Vreemdgaan
Column
Arnold Bregt
Aandachtig roerde ze met haar lepeltje door de cappuccino.
De opwellende koffie kleurde het witte schuim lichtbruin.
De plek aan het raam, net iets achter het gordijn, is prima. Ze had
een goed uitzicht op het plein en kon anoniem het restaurant
aan de overkant in de gaten houden. Vandaag zou ze het te
weten komen. Haar wantrouwen was de afgelopen maanden
langzaam gegroeid. Haar man was altijd vrij regelmatig qua
werktijden, maar opeens kreeg hij veel meer verplichtingen
's avonds. Hij belde op de vreemdste momenten met vage
verhalen over druk, overwerken en veel later thuis. Ze begon pas
echt argwaan te krijgen toen hij opeens andere, meer sportieve
kleding begon te kopen. Haar bedenkingen werden bevestigd
toen ze vorige week per toeval een bericht op de mobiel van
haar man zag "Schat, zie je maandag om 8 uur in de Gouden
Haan xxx". Ze keek op haar horloge, nog een half uur, dan zou ze
het weten; gaat Karei vreemd?
In onze samenleving wordt vreemdgaan doorgaans als nega
tief beoordeeld, maar voor onze geosector is vreemdgaan van
levensbelang. Mijn gevoel is dat we binnen de geosector de
laatste jaren veel te weinig vreemd zijn gegaan, terwijl we het
juist van de wisselende contacten moeten hebben. Verrassende
contacten stimuleren de creativiteit en leveren nieuwe toepas
singen en producten op.Twee voorbeelden ter illustratie.
In mei nam ik deel aan de "global geospatial conference"in
Québec, Canada. Op dit congres werden o.a. de resultaten gepre
senteerd van 14 jaar GEOIDE. GEOIDE is het geo-innovatie pro
gramma van Canada en qua doelstelling vergelijkbaar met ons
afgelopen programma "Ruimte voorGeo-Informatie (RGI)". Het is
interessant om te zien wat ze na 14 jaar stimuleren als voorbeeld
innovaties presenteerden. Nicholas Chrisman presenteerde het
gebruik van geo-informatie technologie bij het onderzoek naar
het gedrag van de Atlantische zalm. Een samenwerking tussen
heel verschillende partijen die zeer vruchtbare innovaties en
nieuwe inzichten hebben opgeleverd.
Mijn tweede voorbeeld is GeoFort in Nederland. Bij het ver
schijnen van deze column is Geofort geopend en waarschijnlijk
hebben jullie al een bezoek aan het fort gebracht. Ik heb heel veel
respect en bewondering voor de initiatiefnemers die het uiteinde
lijk gelukt is om een briljant en zeer ambitieus plan tot een goed
eind te brengen. De initiatiefnemers beheren in hoge de mate
de vaardigheid om "geo vreemd te gaan". Nadat de financierings
bronnen uit de eigen sector begonnen op te drogen zijn ze zeer
succesvol de samenwerking met andere partijen aan gegaan.
De condities om vreemd te gaan zijn op dit moment erg goed
door een combinatie van interne en externe factoren. Aller
eerst een interne factor. Zoals uit de recent uitgekomen markt-
monitor van GeoBusiness Nederland blijkt, staat de omzet van
de geobedrijven onder druk. Dat is natuurlijk vervelend, maar
deze ontwikkeling heeft ook een positief effect; we houden tijd
over. Tijd om naar andere partners te kijken en eens wat met
andere samenwerkingsvormen te experimenteren en nieuwe
toepassingen uit te proberen.
De externe factoren voor vreemd gaan zijn zo nodig nog
gunstiger. Dit heeft te maken met de brede, open beschikbaar
heid van geodata en een langzame veranderingen in "zeden
en gewoonten" binnen onze sector. Allereerst de brede open
beschikbaarheid van geodata. Najaren van discussies, mislukte
pogingen van moedige bewindslieden en effectieve obstructies
gaan de datasluizen eindelijk open. Met als voorlopig hoogte
punt het vrij beschikbaar stellen van alle topografische data van
het Kadaster, afgelopen januari 2012. We kunnen nu gemakkelijk
en goedkoop experimenteren met andermans data zonder het
gevoel te hebben met iets illegaals bezig te zijn. De tweede ont
wikkeling is van meer immateriële aard. Hoewel we binnen de
geosector al jaren redelijk goed samenwerken tussen onderzoek,
onderwijs en bedrijven is er nog altijd sprake van een zekere
mate van verzuiling. Ik kan me de tijd nog goed herinneren dat
de grootste bindingskracht van de bedrijven binnen GeoBusi
ness Nederland het gezamenlijk afgeven op het Kadaster was.
Gelukkig is die tijd voorbij en ontstaat er ruimte voor een op
vernieuwing en innovatie gerichte aanpak. Onder de vlag van
het topsectorenbeleid wordt samenwerking tussen overheid,
bedrijfsleven en onderzoek juist actief gestimuleerd. Hoewel we
als geosector zelf niet als topsector zijn aangemerkt, zijn er
verdoende aanknopingspunten voor samenwerking met de
geformuleerde topsectoren. De eerste gevolgen daarvan voor
onze sector zijn zelfs als zichtbaar. Het satellietportaal met open
data was er nooit gekomen als agro-food niet als topsector was
aangemerkt. We profiteren hier als geosector ook direct van.
Ook bij de andere (top)sectoren zijn voldoende mogelijkheden,
maar we zullen wel actief op de "versiertoer" moeten gaan.
Kortom, help mee aan de vernieuwing van de geosector en ga
massaal vreemd!
Arnold Bregt,
Hoogleraar Geo-informatiekunde,
Wageningen Universiteit (Centrum Geo-informatie).
(arnold.bregt@wur.nl)
Geo-lnfo 2012-7 15