Y\
Innovatie in het kort
VOORT -
In ons huidige economische model is innovatie nodig om je concurrentiepositie te verbeteren, doordat
je dan je klanten betere aanbiedingen kan doen. Dat betekent echter niet alleen maar het bedenken
van slimme nieuwe producten. Het is meer dan uitvindingen doen. De OECD onderscheidde in 2005
(Oslo manual) vier soorten innovatie: die van een eindproduct, van het productie- en leveringsproces,
van de marketing en die van aspecten van de organisatie.
Expeditie
Acceptatie
Frans Rip
frans.rip@wur.nl
Het kan dus gaan over technische speci
ficaties en verbeterde functionaliteit van
bijvoorbeeld geo-software. Over manieren
om de software sneller en makkelijker
bij een gebruiker te krijgen, zoals via een
customer care portal. Bij de marketing
van die software kunnen artikelen met
wervende foto's en technische overzichten
vervangen worden door schetsen van het
gemak waarmee een gebruiker dankzij de
sociale media deel kan gaan uitmaken van
de fantastische gebruikersgemeenschap
rond die software. De organisatie van de
productie van de software kan ook anders
worden opgezet. Alleen al de invoering
van Het Nieuwe Werken in het bedrijf van
de softwaremaker kan de kosten aardig
drukken. En zo kunnen er talloze ideeën
worden ontwikkeld.
Natuurlijk moet er wel flink worden nage
dacht over elke innovatie. Zoals Edison
het zei: "Genialiteit bestaat voor 1 procent
uit inspiratie en voor gg procent uit
transpiratie." Een gewone innovatie kost
misschien wat minder moeite, maar ook
daar kom je niet zomaar. Een gids voor
de weg er naar toe is de VOORT methode
van Gijs van Wulfen. Daarin wordt het
innovatieproces via een geografische
metafoor beschreven als een serie eiland-
bezoeken. Op de Geobusiness dag in juni
kwam de auteur daar een toelichting op
geven. De landkaart is te downloaden via
http://www.voort-innovatie.nl/
Omdat een vernieuwing pas innovatie
wordt als hij in de organisatie is geïmple
menteerd, is de diffusie van een vernieu
wing van belang. Een model daarvoor is
de bekende curve van Rogers uit 1962.
Later, in 1991 heeft Moore aan dit model
de Kloof ('Chasm') toegevoegd. Hij stelde
dat er tussen de Early Adopters en de
Early Majority een kloof gaapt. Die wordt
veroorzaakt doordat de Early Adopters
enthousiaste omarmers van het nieuwe
zijn, terwijl de leden van de Early Majority
juist sceptisch zijn om op iets nieuws over
te gaan. Pas als het de marketingafdeling
lukt om die aarzeling te overwinnen
(door te laten zien dat het echt werkt)
kan de vernieuwing succes hebben - en
innovatie worden. Volgens Rogers zijn
de Early Adopters visionair en de Early
Majority pragmatisch. Die twee groepen
kunnen niet met elkaar overweg, want de
pragmatici worden niet geïnspireerd door
wat de visionairs leuk vinden. Pas als het
de marketingmensen lukt om de pragma
tici te overtuigen komt de brede accepta
tie van de innovatie op gang.^
4 Geo-lnfo 2012-9