Nijmegen:
verbrande hulpkaarten
Werkgroep
eigen community
Straks wel grenzen
uit luchtfoto's?
Techniek bij Kamphorst
Hans Giesbertz had als titel: 'Van sche
penbank tot Kadaster aan de hand van de
eigendomsregistratie in Nijmegen tussen
1650 en 1832'. Via stamboomonderzoek
naar personen kwam hij op onderzoek
naar huizen in Nijmegen. Van ver voor
het rijkskadaster resteren daar registraties
van hypotheken en eigendommen van
de schepenbank, niet per sectie, maar per
hopmanschap. (Een
hopman was daar
een wijkmeester.)
Na opheffing van de
schepenbank in 1811
moest men zich met een eigen boekhou
ding voor grondbelasting behelpen tot
1832, het invoeringsjaar van het Kadaster.
Met de opmerking 'De minuutmetingen
van Gent heb ik gefotografeerd voor ze
naar Heerlen gingen om te scannen, maar
ik weet niet of Klaasse ze nu in zijn museum
heeft'raakte Giesbertsz al een lastig punt.
'Nijmegen heeft pech, want alle hulpkaar
ten van het Kadaster zijn verbrand in de
oorlog', aldus Giesbertsz, die de geplande
landelijke vernietiging van de hulpkaarten
na digitale vervanging maar niets vond.
'Als je toch iets wilt weggooien, bewaar dan
de hulpkaarten en gooi de bijbladen weg)
zo was zijn gratis advies. Giesbertsz werkte
tien jaar aan de pre-kadastrale eigendoms
registraties van Nijmegen en vervolgens
vroeg nu iemand
uit de zaal naar de
bewoners van de
huizen, maar dat
was te moeilijk.
Perceelsgeschiedenissen als de resulta
ten van zijn monnikenwerk staan in de
'historische @tlas'op www.nijmegen.nl/
archief. Daarnaast is Giesbertsz actief met
de geschiedenis van registergoederen in en
rond 'Havana aan de Waal' met de private
website www.kwartiervannijmegen.nl.
Afb. 3 'Bewaarder' Zacharias Klaasse bij rondleiding over Napoleon en Hitier.
Het Kadaster, KLPD en het NLR voerden
boven Nunspeet een proef uit met een
onbemand vliegtuigje om een woon
wijk gedetailleerd in kaartte brengen.
Het doel van de proefis om te onderzoe
ken in hoeverre intensief landmeetwerk
met behulp van vliegtechniek efficiënter
kan worden uitgevoerd. Het Kadaster,
het Korps Landelijke Politiediensten
(KLPD) en het Nationaal Lucht- en
Ruimtevaartlaboratorium (NLR) werken
hierbij samen om hun expertise op ver
schillende gebieden te delen. Voorlopig
blijft het overigens bij testvluchten,
want internationale wetgeving staat
het nog niet toe om op commerciële
wijze gebruik te maken van onbemande
vliegtuigjes. Het Kadaster wil op termijn
de vliegtuigjes gaan inzetten bij het
inmeten van land en het aanwijzen
van kadastrale grenzen."Het vliegen is
relatief goedkoop en vanwege de vlieg
hoogte kunnen we veel scherpere foto's
maken dan een satelliet", zegt Martijn
Rijsdijk, manager product-en procesin
novatie bij het Kadaster."Op termijn wil
len we grenzen op basis van luchtfoto's
kunnen bepalen".
(Persbericht Kadaster 2012)
Tegen 1970 was het bij het Kadaster nog zo
dat de landmeter tussen de middag aan een
ander cafétafeltje at dan zijn meetassisten-
ten. Op voet van gelijkheid werd er nu in een
Kadasterpand thee gedronken. Wim Kamp
horst haalde daarna het eerstgenoemde
verschil aan. Hij deed dat in zijn verhaal
'Van landmeten in 1832 tot hedendaagse
gegevensinwinning. De wereld van maten,
instrumenten en nauwkeurigheden'. Dat met
'maten'bij het Kadaster geen mensen
werden bedoeld waar je mee samenwerkte,
maar grootte-eenheden, was dus duidelijk.
De volzin 'Napoleon is er de oorzaak van
dat u hier zit'illustreerde dat Kamphorst zijn
verhaal al vóór 1832 begon. Zelfs toonde
hij met een sheet aan dat men in het oude
Egypte helemaal geen meetkettingen had,
maar al meetbanden. De landmeters van de
minuutplans duidde Kamphorst aan als de
eerste zzp-ers bij het Kadaster. Ze werden
Geo-lnfo 2012-7 17