aanvullingen uit augustus 2011. In deze
periode zijn bomen verdwenen (door
sterfte of door kap) en toegevoegd (opge
schoten en aanplant). Naar verwachting
gaat het hier echter maximaal om enkele
tientallen exemplaren.
Een ander temporeel effect is het feit dat
de laseropnamen in het winterseizoen
plaatsvonden. Dan zijn de bomen het
meest transparant, omdat ze dan geen
blad dragen, en in sommige gevallen
ook omdat ze dan geknot zijn. Voor de
hoogtebepaling van het maaiveld is het
gewenst om maximaal zicht te hebben
op het maaiveld. Voor de modellering
van de boomkruinen is dit natuurlijk niet
ideaal. Dan zouden laseropnamen in het
zomerseizoen meer voor de hand liggen.
Het is dus mogelijk dat bepaalde bomen
gemist zijn omdat de boomkruinen te wei
nig reflecteerden en de puntenwolk die
resteerde niet als boom geïdentificeerd is.
Perspectief
Bij de laseraltimetrie opnamen worden de
bomen van boven of schuin van boven
waargenomen. Dat is een wezenlijk ander
gezichtspunt dan een veldinventarisatie.
Op de grond is de positie van de stam
bepalend. De meting geeft één punt
ongeacht de grootte van de boom.
Bij de modellering is de projectie van de
boomkroon op het maaiveld bepalend
voor het vlak dat wordt gevormd. Dit vlak
kan bestaan uit meer dan één boomkruin
wanneer die van boven ogenschijnlijk
één geheel vormen. We zien dan ook dat
er gemiddeld in één vlak 3,46 ingemeten
bomen blijken te staan. Bovendien zijn
sommige bomen in het polderlandschap
scheefgegroeid. Dat kan ertoe leiden dat
de kroonprojectie naast de voet van de
stam valt. Dan is geen overeenstemming
tussen boomlocatie en kroonprojectie.
Om dit effect verder te onderzoeken zijn
de puntlocaties van de bomen gecon
verteerd naar cirkels met een straal van
1,5 meter.
Van de 727 kroonprojecties zijn er 559 die
een boomlocatie (punt) omvatten. Dat is
77% van het totaal. Er zijn 641 kroonpro
jecties die een boomcirkel omvatten of
doorsnijden, wat overeenkomt met 88%.
Dit geeft dus nog wel een substantiële
verbetering van de score.
Na de omzetting van de punten tot de cir
kels resteren nog 1179 vlaken (bomen die
op minder dan 3 meter afstand van elkaar
Fig.4 Variatie in boomvormen
Fig.5 Afgezette bomen
Fig. 6 Voorbeeld van scheefstand van bomen in het poldergebied
6
Geo-lnfo 2012-7