De transitie naar de BGT
In een transitieplan wordt aangegeven
welke activiteiten door welke bronhouder(s)
uitgevoerd moeten worden
wordt gedurende het proces van assem
blage en accordering wordt het mutatiebe-
richt teruggezonden naar de aanleverende
bronhouder en worden de vergrendelde
objecten na 5 dagen vrijgegeven. De bron
houder moet het mutatiebericht opnieuw
aanmelden en aanleveren.
Om: dubbele inwinning en inefficiënt
gebruik van bestaande bestanden te
voorkomen, slim gebruik te maken van
moderne technieken en hulpmiddelen en
werkpakketten optimaal in de markt weg
te zetten is gekozen voor een gebiedsge-
Terugmeldingen
Terugmeldingen (muta
tiesignaleringen) uit de LV
BGT worden na een eerste
filtering doorgezet naar de desbetreffende
bronhouders. De bronhouders moeten bin
nen 5 werkdagen reageren op een terug
melding. De verwerking kan afhankelijk
van de melding binnen gestelde termijnen
worden gedaan. De termijnen en gradaties
moeten nog worden bepaald.
In de transitie van de huidige bronbe
standen naar de BGT zullen bronhouders
nauwgezet moeten samenwerken. In de
transitiefase wordt voor heel Nederland
voor de eerste keer een landsdekkend
topografisch bestand geproduceerd.
richte aanpak onder regie van het SVB-BGT
(fig. 2). Onder leiding van regisseurs van het
SVB-BGT zullen bronhouders gezamenlijk
in regionale transitieteams de transitie
voor die regio op elkaar afstemmen en
uitvoeren. In die teams zal het SVB-BGT de
bestanden van de landelijke bronhouders
inbrengen en de initiële assemblage van
de door de bronhouders geproduceerde
topografie uitvoeren (fig. 3). Daarna zal het
SVB-BGT de gegevens doorleveren aan de
LVBGT. Om deze werkzaamheden te kun
nen uitvoeren zal het SVB-BGT de beschik
king krijgen over het transitiebudget van
het Ministerie van lenM.
Wat houdt de gebiedsgerichte aanpak in?
Uitgangspunt is dat bronhouders de bijhou
ding van de bronbestanden zoveel mogelijk
onder regie van het SVB-BGT inzetten voor
de opbouw van de BGT. Het LSV GBKN
en de RSV's besteden de huidige GBKN-
bijhouding alsmede ook
werkzaamheden voor
het wegwerken van de
werkvoorraad Landelijk
Gebied geheel uit aan
dit samenwerkingsver
band (inclusief de daarbij horende budget
ten). Uitgangspunt is dat de feitelijke uit
voering van deze beheeractiviteiten gaan
volgens de eisen van de BGT en vervolgens
middels een DienstenNiveauOvereenkomst
(DNO) weer worden opgedragen aan
Kadaster en RIB-Zuid.
Het SVB-BGT zal gelijktijdig en gedurende
de transitieperiode regionaal starten met
deformeren en bijeenroepen van regionale
transitieteams. In deze regionale transitie
teams wordt met gebruikmaking van de
door de bronhouders beschikbaar gestelde
bronbestanden een transitieplan voor het
gebied opgesteld. In dit transitieplan wordt
1
Groningen
2
Friesland
3
Drenthe
4
Usselland
5
Twente
6
Noord- en Oost Gelderland
7
Gelderland Midden
S
Gelderland Zuid
9
Utrecht
10
Noord-Hol land Noord
11
Zaanstreek-Waterland
12
Kennemerland
13
Amsterdam-Am steil and
14
Gooi en Vechtstreek
15
Haaglanden
16
Holland Midden
17
Rotterdam-Rijnmond
18
Zuid-Holland Zuid
19
Zeeland
20
Midden en West Brabant
21
Brabant Noord
22
Zuid-Dost Brabant
23
Limburg noord
24
Limburg Zuid
25
Flevoland
Fig 2. De gebiedsindeling voor de transitieteams.
28 Geo-lnfo 2012-6