Ergernissen
Column
Gemeentelijk Geo-Beraad
3D-BGT
Maarten Smits
Wat is eigenlijk het doel van een column? Wikipedia zegt er het
volgende over: "Columns kunnen persoonlijk, politiek of anderszins
kritisch zijn. Altijd hebben ze tot doel de lezer te emotioneren: te laten
lachen, tot denken aan te zetten of boos te maken." Dat is meteen de
uitleg waarom bijvoorbeeld de top 5 ergernissen van Jan Mulder zo
populair is bij het televisieprogramma "De Wereld Draait Door". Zijn er
op het gebied van geo-informatie ook ergernissen? Jazeker!
Tot dit jaar moest de VNG het voor overleg met de geo-achterban
vooral hebben van het IntergemeentelijkOverleg Vastgoed (IOV).
In principe is het IOV er in elke provincie. In de praktijk bestond het
echter vooral in Drenthe en Limburg. Nietzo'n heel brede achterban
dus. Volkomen logisch dat er is gezocht naar verbreding van de
achterban. Sinds begin dit jaar bestaat daarvoor het Gemeentelijk
Geo-Beraad. Maar waarom zou het nu wel lukken? Waarom zou een
gemeente die eerst niet deelnam aan een IOV nu wel ineens mee
gaan doen aan het Gemeentelijk Geo-Beraad?
De indeling in vier regio's zal daar in ieder geval niet voor zorgen.
Als ik kijk naar mijn eigen regio Zuid, dan vallen daar Zeeland, Noord-
Brabant en Limburg onder. Iemand uit Vaals zal zijn of haar regioge-
voel echt niet delen met iemand uitVlissingen. Daarnaast leidt zo'n
mega-regio vooral tot meer reistijd en -kosten. Voor velen een goede
reden om niet te komen. Maar stel nu dat elke gemeente in de regio
wel één of twee mensen naar het overleg stuurt. De groep wordt dan
al gauw zo groot dat het nagenoeg onmogelijk wordt om met elkaar
een zinvolle discussie te voeren. Het overleg zal dan vooral informatief
zijn. Het idee dat het beraad als achterban voor de VNG zal fungeren,
is dan ook een illusie. Niet gek dus dat er nu al wordt gesproken om
een extra laag toe te voegen. Per provincie zou er een overleg zijn
(de lOV's?), die vervolgens een afvaardiging naar het regio-overleg
sturen. Goed voor de discussie in het regio-overleg. Niet goed voor de
tijdsdruk van de mensen die dat ook er nog bij moeten doen.
Maar wat me het meest verbaast is dat mijn geo-collega's van som
mige gemeentes nu ineens wél geïnformeerd en gehoord willen
worden door de VNG. Waarom eerder niet? Waren ze aan het slapen
en zijn ze wakker geschrokken door de komst van het Gemeentelijk
Geo-Beraad? De kans is groot dat ze dan binnenkort weer in slaap
sukkelen.
De komst van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) was
dit jaar al een themanummer van dit blad waard. En terecht. Bijna
iedereen die werkt met geo-informatie zal er de komende jaren direct
of indirect mee te maken krijgen. Naast de BGT krijgt ook het IMGeo
2.0 veel aandacht. En ook dat is terecht. Uit de kosten-batenanalyse
is al gebleken dat er voor gemeentes alleen winst is te behalen als de
BGT aangevuld wordt met plustopografie volgens IMGeo.Tot mijn
verbazing is er echter ook veel aandacht voor 3D bij de BGT. Op dat
punt is het volgens mij nodig om iedereen weer eens met beide
voeten terug op de grond te zetten.
Uiteraard is het goed dat er nagedacht wordt over hoe een 3D com
ponent toegevoegd kan worden aan de BGT. Onderzoekers lopen
logischerwijs altijd iets voor op de gebruikers. Het probleem is echter
dat meerdere instellingen en bedrijven zo fanatiek zijn geworden
over 3D dat ze de werkelijkheid uit het oog verliezen. Daardoor wordt
bij sommige gemeenten serieus nagedacht of ze hun BGT/IMGeo al
in 3D moeten opbouwen!
In het redactioneel van het BGT-themanummer gaf Ad van der Meer
al aan dat het een hele klus wordt om directies ervan te overtuigen
dat de BGT niet genoeg is en IMGeo nodig is. Zeker in deze tijd van
bezuinigingen. Je hoeft dus geen financieel specialist te zijn om te
begrijpen datje over 3D helemaal niet hoeft te beginnen. Als ik dan
tijdens een presentatie over 3D van een bedrijf one-liners hoor als:
"Zullen we niet gewoon beginnen?" "zo spannend is het niet!"en
"vergeet de kosten!".Tja.
Daarnaast is 3D een typisch geval van aanbodgericht denken.
De geo-specialist bedenkt wat de vakafdeling er allemaal mee kan.
Terwijl de vakafdeling helemaal niet met de vraag komt. Als bedrijfs
voeringclub wordt in dit gure financiële klimaat van ons juist
verwacht dat we vraaggericht werken. En als er dan al vraag is naar
3D, dan heb ik die vraag nog nooit gehoord voor de hele gemeente.
Hooguit vooreen klein projectgebied.
Het aanbodgericht denken blijkt ook uit de nadruk die in presenta
ties gelegd wordt op het maken van een 3Ü-bestand. En zelfs daarbij
worden er beelden geschetst, waar makkelijk doorheen te prikken
is. Zo hoor ik bedrijven zeggen dat landmeters toch al in 3D meten,
maar dat ze de Z-waarde meteen weggooien. Het klopt wel dat land
meters vaak ook de hoogte van een punt automatisch meemeten.
Maar de hoogte van een punt meten is toch echt iets heel anders dan
een object in 3D meten. Het aantal keren dat ik landmeters bijvoor
beeld een goothoogte heb laten meten, zijn op één hand te tellen.
Gelukkig hebben we het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 2
nog. Alhoewel? Als je naar een Level of Detail (LOD) 2 wilt, zeggen de
bedrijven dat het AHN2 met tien punten per vierkante meteral niet
meer goed genoeg is. Alleen op het onderdeel inwinning zijn er dus
al genoeg beren op de weg.
De vraag die elke organisatie zich dus zou moeten stellen is of ze een
volledige 3D-BGT nodig heeft. En meteen ook de vraag of de kosten
in verhouding staan tot de baten. Vraag je daarbij steeds af of je aan
een burger kunt uitleggen waarom je die investering doet.
In de meeste gevallen kan er dan maar één antwoord komen: geen
noodzaak, geen geld en dus geen 3D-BGT. Punt.
Maarten Smits
Beleidsadviseur/coördinator geo-informatie
Maarten.Smits@Sittard-Geleen.nl
Geo-lnfo 2012-8 29