Anno 1995, kunstenaar onbekend... heid van bepaalde chemische elementen in de Nederlandse bodem. Daarom is in 2001 een nieuw onderzoek gestart, waarbij monsters zijn genomen uit de door de mens beïnvloede toplaag van de bodem, maar ook uit de dieper gelegen C-horizon die nog niet of nauwelijks door de mens is beïnvloed. Daarmee wordt duidelijk wat de menselijke invloed is op de bodemge steldheid. De Geochemische Bodematlas van Nederland vormt het resultaat van dit onderzoek, waarin Deltares, het RIVM en Alterra samenwerkten. De doelgroep voor deze atlas moet dan ook voornamelijk worden gezocht onder professionals uit het bedrijfsleven en de wetenschap die zich bezig houden met het bodemonderzoek. De Bosatlas van Ondergronds Nederland die in 2009 door Noordhoff werd uit gegeven had daarentegen een bredere doelgroep en behandelde naast de bodem een breder scala aan onderwerpen zoals geologie, grondwater, archeologie, natuur en landbouw, delfstoffen, energie, infra structuur en de stedelijke ondergrond. De kaarten, grafieken en tabellen in het tweede deel van de Geochemische Bodem atlas presenteren de analyseresultaten voor de chemische elementen in alfabetische volgorde: van aluminium tot zirkoon, leder hoofdstuk bestaat uit 6 kaarten, 3 tabellen en 5 figuren. Ze geven voor het betreffende element de totale, reactieve, en beschik bare gehalten weer, waarbij aparte kaarten gepresenteerd worden voor toplaag en onderlaag van de bodem.Totaalgehalten alleen geven namelijk onvoldoende inzicht in de beschikbaarheid of het risico van che mische elementen voor planten, dieren, en mensen. In sommige hoofdstukken wordt hiervan afgeweken, doordat bijvoorbeeld het element niet in alle extracties gemeten is of de gegevens niet informatief zijn. De kaartbeelden in dit deel van de atlas zijn allemaal proportionele symbolenkaarten. De gemeten gehalten op de bemonsterde locaties worden weergegeven als puntsym- bolen. Hoe groter het puntsymbool dat is afgebeeld, hoe groter het gemeten gehalte is op die locatie. Deze proportionele symbo lenkaarten zijn afgebeeld tegen een sterk versimpelde bodemkaart van Nederland als achtergrondkaart. De hoofdgrondsoorten (veen, zand, mariene klei, fluviatiele klei, en löss) in deze bodemkaart komen overeen met de gestratificeerde bemonstering. In de kaarten is de grootte van de propor tionele symbolen niet rechtevenredig met de meetwaarden. Voor de meeste kaarten zijn de onderliggende meetwaarden niet normaal verdeeld. Daarom zijn de meetre sultaten eerst verdeeld in vijf klassen van gelijke grootte, waarbij als bovengrens het 95-percentiel is genomen. De klassen grenzen zijn vervolgens afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal. In het geval de maximale meetwaarde groter is dan de 95-percentielwaarde worden alle meetwaar den tussen het niet afgeronde 95-percentiel en het maximum op de kaart aangegeven met een grijs puntsymbool. De laagste meetwaarden zijn als extra klasse opgeno men, waarbij het proportionele puntsym bool de afgeronde, minimale meetwaarde weergeeft. De kaarten zijn gegeneerd met het statistische, Open Source pakket R, waarbij de meetwaarden zijn betrokken uit een relationele database. De atlas heefteen sterk inventariserend karakter en vormt zo een hulpmiddel bij onder meer de evaluatie van andere gege vensbronnen in het bodemonderzoek, bij normstelling voor de bodem in het bodem beleid, en bij milieukundige en ecologische risicobeoordelingen. Dit karakter wordt des te meer benadrukt door de alfabetische presentatie van de chemische elementen en de uniforme inhoud van de hoofdstuk ken. In de vormgeving kaarten wordt dit doorgezet door slechts gebruik te maken van proportionele symbolenkaarten: de meetwaarden worden per boorlocatie weergegeven. Echter, in veel bodemstudies zijn meetwaarden op puntniveau niet voldoende en is vlakdekkende informatie nodig. Ook als ruimtelijke informatie gecombineerd moet worden met gege vens afkomstig uit andere bronnen, met meetwaarden op andere locaties, is een vertaling naar vlakdekkende informatie vaak handig. Dit betekent dat iets gezegd moet worden over de te verwachten meet waarden in de ruimte tussen de punten. In hoofdstuk 2 in het eerste deel van de atlas wordt aan de hand van het element zink, getoond hoe individuele meetwaarden vertaald kunnen worden naar landsdek- kende kaarten door bij interpolatie (bijv. door middel van Kriging) rekening te houden met informatie over het bodemge- bruiken de bodemeigenschappen. Verwacht in de Geochemische Bosatlas dus geen kartografische hoogstandjes al doet de"cloudtag"van chemische afkortingen in de vorm van Nederland op de omslag anders vermoeden. Wel toont ze maar weer eens aan, dat de kaarten een grote com municatieve kracht hebben in het over brengen van ruimtelijke patronen. Is het bodemonderzoek in Nederland uw werk veld, dan is deze atlas zeker een nuttig en mooi vormgegeven naslagwerk. Zelf aan de gang met deze gegevens? De database wordt opgenomen in de Basisregistratie Ondergrond (BRO) en zal voor onderzoek en onderwijs door het RIVM beschikbaar worden gesteld. Edward Mac Gillavry J Binnen in het Stadskantoor op de ie verdieping. Geschenk bij de bouw van het Stadskantoor. Dit beeld werd aangeboden ter gelegenheid van de ingebruikname van het nieuwe Stads kantoor aan het gemeentebestuur van Brielle door een aantal civiel technische aannemers die betrokken zijn geweest bij diverse werkzaam heden voor gemeente Brielle. (www.cultuurwebbrielle.nl) Geo-lnfo 2012-7 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 15