Zal de BGT de wondere wereld van informatiemodellen onderling verbinden? Column Marjan Bevelander Op 17 april was ik bij een bijzondere bijeenkomst, waar een tien tal presentaties van informatiemodellen de revue passeerden: o.a. IMBGT, IMWE, IMWOZ, IMRO, IMLG/IMLB, IMWA, IMNA en IMBRO. Het klinkt bijna als een gedicht- De middag bood een kijkje in een flink groeiende reeks van informatiemodellen die allemaal proberen de wereld om ons heen zo goed mogelijk te vertalen en vast te leggen in een begrippenkader. Een begrippenkader dat een bepaald onderdeel ("domein") van onze omgeving probeert te vatten in afgebakende en gedefinieerde objecten en hun onderlinge relaties. Zo zijn er informatiemodellen voor het landelijk gebied, voor ruimtelijke ordening, voor water, voor welstand, enz. Alle vertegenwoordigers van deze modellen vertelden enthou siast over hun model en de toepassing daarvan. Ik was één van hen en presenteerde het Informatiemodel Natuur, IMNA, namens de provincies. De aanleiding voor de bijeenkomst -die was georganiseerd door Geonovum- was de vaststelling van het Informatiemodel Geo grafie (IMGeo) in februari. De kern van dit model bestaat uit het verplichte deel dat gebruikt wordt voorde BGT. Als vanaf 2017 de BGT voor heel Nederland beschikbaar is en gebruikt kan worden als basisinformatie, is afstemming nodig tussen de bestaande domeinmodellen enerzijds en het recent gedefinieerde IMGeo 2.0 anderzijds. Lang niet alle modellen zijn namelijk gebaseerd op de topografie en de opbouw van IMGeo. Het doel van de bijeenkomst was daarom om te komen tot afstemming tussen IMGeo en de diverse domeinmodellen. De meeste informatiemodellen zijn gebouwd om de uitwisseling van informatie binnen een vakgebied goed te laten verlopen. Daar zijn succesvolle voorbeelden van, met IMRO (ruimtelijke ordening) als voorloper voor de standaardisatie van ruimtelijke plannen. Het succes lijkt echter vooral van toepassing binnen een vakgebied. Afstemming van informatiemodellen onderling verloopt nogal stroef. In eerste instantie leek de moeder van de informatiemodellen, de NEN3610, die verbinding te garanderen. Maar hoe meer informatiemodellen ontstaan, hoe meer zij op zichzelf staan en gezocht moet worden naar de verbinding onderling. Ook komt overlap vaker voor omdat de opstellers zich niet bewust zijn van wat er al bestaat. Dit klinkt misschien als een theoretisch, abstract probleem, maar een voorbeeld uit mijn praktijk laat zien dat dat allerminst het geval is. De aanvragers van agrarische natuurbeheersubsidies dienen hun aanvraag in op basis van hun percelen (BGT), terwijl de provincies aangeven welke subsidie waar aangevraagd kan worden op basis van de BRT, de Basisregistratie Topografie. Zo'n plangrens van de provincie kan dus dwars door een perceel heen lopen. Heel lastig in de praktijk, want een deel van een per ceel dreigt dan buiten de subsidieverlening te vallen. Niet omdat de provincie op die plek de subsidie niet wil geven, maar alleen omdat de topografie niet dezelfde is. Onder dit vraagstuk ligt enerzijds het IMLG (landelijk gebied), dat afgeleid is van de BGT en anderzijds het IMNA (natuur), op basis van de BRT (1:10.000). Het verbinden van alle domeinmodellen aan IMGeo en de topografie van de BGT, zou veel uitwisselingsproblemen kunnen oplossen en hergebruik stimuleren. Geonovum maakt deze zomer een begin met de oplossing van deze puzzel van indruk wekkende omvang. Zij vraagt aan alle domeinmodelvertegen- woordigers welke veranderingen nodig zijn om de topografische informatie voortaan (na 2019) uit de BGT (of IMGeo) te halen. Én dat vervolgens ook te realiseren door ervoor te zorgen dat de modellen laten zien dat de betreffende topografische informatie uit BGT/IMGeo komt. Om dichtbij huis te blijven: wat betekent dat voor het informatie model Natuur? Het beantwoorden van de vragen van Geo novum leidt ons naar een kip-ei situatie. De BGT is namelijk in de natuurgebieden veel minder gedetailleerd dan de natuurbeheer- plannen van de provincies. Het zou mooi zijn als gemeenten bij het digitaliseren van natuurgebieden voor de BGT gebruik gaan maken van de natuurbeheerplannen. Echter, zij zullen dan wel een aantal aanpassingen moeten doorvoeren. De natuurbeheer plannen bieden namelijk wel meer detail en differentiatie, maar zij zijn bedoeld als beleidsplan en niet als topografie. Zo zijn onverharde weggetjes bijvoorbeeld opgegaan in bosgebieden. Voor de BGT moeten de weggetjes er weer terug ingebracht worden. Maar goed, stel dat de BGT straks een uniform en gedetailleerd beeld biedt van de natuurgebieden in Nederland. Dan kan het inderdaad nuttig zijn om het Informatiemodel Natuur op haar beurt weer af te gaan stemmen op het IMGeo. Aanpassing van de topografie in de natuurbeheerplannen is dan de vervolgac tie. Een vervolgactie die op korte termijn zeker niet uitgevoerd zal worden. De druk om te bezuinigen is enorm en de kans is groot dat bestuurders de meerwaarde van een dergelijke actie niet hoog inschatten. Op de langere termijn hebben we echter te maken met verplicht hergebruik van IMGeo data in andere domeinen. Dan zal het roer om moeten gaan. Al met al zal in dit geval 'de verankering van IMGeo (BGT) in de reguliere en gene rieke overheidsprocessen'nog even op zich laten wachten... Marjan Bevelander Coördinator Geo-projecten Interprovinciaal Overleg (IPO) mbevelander@ipo.nl Geo-lnfo 2012-6 25

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 27