan door de medewerking van minder goede notarissen. Bij de Belastingdienst, waarvan het Kadaster tot ver na de oorlog een onderdeel was, werden geen volledige en uniforme serie bedrijfsmonumenten voorgevallenen geplaatst. (Bijvoorbeeld wel een gedenksteen in het Rijksbelas tingkantoor Maastricht, die betreft geen Kadasterambtenaren.) Bijvoorbeeld bij de NS (in stations), bij de Rijkswaterstaat en dus ook bij de toenmalige Meetkun dige Dienst daarvan gebeurde dat wel (Den Boer, 1995). Het zal mede daardoor zijn dat er ook een naamlijst van even tueel gevallen Kadasterambtenaren mankeert. Den Boer, A.M. 'Niet met de stroom mee. Een bedrijfsmonument voor de jaren 1940-1945, in: NGT Geodesia 1995, p. 211/212. Object staat ookopwiki.delft.nl. Zacharias Klaasse, conservator bedrijfsmuseum Kadaster Geo-lnfo 2012-5 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 25