i
Geo informatie van de kaart?
Column Henk Koerten
Om verder te lezen:
Als de VPRO-serie'Nederland van Boven'iets heeft duidelijk gemaakt
dan is het dat van vrijwel alle soorten informatie geo-informatie te
maken is. Of het nu gaat om de intensiteit van het telefoonverkeer
van mobiele bellers, de bewegingen van olietankers of het winkel-
sluitingsbeleid; overal zijn fantastische ruimtelijke animaties van te
maken die het verhaal vertellen van ons dagelijks leven. Het maken
van de juiste koppelingen tussen niet voor de hand liggende
databronnen is misschien nog belangrijker dan de toepassing van
de nieuwste technologie en vormt de basis van innovatieve toepas
singen. De makers, die zich als datajournalisten presenteren, hebben
laten zien hoe een frisse, onbevangen blik tot nieuwe inzichten kan
leiden. Maar daar zijn de specialisten onder ons ook heus ook wel toe
in staat, zo hoor ik u al zeggen. Zij zijn toch degenen die bij uitstek
geschikt zijn om informatie met behulp van kaarten ruimtelijk te
visualiseren? En ze zijn best wel creatief: in de Bosatlas weten ze zelfs
van de geografische spreiding van voetbalfans een kaart te maken.
Maar dan blijft de vraag: zijn ze ook in staat vreemde, niet voor de
hand liggende bronnen op te sporen en creatief tot geo-informatie
te transformeren? Een vraag die hierbij speelt is: komt alle locatiege
bonden informatie op een kaart terecht? Of om het om te draaien: is
er locatiegebonden informatie te vinden die niet op een kaart terecht
komt? Ik heb niet de indruk dat de traditionele geo-wereld daar oog
voor heeft. De postcodetabel, om maar eens een alom gebruikte,
niet-kartografische geo-databron te noemen, wordt niet bepaald sexy
gevonden.
Ter illustratie een voorbeeld uit de praktijk. Ik moest onlangs op
Schiphol zijn, dus ik parkeerde mijn auto in een parkeergarage en trok
bij de slagboom een parkeerkaartje. Tot mijn verbazing stond op dat
kaartje het kenteken van mijn auto vermeld. Met andere woorden,
door in die parkeergarage te parkeren werd het kenteken van mijn
auto bij binnenkomst gescand en gekoppeld aan een lokatie, namelijk
die van de parkeergarage. Door mijn parkeergedrag heb ik zonder het
te willen geo-informatie gegenereerd die in dit geval in het computer
systeem van de exploitant terechtkomt.
in het boek Check In Check Uit van Christiaan van 't Hoff c.s.zijn meer
van dit soort voorbeelden te vinden waaruit blijkt dat we met onze
dagelijkse bezigheden onbewust, voortdurend geo-informatie gene
reren. Of het nu gaat om transactiegegevens van de OV-chipkaart,
cameratoezicht, dozen en koffers voorzien van Radio Frequency
ID (RFID) of de tol poortjes van een systeem voor rekeningrijden; ze
produceren allemaal bergen geo-informatie waar van alles mee te
doen valt.
Deze vormen van geo-informatie blijven bij de gemiddelde Geo-lnfo
lezer veelal onder de radar. En als ze al worden herkend, worden ze als
buitenissig beschouwd. De geo-informatiesector kan niet zoveel met
deze als primitief beschouwde vormen van geo-informatie. Wie echter
verder kijkt komt tot de conclusie dat dit soort data zich uitstekend
leent voor data-integratie, zoals de genoemde datajournalisten
overtuigend hebben laten zien. Allerlei onvermoede combinaties van
databronnen leveren nieuwe vormen van informatie op waarmee
steeds weer nieuwe verhalen kunnen worden verteld. De geo-
informatie component is daarbij wel aanwezig, maar blijft een beetje
verborgen. En daar heeft de geo-informatiesector zoals we die nu
kennen moeite mee, zo lijkt het.
Uiteraard proberen we greep te krijgen op nieuwe ontwikkelingen,
en dat doen we door nieuwe begrippen te introduceren. De ontwik
kelingen rond Volunteered Data laten zien dat data-inwinning ook
buiten een formele organisatie kan plaatsvinden. Het Open Streetmap
initiatief laat zien hoe gebruikers gezamenlijke een geografische kaart
kunnen produceren. De Open Data ontwikkeling wordt voortgedre
ven door de aanname dat het op elektronische wijze vrijgegeven van
overheidsdata bedrijven in staat stelt innovatieve en winstgevende
toepassingen te maken. Big data beschrijft het idee dat gegevens over
ons gedrag alomtegenwoordig zijn en steeds omvangrijker, sneller,
gevarieerder en meer geïntegreerd beschikbaar komen.
Bij bovenstaande ontwikkelingen is het steeds minder duidelijk, en
ook minder van belang te weten wat geo-informatie is en wat niet.
Daardoor wordt ook de rol van de geo-informatiespecialist in dit
proces minder uitgesproken en vanzelfsprekend. Soms zorgt geoda-
taspecialist met zijn of haar geodata voor de noodzakelijke structuur,
maar dat ligt lang niet altijd voor de hand, of kan zelfs ongewenst zijn.
Bovendien is de kaart als medium waarmee zo'n beetje iedereen in
de geowereld vertrouwd is lang niet altijd de drager van het eind
product.
Het wordt tijd dat de geo-informatiewereld zich openstelt voor deze
trend van voortgaande dataintegratie. Dat kan door zelf met alter
natieve databronnen aan de slag te gaan en daarnaast door aan de
wereld te laten zien wat we aan technieken in huis hebben. De tijd
dat we onze eigen geo-wereld als een eiland kunnen beschouwen
is definitief voorbij. Dus durf op zoek te gaan en stel de geosector
open voor anderen. Nog beter is anderen met ons mee te laten doen.
Dus zoek data-journalisten en al die anderen op jacht naar datainte
gratie buiten de geowereld op en doe mee.
Henk Koerten
Vrije Universiteit faculteit Sociale Wetenschappen, afdeling
Organisatiewetenschappen
P.S.: De titel van deze column is geïnspireerd door de titel van het
afscheidscollege van professor Cor Koeman in 1981.
Brown, B., M.Chui en J. Manyika (2011). "Are you ready for the era of
'big data'?"McKinsey Quarterly(4): 1-12.
De Hoog, J., M. Van Twist, A. Meijer, M. Van der Steen en J. Scherpenisse
(2012). Open data, Open gevolgen. Den Haag, NSOB.
Van't Hoff, C., R. Van Est en F. Daemen (2010). Check in check uit; De digitali
sering van de openbare ruimte. Den Haag, Rathenau Instituut/NA! Uitgevers.
Geo-lnfo 2012-8 23