Liever bijbladen weggooien
dan hulpkaarten
'Poging tot bewaren'
Rondleiding
A fb. 4 Vrijwilliger Wim Kamphorst: unieke instrumentenkenner van laatste 40 jaar.
betaald per perceel en zo kwamen er dus
zoveel mogelijk percelen op de kaart, zo
wist hij. (Komt dit fenomeen bij zzp'ers van
nu ook voor?) Sheets waren er met oude
plaatjes, zoals een foto van een 'jalonbewa-
ker', maar ook met meer recente teksten in
spreekwolken, zoals: 'Grens is het midden
van de sloot en dat wordt dus een nat pak.'
Het specialisme van Kamphorst bestond in
zijn betaald-actieve periode bij het Kadaster
lang uit de instrumentele ontwikkelingen.
Helder werd getoond hoe vanaf 1980 de
hoekmetingen werden geïntegreerd met
afstandmeting en registratie en er na 2000
zelfrichtende en
op afstand te
besturen instru
menten kwamen.
(Oud-Geodesiare-
dacteur Kamphorst heeft ook veel instru
mentele treffers in de tijdschriftendatabank
van De Hollandse Cirkel.) Uiteraard werd
'de sinds 1985 geduchte concurrent GPS'
niet vergeten. Kamphorst memoreerde ook
de Russische tegenhanger Glonass en het
Europese Galileo. 'Of het er ooit komt weet
ik niet.'Luchtfotogrammetrie werd rond 1930
wel opgepakt door de Topografische Dienst
van toen nog het ministerie van Oorlog,
maar was volgens Kamphorst niets voor de
onzichtbare kadastrale grenzen van toen
nog Financiën. (Zie bijgaand kader voor een
instrumentgestuurd idee van nu.) Tot slot
verwees Kamphorst naar de befaamde
website watwaswaar.nl als resultaat van een
vroeger publieksproject van hem.
Nu conservator van het Kadastermuseum,
maar eerder al bewaarder Zacharias
Klaasse had het bescheiden over '200
jaar Kadastergeschiedenis en een poging
tot bewaren'. Hij memoreerde dat er op 1
maart 2011 'een enorm feest was, dat ove
rigens net gevierd is', het 200-jarig bestaan
van de landelijke openbare registers.
Klaasse verbaasde zich nog over termen
als hypotheekbe
waarder en (tot
1992!) hypo
theekkantoor
als pars-pro-toto
voor de registratie van meer rechtsfeiten
over onroerende zaken. De frictie tus
sen bewaarders en landmeters kwam
uitgebreid aan de orde, weer inclusief de
achterdeuroorlog in Zutphen (1920) en
de hondenkwestie in Appingedam (1872).
Dat wateren tegen de openbare registers
door de rekels van de landmeter ten
kantore zou symbolisch zijn. (Al kostte het
analoog zoekwerk: in dit tijdschrift werd in
nummer 2009-12 al aandacht besteed aan
het Kadastermuseum en de hondenkwes
tie dankzij een excursie van donateurs van
de stichting De Hollandse Cirkel.) Toen
bewaarder Klaasse een foto van super
landmeter I. Boer wilde laten zien viel de
projector uit en ging het scherm omhoog,
maar dat kwam toch weer goed en leek
toevallig. Verder bleek uit zijn verhaal dat
in het Kadastermuseum niet alleen de
analoge hulpkaarten van gebombardeerd
Rotterdam bewaard blijven, maar ook
die van zijn geboorteplaats Biggekerke!
Ook Klaasse had een verwijzing naar een
website. Op kadaster.nl staan zelfs de
inventarisdelen van zijn museum.
In drie groepen van twintig personen vonden
rondleidingen plaats in het museum. Voor
velen gold de gewijde tekst 'de helft is mij
niet aangezegd'. Klaasse vertelde onder
meer bij de rondleiding dat naast Napoleon
ook Hitier invloed op de bewaringen had.
Sinds 1900 was men bezig om het letterlijk
overschrijven van akten te laten vervangen
door authentieke afschriften van notarissen:
dat lukte pas nadat in Middelburg dankzij het
bombardement de hypotheekakten verbrand
waren. Na de oorlog werd dit systeem lande
lijk toegepast en na 1950 werd er niet meer
overgeschreven. Het was weereen boeiende
middag, maar toch leverde zoeken met het
woord 'museum'in het fraaie jaarverslag 2011
van het Kadaster niets op.
Adri den Boer
18 Geo-lnfo 2012-7