Patronen en symbolen
Teksten worden alleen gevisualiseerd
ten behoeve van de oriëntatie
Kaartbeschrifting
Fig. 7. Wegdelen gevisualiseerd op basis van het attribuut "FunctieWeg".
Indien de relatieve hoogteligging van twee
naast elkaar gelegen rijbaandelen onderling
verschilt, zal er wel een afbakening ontstaan,
doordat de wegrand van het rijbaandeel met
de hogere waarde voor de relatieve hoogte
ligging over de wegvulling van het rijbaan-
deel met de lagere waarde voor de relatieve
hoogteligging zal worden getekend.
Het objecttype "Spoor" wordt gevisuali
seerd op basis van het attribuut "Functie-
Fig. 2. Terreindelen gevisualiseerd: loofbos, gemengd bos, bouwland en grasland.
Spoor". Om deze visualisatie te realiseren,
wordt ook hier de geometrie van het
objecttype twee maal in de visualisatie
getekend: de eerste keer voor het doorlo
pende lijnsymbool, de tweede keer voor
het gestreepte lijnsymbool. Omdat hier
een lijngerichte geometrie wordt gebruikt
in plaats van een vlakgerichte geometrie
zoals bij de rijbaandelen, zullen hier geen
artefacten optreden indien twee naast
elkaar gelegen spoorbaandelen een ver
schillende relatieve hoogteligging hebben.
In de standaardvisualisatie worden ter
reindelen (objecttype"BegroeidTerrein-
deel"en "Begroeid Terreinvakonderdeel")
gevisualiseerd op basis van het attribuut
"FysiekVoor
komenBe-
groeidïer-
reindeel
De vlakpatronen worden gerealiseerd
door in de SLD-bestanden een 'External-
Graphic'op te nemen: de vlakgerichte
geometrie wordt dan gevuld door de
Scalable Vector Graphics (SVG) bestanden.
De objecten krijgen in de SLD-bestanden
ook een lijnsymbool mee in dezelfde kleur
Water bergend
Bijschrift: Fig. 3. Lijnpatronen van "Waterkerings-
gebied"en "Kering".
als het vlaksymbool om te voorkomen dat
er dunne, witte lijnen tussen de objecten
blijven.
Naast vlakpatronen worden in de stan
daardvisualisatie ook lijnpatronen gebruikt.
Het objecttype "Functioneel gebied" wordt
gevisuali
seerd op
basis van
het attri
buut "FunctioneelGebied" door middel van
een lijnsymbool (waarbij de grens van het
functioneel gebied wordt afgebeeld) en een
puntsymbool. Een vlaksymbool zou objecten
binnen een functioneel gebied overlap
pen. De objecten met de attribuutwaarde
"Waterbergingsgebied" en "Kering" hebben
een iijnpatroon: naast het doorgetrokken lijn
symbool van de grens wordt een lijn getrok
ken op basis van een geometrische driehoek
uit hetTruetype lettertype "Symbol".
Symbolen worden in de visualisatie
gebruikt voor de functionele gebieden
en de groepen inrichtingselementen.
Het puntsymbool van een functioneel
gebied wordt getoond in het centrum van
het deel van een polygoon, dat op het
beeldscherm zichtbaar is. De puntsymbo-
len worden in een aparte SLD aangebo
den, zodat zij bovenop alle andere lijn-,
punt-en tekstsymbolen kunnen worden
afgebeeld. Deze puntsymbolen zijn
ontworpen als Scalable Vector Graphics
(SVG) bestanden en worden in die vorm
gebruikt in de SLD-bestanden.
De groepen inrichtingselementen worden
onderscheiden door verschillende ach-
tergrondkleuren van de iconen. Sommige
groepen hebben een gezamenlijk puntsym
bool, andere groepen hebben een punt
symbool voor de verschillende objecttypen.
De symbolen die gebruikt worden in
de visualisaties zijn in verschillende
bestandsformaten beschikbaar op de
Geonovum website:
Vector- en rasterbestanden:
http://schemas.geostandaarden.nl/
symbolen/imgeo/2.0/
TrueType Font:
http://www.geonovum.nl/sites/
d efau It/fi les/esrin l_bg t.zi p
In de BGT worden teksten opgenomen
en gevisualiseerd ten behoeve van de
36 Geo-Info 2012-6