Sociaal kapitaal en psychologisch kapitaal zijn minder bekend en zichtbaar Psychologisch kapitaal voor een medewerker Mens en productiviteit definities over soorten kapitaal die in elke organisatie een rol spelen: Financieel kapitaal: die definitie is vol doende bekend. Hoewel: geïnvesteerd kapitaal in data is een vorm van finan cieel kapitaal. Data kapitaal (voorraad?) zie ik nog niet vaak terug in de balans en begroting van organisaties; Menselijk kapitaal: niet echt nieuw, Adam Smith kwam hier al mee in 1776. Het gaat om vaardigheden, kennis, talenten, opleiding, ervaring; Sociaal kapitaal: relaties met anderen, groepen, communities, netwerken waar je toe behoort, interacties. Een hoog soci aal kapitaal betreft de mate van gedeelde waarden, doelen, ambities. Naarmate het 'sociale kapitaal' hoger is zullen mensen meer risico's durven nemen omdat ze weten dat er support is. Hoe hoog is het sociale kapitaal in de samenwerkingske- ten van de basisregistraties? Psychologisch kapitaal omvat de mentale middelen die je opbouwt als het goed gaat en waar je gebruik van maakt als het slecht gaat. Het betreft weerbaarheid, motivatie, hoop, opti misme, zelfvertrouwen, eigenwaarde en energie. Zowel bij individuen als teams, organisaties, samenwerkingsverbanden. Innovatie in de Geo wereld is direct zichtbaar in de eerste twee: financieel kapitaal en menselijk kapitaal zijn beiden sterk gestegen. Sociaal kapitaal en psycho logisch kapitaal zijn minder bekend en zichtbaar. Sociaal en psychologisch kapi taal zijn een indicator voor het vermogen om samen te werken. Stelling: 'Het psychologisch en sociaal kapitaal is de kritische succesfactor voor het stelsel van basisregistraties'. Deze stelling is gebaseerd op de constate ring dat: technische mogelijkheden en ken nisontwikkeling niet meer beperkend zijn. Oplossingen zijn maakbaar en vermarktbaar; intern en extern samenwerken veel belangrijker wordt. Net als bij financieel kapitaal kost het tijd en moeite om sociaal en psychologisch kapitaal op te bouwen. Het verschilt van financieel kapitaal omdat het beter bestendig is tegen een economische crisis.Tussen deze vormen van kapitaal zit een verband: ze liggen in een lijn. Onvol doende investering in psychologisch kapi taal beïnvloedt uiteindelijk je financiële kapitaal in ongunstige zin. In termen van de Oslo manual: innovatie in processen (en aansturing daarvan) blijft achter ten opzichte van produktinnovatie. Verbetering van het psychologisch en sociaal kapitaal als onderscheidend crite rium voor succes? Managers en technici zullen hier (beiden) met gezonde argwaan tegenover staan:'doe gewoon je werk'. Ik wil het daarom concretiseren en praktisch maken vanuit het perspectief van: Een medewerker; De ontwikkeling van een team; Integratie in Lean Management. Het i-Opener Institute heeft in samen werking met Oxford University sociaal en psychologisch kapitaal geconcretiseerd in de relatie tussen productiviteit en werk- geluk:'werkgeluk is een houding die je tot actie aanzet om maximaal te presteren en je potentieel te benutten'. Verschillen in werkgeluk leveren een verschil in produc tiviteit op van 20%. Analyse waar dit door ontstaat laat het volgende zien tussen medewerkers met verschillend werkgeluk: van plan vijf keer langer in hun huidige baan te blijven; 50% meer gefocust op hun taken; 70% minder met ziekteverlof; 150% gelukkiger met hun leven; 50% meer gemotiveerd; 50% meer overtuigd van hun eigen mogelijkheden; 40% meer zelfverzekerd. Psychologisch en sociaal kapitaal begrijpen, meten en verbeteren heeft een significant positief effect op de prestaties, effectiviteit en efficiëntie van medewerkers en daarmee van organisaties. Als je dit op orde hebt in de samenwerkingsketen borg je de kans op succes. Een goede vraag: hoe krijg je meer psychologisch kapitaal in je organisatie? En hoe meetje dat? Twee instrumenten zijn beschikbaar om het psychologisch kapitaal in beeld te brengen:'Mens en productiviteit'en'Team Diagnostic Assessment'. Dit instrument brengt snel en tegen beperkte kosten het niveau van psychologisch en sociaal kapitaal in beeld. De rapportage geeft inzicht op vijf, met elkaar verbonden, factoren plus drie externe factoren. Het model ziet er als volgt uit: Vijf specifieke factoren zijn: Contribution: het leveren van een bijdrage; Conviction: korte termijn motivatie; Cultuur: normen, waarden, overtuigin gen; Commitment: lange termijn motivatie en toewijding aan de organisatie; Confidence: zelfvertrouwen. Drie meer algemene factoren zijn: Trots zijn op je organisatie; Vertrouwen hebben in de leiding; Erkenning ontvangen voor watje doet. Het meten van bovenstaande factoren vindt plaats door medewerkers (en managers) in de bijhoudingsketen of een deel ervan (al dan niet steekproefs gewijs) via internet een vragenlijst in te laten vullen. Toegang tot deze vragenlijst is niet gratis: het is geen 'open data'. De frequentie van invullen Geo-lnfo 2012-9 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Geo-Info | 2012 | | pagina 33